Heeft JD Vance gelijk en is Brussel bang voor de kiezer? Het heeft er alle schijn van. Terug naar München, 14 februari 2025. Die dag liet de Amerikaanse vicepresident Vance een ideologische handgranaat onder de verzamelde Europeanen afgaan. Tijdens zijn speech beschuldigde hij hen ervan de eigen democratische beginselen met voeten te treden. De sleutelzin luidde: „Als je bang bent voor je kiezers, is er niets dat de VS voor je kan betekenen, noch is er iets dat jij kan betekenen voor het Amerikaanse volk dat mij en president Trump heeft gekozen.”
Ook al waren de voorbeelden van Vance zot, klein bier en halfwaar, hij had gelijk dat het in Brussel met de democratie matig is gesteld. De Europese Unie is in dertig jaar tijd omgevormd van een technocratisch tot een politiek project. Om met de Duitse politicoloog Fritz Scharpf te spreken: Europa gaat niet meer uitsluitend over economische verkeersregels maar mengt zich steeds vaker in politieke vraagstukken: wie krijgt wat, hoe en waarom? En, aldus Scharpf, zodra het politiek wordt, gaat het gebrek aan democratie schuren.
In 1979 kwam er een Europees Parlement, met verkiezingen, fracties, kamervoorzitters, coalities en commissies. Alle parafernalia van de macht, dus. Maar een echte wetgever werd het niet, hooguit een raad van advies.
Ook al zijn de bevoegdheden van het parlement stapsgewijs uitgebreid, de Europese Commissie is nog altijd wetgever en uitvoerder ineen. Die commissie, waarvoor elke lidstaat van de EU een commissaris levert, heeft agenda en beleidsvoorbereiding uitbesteed aan 609 (!) comités. Daar voeren lobbyisten de boventoon, zoals lobbywaakhond Corporate Europe Observatory onvermoeibaar aantoont. Bovendien hoort bij een echte democratie een publiek debat met journalisten, opiniepagina’s, talkshows en opgewonden burgers. Ook dat ontbreekt in Brussel.
Italiaanse spoorwegen
De Commissie en Europese Raad, die bestaat uit de regeringsleiders van de lidstaten, tuigden de afgelopen decennia buiten het parlement om steeds meer Europa op. Er was al het Europees Hof dat in 1963 met het zogenoemde Van Gend en Loos-arrest bepaalde dat Europees recht voorrang had boven nationaal recht. Sindsdien is dat gebruikt om lidstaten de privatisering van water, elektriciteit, huisvesting en openbaar vervoer af te dwingen, ongeacht de wensen van burgers. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de Italiaanse spoorwegen en de woningbouwcorporaties in Nederland.
Daar kwam in 1992 de Europese Monetaire Unie bij, die de monetaire soevereiniteit van de lidstaten doorsluisde naar de Europese Centrale Bank (ECB). Die kreeg bovendien maar een smal mandaat: alleen lage inflatie, niet ook lage werkloosheid. Goed voor kapitaal, slecht voor arbeid. En anders dan andere centrale banken mocht de ECB haar geldscheppingsrecht niet gebruiken om lidstaten te financieren. In tijden van crisis was die uitweg afgesneden: bezuinigen zult gij!
Ooit vertelden politieke leiders ons hun dromen, nu hun nachtmerries
Tijdens de eurocrisis (2010-2016) kwam de muntunie onder vuur te liggen van vermogensbeheerders die de schuldsituatie niet meer vertrouwden. Het antwoord was een forse uitbreiding van de instrumenten van de ECB en een fikse machtsverschuiving van de lidstaten naar Brussel. Met het zogeheten ‘Europese semester’ werd de Commissie de bewaker van nationale begrotingen. Voldeden lidstaten niet aan begrotingsregels, dan kon de Commissie nationale regeringen huiswerk opleggen. Burgers hadden opnieuw het nakijken.
Veel politieker dan dit wordt het niet, constateerde de Raad van State in januari 2013 in een schrijven. De Raad noemde het Semester „ingrijpend”, zag „grote financiële risico’s”, voorzag „aanzienlijke consequenties voor de rol van nationale parlementen” en vroeg zich af of „deze besluiten ook daadwerkelijk democratisch gedragen worden”. „Democratische vervreemding”, vreesde de Raad, die zich „zeer markant voordoet ten aanzien van de besluitvorming in de EU”.
