Columnist en presentator Sander Schimmelpenninck zei onlangs in zijn podcast dat het voor mannen „van nature niet aantrekkelijk” is wanneer een vrouw „gretig is om zwanger te worden”. Vrouwen die naar kinderen verlangen bevinden zich momenteel in een precaire positie. Alsof dat niet al heftig genoeg is, moeten ze er kennelijk ook nog voor waken om niet afstotelijk te zijn.
Laten we het beestje nu eens bij de naam noemen: de biologische klok is killing voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vrouwen wachten niet zelden járen op mannen. Tot ze écht willen, er klaar voor zijn, volwassen zijn geworden, zich aan jeugdtrauma’s hebben ontworsteld, niet terugdeinzen voor een vrouw die meer verdient of hoger op de maatschappelijke ladder staat. Voor vrouwen betekent dat een steeds groter wordend risico dat het er niet meer van komt, of het niet lukt. Hij heeft bijna altijd nog een kans – of twee of drie – zij niet.
Het aantal vrouwen zonder kind stijgt, aldus het CBS. Het CBS noemt mannen niet. Niet alleen de verantwoordelijkheid voor anticonceptie, maar óók voor conceptie rust kennelijk op de schouders van de vrouw. Volgens CBS-socioloog Tanja Traag lijkt het erop „dat steeds meer vrouwen niet de bestaanszekerheid hebben om een gezin te stichten.” Vorige week beschreef de econoom Sophie van Gool in NRC de economische factoren die hierbij een rol spelen. Van Gool beschrijft dat economische onzekerheid de vruchtbaarheid remt: wie geen (vaste) baan of geschikte woning heeft, stelt het krijgen van kinderen uit.
Ambivalentie omtrent het moederschap
Onder hoogopgeleide vrouwen met een sterkere economische positie, zullen ook andere factoren meespelen. Een aantal daarvan zijn zeer welkom: zoals het doorbreken van conventioneel gedefinieerde vrouwenlevens, dankzij de tweede feministische golf. Een vrouwenleven is compleet zonder kind. Er is momenteel ongekende culturele ruimte voor ambivalentie omtrent het moederschap, zoals twijfels en spijt. Maar er zijn ook structurele hindernissen. Decennia feministische strijd hebben nog altijd niet geleid tot de felbegeerde gratis kwalitatief hoogwaardige kinderopvang, en een in woord en daad gelijkwaardige verdeling van de zorgtaken. Daarnaast zijn er existentiële en geopolitieke argumenten om geen kind op deze wereld te zetten, zoals de klimaatcrisis. Dat mensen van het ouderschap af zien is hun goed recht.
Maar de meeste vrouwen willen een kind. Zij moeten binnen een aantal jaar zowel een carrière op de rit als een man binnenboord zien te krijgen. Een bijzonder stressvolle fase, door de Britse journalist Nell Frizzell gedefinieerd als de „paniekjaren”. De keerzijde van anticonceptie is dat doordat zwangerschappen minder vaak toevallig ontstaan ze nu volledig planbaar lijken. Met Oud en Nieuw werd mijn vriendin door haar partner plotsklaps aan de kant gezet. Hij wil de vrijheid uit zijn studententijd terug, „roekeloos en onvolwassen” zijn. „Nu kan het nog.” Ze zijn beiden 35 en zouden dit jaar proberen een kind te verwekken. Mijn vriendin staat nu op de wachtlijst voor het invriezen van haar eicellen. Steeds meer vrouwen hopen op die manier tijd „te kopen”, een wereldwijde industrie speelt erop in. De behandelingen zijn kostbaar, en de wachtlijsten zijn lang. Er is geen garantie op succes.
Traditioneel plaatje
Vaak wordt gesteld dat deze vrouwen het moederschap uitstellen omdat ze hun carrière voor laten gaan. Foei! De antropoloog Marcia Inhorn, hoogleraar aan Yale, ontkracht deze mythe in Motherhood on Ice: The Mating Gap and Why Women Freeze Their Eggs, de eerste studie naar de beweegredenen van vrouwen die hiervoor kiezen. Volgens Inhorn besluiten heteroseksuele vrouwen tot het invriezen van eicellen omdat ze single zijn, of instabiele relaties hebben met mannen die zich niet willen binden. Inhorn beschrijft dat de wereldwijde opmars van vrouwen in het hoger onderwijs vaak als intimiderend wordt ervaren. Ze sprak vrouwen die uiteindelijk besloten hun universitaire titels niet meer te noemen op datingapps. Voor sommige vrouwen staat op hun prestaties een „vruchtbaarheidsboete”. Ook in Nederland wordt steeds vaker gesproken over een „crisis” waar mannen in zouden verkeren, als gevolg van de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen. De conclusie van Inhorn is helder: niet de vrouw is het probleem, maar de man als gelijkwaardige partner.
„Het verhaal dat een gezin bestaat uit vader, moeder en kinderen heeft de macht”, aldus Eke Krijnen in haar nieuwe boek Een echte ouder: over queer ouderschap. Volgens Krijnen beïnvloedt dit verhaal zowel de publieke opinie als de wetgeving omtrent ouderschap. Het bepaalt ook waar heteroseksuelen naar streven. Terwijl we weten dat binnen het droomgezin vrouwen vaak het onderspit delven, tenzij ze een jarenlange veldslag voor gelijkheid leveren. Bovendien strandt op den duur de helft van de huwelijken. Ook de ouders die uit grote liefde een kind verwekten kunnen uiteindelijk in een vechtscheiding vermorzeld raken. Toch blijven we het traditionele plaatje als de hoofdprijs beschouwen.
Emancipatie is veel meer dan een economisch streven. Het betekent ook een verhaal herschrijven wanneer het niet meer goed werkt. Vrouwen die overtuigd zijn van hun kinderwens kunnen ervoor kiezen om die niet afhankelijk te maken van een man. Echte keuzevrijheid ontstaat pas dan, wanneer alleenstaand ouderschap geen sociale afgang meer is. Wanneer fertiliteitstrajecten ook voor alleenstaanden volledig vergoed worden. En mensen in nieuwe constellaties kinderen kunnen grootbrengen, gesteund door de maatschappij. Niet omdat deze vrouwen geen man verdienen die begrijpt dat hij goud in handen heeft. Maar omdat ze te leuk en autonoom zijn om in een wachtkamer te zitten.