De coronacrisis volgde. Opnieuw breidde de Commissie haar werkveld uit. Niet alleen de centrale inkoop van vaccins maar ook het optuigen van een ‘coronafonds’ van 750 miljard euro ultra vires, dat wil zeggen: buiten bestaande Europese verdragen om. Het was tevens de eerste keer dat de Commissie een beroep deed op artikel 122 uit het Verdrag van Lissabon van 2007. Daarmee kan de Commissie de noodtoestand uitroepen en het parlement buitenspel zetten.
Inmiddels zitten we in de vierde crisis sinds 2008, een ‘veiligheidscrisis’. Als we de Commissie moeten geloven, staat Europa op het punt onder de voet te worden gelopen. En dus is er een ambitieus ReArm Europe-plan opgetuigd – inmiddels omgedoopt tot Readiness 2030 – met een fonds van 800 miljard euro, opnieuw ultra vires. Als klap op de vuurpijl heeft de Commissie het parlement in maart wederom buitenspel gezet, nu om zonder pottenkijkers de arsenalen verder te vullen.
‘Geen stap meer terug’
Het is vrijwel onopgemerkt gebleven. Geheel in lijn met wat oud-voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker zich ooit liet ontvallen: „We besluiten iets, laten het liggen en wachten af wat er gebeurt. Als niemand er moeilijk over doet, omdat de meeste mensen toch niet begrijpen wat er besloten is, gaan we stap voor stap door tot er geen weg meer terug is.”
Junckers opvolger Ursula von der Leyen zei deze week in een interview met Die Zeit dat „Europa uit elke crisis sterker tevoorschijn [is] gekomen”. In werkelijkheid is de verdeeldheid groter dan ooit en heeft iedere crisis heeft de Unie verder verzwakt. 2011 was het laatste jaar dat de EU-economie ongeveer even groot was als die van de VS. Inmiddels is de economie van de EU 30 procent kleiner. De uitspraak van Von der Leyen is pure bezweringspolitiek.
Naast de bezwering maakt de EU gebruik van angst. Om Readiness 2030 van een overtuigend verhaal te voorzien, riep de Commissie een week later burgers op om voor 72 uur aan voorraden in huis te halen, inclusief opgeladen powerbanks en speelkaarten.
Als de angst regeert, letten burgers niet meer op. Het is hét thema van documentairemaker Adam Curtis en van al die boeken met het woord ‘angst’ in de titel die sinds 9/11 zijn verschenen – denk aan Het koninkrijk van de angst van Martha Nussbaum en Cultuur van angst van Frank Furedi – en beschrijven hoe angst is toegevoegd aan het arsenaal van politieke instrumenten. Ooit vertelden politieke leiders ons hun dromen, nu bestoken ze ons met hun nachtmerries. Ooit deden ze dat om ons te enthousiasmeren, nu om ons te disciplineren.
Vance heeft gelijk. Het is alleen niet nieuw. Sterker, dat is waarom de EU is opgericht, aldus de Canadese historicus Quinn Slobodian: om de kiezer zoveel mogelijk te ontlopen.
Lees ook
Lees ook: Europese ministers broeden op nieuw defensieplan: een Europese wapenkoopclub
Enkele voormalige kopstukken van de Partij van de Arbeid zijn het oneens met het standpunt van de GroenLinks-PvdA-fractie in de Tweede Kamer om een een volledig wapenembargo tegen Israël in te stellen. Op het PvdA-congres van zaterdag in Nieuwegein, willen ze een motie indienen om dit standpunt te „heroverwegen”.
Buitenlandwoordvoerder en Kamerlid Kati Piri diende donderdag een motie in, die geen meerderheid in het parlement haalde. Daarin pleitte ze voor een stop op de levering van wapens – inclusief de onderdelen die Nederland levert voor het Israëlische raketschild Iron Dome, dat burgers beschermt tegen inkomende raketten.
Onder meer Lodewijk Asscher, Job Cohen en Ad Melkert schrijven dat „het wegvallen van de raketverdediging door gebrek aan onderdelen zou kunnen leiden tot tienduizenden extra onschuldige burgerslachtoffers”.
„Op basis van zowel internationaal recht als het beginsel van internationale solidariteit” vinden ze dat de PvdA zich altijd aan de kant van „onschuldige burgers” moet plaatsen. Daarom is „ter bescherming van de bevolking” Nederlandse wapensteun aan Israël „nodig”. De indieners verzoeken het partijbestuur „afstand te nemen van de motie-Piri”.
Ophef
Piri zelf zei eerder op vrijdag tegen NRC dat „Israël altijd al een splijtzwam binnen de PvdA” was. „Met zijn aanval op Iran is de Israëlische premier Netanyahu begonnen aan een nieuw roekeloos avontuur. Israël kan Iran bombarderen omdat het raketschild hen grotendeels beschermt tegen Iraanse raketten. Daarom kunnen we niet langer volhouden dat het leveren van onderdelen voor de Iron Dome alleen levens redt, en geen mensenlevens kóst.”
Over de ophef die rond de motie ontstond zei Piri: „soms moet je in de politiek leiderschap tonen, in plaats van je alleen maar druk te maken over mogelijke ophef.”
Lees ook
Kati Piri over rel rond Israëlisch raketschild: ‘Ik baal ervan dat rechts hiermee de aandacht kan afleiden’
Ja, het wordt warm. Nederland kan zaterdag temperaturen van boven de dertig graden verwachten. Dat betekent: genoeg water drinken, luchtige kleding aan en, zoals voormalig Pinkpop-baas Jan Smeets het decennialang vaderlijk tegen ‘zijn’ publiek zei: „goed smeren”. Dat devies geldt niet alleen voor de muziekliefhebbers op de grasvelden van Pinkpop in Landgraaf, waar zaterdagavond popster Olivia Rodrigo de headliner is.
Ook op ringweg A10 in Amsterdam wordt bezoekers aangeraden om rekening te houden met de hitte. Hier vindt Op de Ring plaats, een festival ter gelegenheid van het 750-jarig jubileum van de hoofdstad. Op een strook van vijftien kilometer lang asfalt, die sinds vrijdagavond is afgesloten voor alle verkeer, kan de temperatuur oplopen tot veertig of vijftig graden. Dat stelt Pieter Lubberts, directeur van het bedrijf dat de logistiek van het evenement regelt, tegenover Het Parool.
Verspreid over de dag worden 253.000 feestvierders verwacht. Daarmee evenaart het evenement qua bezoekers bijna de Zwarte Cross, het grootste festival van Nederland. Drie vragen over het Ring-festival en de warmte.
1. Wat staat te gebeuren?
Vanaf 10.00 uur zaterdagochtend wordt de snelweg gevuld met optredens van het Concertgebouworkest tot smartlappenzangers, een hardloopwedstrijd en twintig trouwpartijen. Vrijdagavond is een bos met duizenden bomen op het asfalt gezet. In de nacht van zaterdag op zondag zijn ook tafels voor een diner, diverse podia en wat dies meer zij opgebouwd. De A10 is onderverdeeld in zones, voor zone West en Zuid zijn gratis tickets vereist. Deze zijn uitverkocht. Op de bonnefooi is enkel zone Oost van 16.00 tot 20.00 uur toegankelijk.
Het idee voor een jubileumfeest op de ringweg ontstond tien jaar geleden bij een groep Amsterdammers. Sietse Bakker, programmadirecteur van het jubileumjaar, noemde het evenement eerder deze week in NRC een absolute uitdaging. „Over elk podium, ieder toiletblok is nagedacht.” Voor het monitoren van de mensenmassa is een bedrijf (Livecrowd) ingeschakeld, en zo’n „duizend crewleden” onder wie zeshonderd vrijwilligers moeten alles in goede banen leiden.
Lees ook
NRC sprak met organisator Sietse Bakker: ‘We wilden we graag iets bijzonders doen in de zomer: een groot feest in de openlucht’
2. Welke hitte-maatregelen zijn er?
Hardloopwedstrijd ‘Run op de Ring’ op de A10-Oost is met de helft ingekort, van 7,5 kilometer naar 3,75 kilometer. Deelnemers zijn ingelicht over vervroegde starttijden, aangezien het in de ochtend koeler is. De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema benadrukte vrijdagavond bij AT5 dat het niet zozeer om een wedstrijd gaat. „Put je niet te veel uit, maar geniet er gewoon van dat je op een plek loopt waar je anders nooit loopt.”
Ook wordt gezorgd voor meer punten om water te drinken en om je met zonnebrandcrème in te smeren. Daarnaast zijn er tien EHBO-posten voorzien waar ijswater beschikbaar is. Bij de optredens ’s middags wordt de muziek „in een rustiger tempo” opgebouwd.
Extra schaduwplekken komen er, op het tijdelijke bos na, niet. „Je kan niet zomaar een paar tentpalen in het asfalt slaan”, zegt Halsema tegen stadszender AT5. De burgemeester doet een appèl op feestgangers om zelf ook een beetje na te denken. „Smeer je goed in, zorg dat je een pet bij je hebt, draag platte schoenen, kleed je luchtig en drink voldoende water.”
3. Welke wegen zijn afgesloten?
De A10 is sinds vrijdagavond afgesloten tussen de afslagen A5 en A1. De buitenste rijbanen blijven weliswaar open voor hulpdiensten en het openbaar vervoer. Regionaal verkeer wordt omgeleid en de gemeente waarschuwt voor oponthoud: de extra reistijd kan oplopen tot meer dan een uur. Enkele metro- en treinstations in de buurt van het festivalterrein blijven uit voorzorg gesloten. Op zondag wordt afgebouwd en opgeruimd. Als alles volgens plan verloopt, is de Ring zondag vanaf 15.00 uur weer vrij voor verkeer.
Lees ook
De uitgifte van de gratis toegangskaarten voor het festival op de Ring verliep chaotisch. Lees hier hoe dat kwam
Gezond schermgebruik, wat is dat? Het demissionaire kabinet heeft er deze week een richtlijn over opgesteld. Die luidt: laat kinderen pas op sociale media als ze vijftien zijn. Geef kinderen niet eerder dan groep 8 een telefoon. En begin dan eerst voorzichtig met wat chat-apps, zoals WhatsApp en Signal.
Voor de duidelijkheid: het gaat niet om een verbod, want dat was volgens demissionair staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport, VVD), inmiddels demissionair minister van Economische Zaken, niet te handhaven. „Ik kan moeilijk aan elke keukentafel gaan kijken”, zo liet hij eerder in NRC weten. Maar de richtlijn moet ouders houvast bieden, want die voelen zich vaak machteloos. Er is toch sociale druk om op sociale media te zitten en tegelijkertijd zijn de apps verslavend.
NRC sprak met vier gezinnen. De ouders zijn blij met de adviezen, velen worstelen dagelijks met het schermgebruik van hun kinderen. Zeker als het gaat om sociale media. Sommige ouders verbieden apps als TikTok, Snapchat en Instagram. Zoals Sophia Sperandio deed. Haar zoon heeft geen Snapchat. „We hebben gewoon gezegd: nee, dat mag niet. Punt”, zegt ze. „Het schaadt meer dan het baat.”
Er zijn ouders die het onder strikte voorwaarden toestaan. De kinderen van Selina van Panhuys hebben haar toestemming nodig voor nieuwe apps. En af en toe scrollt Selina door de feed van hun Instagram-apps, om te kijken wat het algoritme hen voorschotelt. Mirlette Merkies laat het wel toe, maar alleen in het weekend een uurtje. Ze ziet hoe sociale media kinderen een negatief zelfbeeld kunnen geven, en dat het verslavend werkt.
Kinderen zijn zelf ook kritisch. Zo vertelt Gabriele dat hij geen Snapchat wil omdat mensen daar soms rare foto’s plaatsen, „een vreemd iemand kan dan ineens een pistool laten zien”. Marina heeft TikTok een half jaar geleden zelf verwijderd. „TikTok kan je best wel jaloers maken, want je ziet heel veel andere knappe meiden en jongens.” En Raz is soms „ineens” een uur kwijt aan TikTok en kan daar boos van worden. „Bijvoorbeeld omdat ik had moeten leren.”
Gabriele (13) zit op zijn telefoon terwijl zijn moeder, Sofia Sperandio (54) in de tuin werkt.
Foto Hedayatullah Amid
Gabriele (13)‘Snapchat mogen ze van mij verbieden’
Pas in groep acht een eigen smartphone? „Ik vind het echt gewoon belachelijk”, zegt de dertienjarige („Bijna veertien!”) Gabriele. Zijn moeder, Sophia Sperandio (53), steekt haar duim op. Toevallig heeft Gabriele ook pas in groep 8 zijn eerste smartphone gekregen. „En op de socials vanaf vijftien? Ik zeg: helemaal top.”
Maar Gabriele zucht bij het idee en schudt zijn hoofd. Dan bedenkt hij zich: „Ja, wel bij Snapchat.” Die mogen ze wat hem betreft verbieden. Hij vindt dat mensen daar soms rare foto’s plaatsen, vooral in ‘streaks’. Dat zijn dagelijkse foto- en video-uitwisselingen tussen vrienden en soms ook vreemden, die worden beloond met een cijfer en een vlammetjesemoji. Zo’n vreemd iemand kan dan ineens een pistool laten zien, vertelt hij. Zelf heeft hij de app niet; nutteloos, noemt hij het. „Want je stuurt alleen maar foto’s. Sommige mensen elke dag. Wat heb je daaraan?”
Wat hij er op school van meekrijgt, daar heb ik geen zicht op. Maar hier in huis geen Snapchat
Gabriele mag geen Snapchat van zijn ouders. „We hebben gewoon gezegd: nee, dat mag niet. Punt”, zegt zijn moeder. Terwijl Gabriele op school merkt dat de meeste klasgenoten het juist wél hebben. „Wat hij er op school van meekrijgt, daar heb ik geen zicht op. Maar hier in huis geen Snapchat.” Ze hoort allerlei ellendige verhalen over de app, bijvoorbeeld over kinderen die worden gepest of exposed.
In huis mogen schermen sowieso niet aan tijdens het eten. En als Gabriele iets uitvreet, is de straf vaak dat zijn telefoon wordt afgepakt. Daar wordt hij gek van. „Want ieder moment kan iemand dan appen… En ja, dan wil ik wel weten wat ze schrijven.” Hij wil zijn telefoon gewoon altijd bij zich hebben.
Terwijl zijn schermtijd best meevalt. Hun telefoons zijn aan elkaar gekoppeld, vertelt zijn moeder. Ze kijken naar hun schermtijd en zien dat die exact hetzelfde is. „We zitten samen op gemiddeld drie uur per dag”, zegt ze. Op sommige dagen maar twee uur. „Ik vind dat heel netjes.” Gabriele knikt en pakt zijn telefoon erbij om te laten zien wat hij dan vooral kijkt: filmpjes van teckels op Instagram. „Ik houd van teckels.” Sophia luistert voornamelijk met de Podimo-app naar podcasts.
Sophia vindt het vreemd hoe verjaardagsfeestjes tegenwoordig verlopen. „Bij een feestje of een slaappartijtje zitten ze gewoon met z’n allen op hun telefoon. Ik vind dat echt heel weird. Wij zitten dan hier en dan zijn we allebei zo”, zegt ze terwijl ze een scrollbeweging nadoet. „Niet met elkaar, maar met dat scherm. Voor de nieuwe generatie is dat blijkbaar normaal, of zo. Maar ik vind het gewoon raar. Echt raar.”
Gabriele begrijpt die verbazing niet zo goed. „Maar dan heb je toch al een activiteit gedaan op het feest?”, zegt hij schouderophalend. „Dan wil je even rust.”
Of het online leven ook offline terugkomt? Gabriele weet van wel. Zo deed hij eens mee aan een spicy noodles challenge die hij bij een influencer had gezien. Op sociale media zijn talloze filmpjes te vinden waarin mensen de extreem pittige instantnoedels van het Zuid-Koreaanse merk Buldak Ramen eten. „Ik kwam beneden en zijn vriendje stond te kotsen, hij in paniek naar boven: mama, mama, kom kijken”, zegt zijn moeder. Gabriele grijnst. „Mijn vader zei dat we ons aanstelden. Toen nam hij zelf een hap. Ging-ie óók bijna over z’n nek.”
Bij Gabriele en zijn ouders is een challenge als deze dan ook aanleiding voor de vraag waarom je iets wilt doen wat je op sociale media hebt gezien, en of dat wel verstandig is.
Süeda Isik
Selina van Panhuys (47) eet haar met dochters Marina (16), Vanessa (12) en Emily (14) in de tuin. Emily zegt: „Als niemand het heeft, mist niemand het en valt ook niemand buiten de boot.”
Foto Simon Lenskens
Vanessa (12)‘Als iedereen er later op gaat, dan merk je niks’
Geen telefoons bij het avondeten en bij het slapen, dat is de regel van Selina van Panhuys (47) uit Haarlem. De ovenpasta gaat naar de achtertuin, op de beschaduwde, beklede tafel met daarachter een lap kunstgras, twee kleine goals en een dozijn hockeyballen.
Selina’s drie dochters nemen ook plaats: Marina (16), Emily (14) en Vanessa (12). Ze hebben weinig problemen met het wegleggen van hun mobiel, het is gewoonte. Het valt ze juist op als bij anderen over de vloer sommige ouders op hun telefoon zitten.
„Ik was de laatste in de klas die een telefoon kreeg”, zegt Vanessa, de jongste. „Ik denk niet dat het op de basisschool nog heel veel verschilt, maar dat je het op de middelbare wel echt merkt.”
Snapchat mag ‘Nes’ sinds dit jaar gebruiken, andere sociale apps krijgt ze nog niet tot de middelbare school. Selina: „De andere twee kregen toen Instagram…” „maar dat hoeft niet hoor”, antwoordt de jongste grijnzend, „misschien als ik ouder ben.” Ze draait weifelend op haar stoel. „Het is vast leuk als er ook vrienden op zitten. Maar als iedereen er later op gaat, dan merk je niks.”
Selina, die zelf in de IT werkt, is de opper-monitor van de telefoons van haar dochters. Die hebben haar toestemming nodig voor nieuwe apps en ze heeft een maximale schermtijd per app ingesteld. Af en toe scrollt Selina ook nog door de feed van hun Instagram-apps, om te kijken wat het algoritme hen zoal voorschotelt.
Het is een streng telefoonbeleid vergeleken met vrienden, zeggen de drie dochters. Begrip hebben ze er wel voor. Marina, de oudste, heeft TikTok een half jaar geleden zelf verwijderd. „Ik vind het maar eng, dat algoritme. Het kent je te goed.” Andere apps gebruikt ze wel. „Als je op Instagram twintig seconden naar een bak-filmpje kijkt, is je feed daar helemaal vol van. Het is een slechter algoritme, maar daardoor blijf ik er ook minder aan hangen.”
„TikTok kan je best wel jaloers maken, want je ziet heel veel andere knappe meiden en jongens”, voegt Emily toe. „Ik doe nu ook een soort ‘TikTok-challenge‘ met een vriendin, TikTok en Instagram heb ik een maand verwijderd. Het idee kwam van een podcast.”
Zo’n advies helpt ouders wel om strenger te zijn
Als het aan Emily ligt blijft TikTok voorlopig weg. „Nu merk ik gewoon wat een nutteloze app het eigenlijk is, het is echt tijdverspilling. Ik mis het ook totaal niet.” Onverwachts kan ze zich ook bij het leren beter concentreren. „Ik had echt niet verwacht dat het verschil zo groot zou zijn.”
„Je zou wel onder een steen leven als je de negatieve effecten van sociale media niet hebt meegekregen”, zegt Selina, „Maar zo’n advies helpt ouders wel om strenger te zijn. Het zou kunnen helpen om afspraken tussen ouders gelijk te trekken.” De drie kinderen stemmen in. De veertienjarige Emily: „Hoe later hoe beter, is mijn mening. Want als niemand het heeft, mist niemand het en valt ook niemand buiten de boot.”
Dorine Booij
Bij Noortje Grootscholten (46) en Raz (13) aan tafel: „Mensen nemen nu kaarten mee naar school. We zijn meer met elkaar bezig.”
Foto Mona van den Berg
Raz (13) ‘Online ziet alles er altijd perfect uit, dus als je alleen praat over wat er op je telefoon gebeurt, praat je niet over de dingen die slecht gaan’
Sinds Raz (13) op de middelbare zit, is het smartphonebeleid al drie keer aangepast. „Eerst hadden we in iedere klas telefoontassen maar mochten we onze telefoons in de pauze wel gewoon gebruiken. Iedereen zat dan over zijn scherm gebogen, zegt Raz. „We praatten vooral met elkaar over wat we daarop zagen.”
Daarna had zijn school kort het beleid dat iedereen zijn smartphone bij zich mocht houden, maar wel in een speciaal zakje met een slot. Aan het einde van de dag kon je dat slot er weer af laten halen. Niet handig, besloot de school, en sindsdien hebben ze het ‘thuis of in de kluis’-beleid. „Als docenten een telefoon zien, pakken ze die meestal af.”
Raz en zijn moeder Noortje Grootscholten (46) vertellen over hun smartphone-ervaringen aan de keukentafel van hun houten dijkhuis in Watergang, een dorp net boven Amsterdam. Raz en zijn zus Indie (15), die op kamp is, groeien op in jaren waarin steeds meer bekend wordt over de effecten van overmatig smartphonegebruik.
Raz kreeg zijn eerste telefoon in groep vier of vijf. „Voor spelletjes.” In groep 7 of 8 begon hij die ook te gebruiken om te communiceren met vrienden, en voor social media. Inmiddels gebruikt hij zijn smartphone ongeveer vijf uur per dag. Een uur op TikTok, en verder vooral Instagram, YouTube (het liefst Bankzitters) en Whatsapp. Maar ook aan praktische zaken als Magister en ChatGPT besteedt hij tijd. Aan TikTok is Raz soms „ineens” een uur kwijt, en daar kan hij boos van worden. „Bijvoorbeeld omdat ik had moeten leren.” Dan legt hij zijn telefoon weg en gaat hij aan de slag.
Lees ook
Lees ook: Boyband Bankzitters viert tienjarig jubileum met spektakel in de Ziggo Dome
Er gelden weinig telefoonregels voor de kinderen van Noortje. „Geen telefoons in bed en niet aan tafel.” Glimlachend: „Al heeft hun vader daar moeite mee.” Raz zelf ook, zegt hij. „Als we het tijdens het eten ergens over hebben wil ik soms meteen iets over dat onderwerp opzoeken.”
Geen telefoons in bed en niet aan tafel
Noortje en Avishay Giladie (50) controleren niet wat hun kinderen op hun telefoons doen, en of ze ze mee in bed nemen. „Ik vertrouw erop dat ze het doen zoals we hebben afgesproken, en ik merk dat ze er met me over praten als ze iets vreemds tegenkomen, zoals een vriendschapverzoek van iemand die ze niet kennen.”
Noortje volgt het debat over smartphonegebruik met interesse. Terugkijkend zou ze het misschien anders doen. Maar ze gaat Raz, die met dertien volgens de adviezen te jong is voor TikTok, dat niet verbieden. Ze vraagt zich af of restrictie altijd een goede keuze is. Bij Indie, die op een andere middelbare dan Raz zit, is een heel vrij smartphonebeleid. „Zij mag haar telefoon bij zich houden, en tijdens sommige creatieve vakken muziek luisteren.” Noortje ziet dat Indie haar telefoon thuis gemakkelijker weglegt dan Raz, en denkt dat dat best met het beleid van hun scholen te maken kan hebben. „Maar ze zijn ook gewoon verschillende mensen.”
Raz heeft ervaren dat restrictie iets kan opleveren. Hij is tevreden over het ‘thuis of in de kluis’-beleid op school. „Mensen nemen nu kaarten mee. We zijn meer met elkaar bezig. Online ziet alles er altijd perfect uit, dus als je alleen praat over wat er op je telefoon gebeurt, praat je niet over de dingen die slecht gaan.”
Kim Bos
Alyssa (6), Wimert (43), Mirlette (42) en Kayla (13) Merkies uit de Haagse Molenwijk. Het is heel simpel, zegt Mirlette: in het weekend mogen haar kinderen een uurtje op telefoon of tablet en „door de week in principe niet”.
Foto Hedayatullah Amid
Kayla (13)Ze vertelt dat ze onlangs bang was geworden van een video over een enge pop
Het is heel simpel, zegt Mirlette Merkies (42) uit de Haagse Molenwijk, in het weekend mogen haar kinderen Kayla (13) en Alyssa (6) een uurtje op een telefoon of tablet. „Door de week in principe niet.” En om er voor te zorgen dat dat ook écht gebeurt, moet Kayla haar devices om vijf uur inleveren. Alyssa niet, want die heeft geen telefoon.
Nu Kayla op de middelbare school zit, mag ze soms in de middag even op haar telefoon of laptop om schooldingen te doen. Mirlette: „Dus contact met klasgenootjes over groepsopdrachten, of notities uitwerken. Maar daarna is het klaar.”
Kayla kreeg een telefoon in groep 7. Er zat alleen WhatsApp op. „En wij bepaalden met wie ze mocht chatten”, zegt Mirlette. „Eerst alleen met familieleden. In groep 8 mocht ze vriendinnen van school en de padvinderij toevoegen.”
Wat vond Kayla daar van? „Ik wist niet beter dus ik kon er wel mee leven.”
En dan zou je denken, met een streng telefoonbeleid, kan het niet mis gaan hè, lacht Mirlette. „Maar dat is niet zo.” Zij en haar man Wimert (43) kwamen er achter dat Kayla in groep 8 stiekem op Snapchat zat. Wimert: „En dat liep helemaal uit de hand.” Meisjes op school gingen pesten. „Ze zeiden tegen andere kinderen dat Kayla niet deugde. De meiden hadden een tekst doorgestuurd waaruit dat zou blijken. Maar die tekst had Kayla helemaal niet geschreven.”
Het nadeel van chatten is ook dat kinderen veel makkelijker onaardige dingen zeggen
Het nadeel van chatten is ook dat kinderen veel makkelijker onaardige dingen zeggen, vertelt Mirlette. „Bijvoorbeeld over je uiterlijk. Je gaat er in geloven en dat tast je zelfbeeld aan.”
Laatst was Kayla in gevecht geraakt met een jongen op school. Kinderen hadden het gefilmd. De school had meteen een mail rondgestuurd: als de beelden worden verspreid doen we aangifte. „Dat hadden ze goed gedaan.”
Mirlette zou de telefoon en sociale media het liefst verbieden. „Maar ik weet dat het niet kan, je hebt het nodig voor school en vriendinnen”, zegt ze. „Maar ik maak mijn kinderen wel bewust van de consequenties.” Wimert is naar eigen zeggen soepeler. „Elke generatie moet leren omgaan met nieuwe dingen. Voor onze kinderen is dat sociale media en AI.”
Als Kayla ergens mee zit, praat hij altijd met haar. Onlangs had ze een filmpje op TikTok gezien over P. Diddy. „Ik leg Kayla uit: ja machtsmisbruik gebeurt, maar je weet niet wat wel en niet waar is in deze zaak. Zet het van je af.”
Kayla vertelt dat ze bang was geworden van een video over een enge pop. „Hij zou duivels zijn, en het zou op nu.nl staan. Uiteindelijk bleek de pop fake. Gelukkig.”
Mirlette vertelt dat de kinderen wel eens zeuren om schermtijd. „Alyssa wilde laatst op mijn telefoon, ik zei ‘nee’ en toen werd ze boos. Daarna ging ze naar buiten. Ze had een geweldige middag. Kinderen moeten spelen, hun fantasie gebruiken, sociaal zijn, zich ontwikkelen, dat gaat niet als ze op een scherm zitten.”
Mirlette merkt dat als de schermtijd voorbij is, haar kinderen even sip zijn. „Het is gewoon verslavend.” Gelukkig knappen ze altijd snel op, zegt ze. „Dan is het weer gezellig en staan we met elkaar in verbinding. Daar heb je toch een gezin voor?”