Opinie | JD Vance legde de vinger op de zere plek: de EU is weinig democratisch

Heeft JD Vance gelijk en is Brussel bang voor de kiezer? Het heeft er alle schijn van. Terug naar München, 14 februari 2025. Die dag liet de Amerikaanse vicepresident Vance een ideologische handgranaat onder de verzamelde Europeanen afgaan. Tijdens zijn speech beschuldigde hij hen ervan de eigen democratische beginselen met voeten te treden. De sleutelzin luidde: „Als je bang bent voor je kiezers, is er niets dat de VS voor je kan betekenen, noch is er iets dat jij kan betekenen voor het Amerikaanse volk dat mij en president Trump heeft gekozen.”

Ook al waren de voorbeelden van Vance zot, klein bier en halfwaar, hij had gelijk dat het in Brussel met de democratie matig is gesteld. De Europese Unie is in dertig jaar tijd omgevormd van een technocratisch tot een politiek project. Om met de Duitse politicoloog Fritz Scharpf te spreken: Europa gaat niet meer uitsluitend over economische verkeersregels maar mengt zich steeds vaker in politieke vraagstukken: wie krijgt wat, hoe en waarom? En, aldus Scharpf, zodra het politiek wordt, gaat het gebrek aan democratie schuren.

In 1979 kwam er een Europees Parlement, met verkiezingen, fracties, kamervoorzitters, coalities en commissies. Alle parafernalia van de macht, dus. Maar een echte wetgever werd het niet, hooguit een raad van advies.

Ook al zijn de bevoegdheden van het parlement stapsgewijs uitgebreid, de Europese Commissie is nog altijd wetgever en uitvoerder ineen. Die commissie, waarvoor elke lidstaat van de EU een commissaris levert, heeft agenda en beleidsvoorbereiding uitbesteed aan 609 (!) comités. Daar voeren lobbyisten de boventoon, zoals lobbywaakhond Corporate Europe Observatory onvermoeibaar aantoont. Bovendien hoort bij een echte democratie een publiek debat met journalisten, opiniepagina’s, talkshows en opgewonden burgers. Ook dat ontbreekt in Brussel.

Italiaanse spoorwegen

De Commissie en Europese Raad, die bestaat uit de regeringsleiders van de lidstaten, tuigden de afgelopen decennia buiten het parlement om steeds meer Europa op. Er was al het Europees Hof dat in 1963 met het zogenoemde Van Gend en Loos-arrest bepaalde dat Europees recht voorrang had boven nationaal recht. Sindsdien is dat gebruikt om lidstaten de privatisering van water, elektriciteit, huisvesting en openbaar vervoer af te dwingen, ongeacht de wensen van burgers. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de Italiaanse spoorwegen en de woningbouwcorporaties in Nederland.

Daar kwam in 1992 de Europese Monetaire Unie bij, die de monetaire soevereiniteit van de lidstaten doorsluisde naar de Europese Centrale Bank (ECB). Die kreeg bovendien maar een smal mandaat: alleen lage inflatie, niet ook lage werkloosheid. Goed voor kapitaal, slecht voor arbeid. En anders dan andere centrale banken mocht de ECB haar geldscheppingsrecht niet gebruiken om lidstaten te financieren. In tijden van crisis was die uitweg afgesneden: bezuinigen zult gij!

Ooit vertelden politieke leiders ons hun dromen, nu hun nachtmerries

Tijdens de eurocrisis (2010-2016) kwam de muntunie onder vuur te liggen van vermogensbeheerders die de schuldsituatie niet meer vertrouwden. Het antwoord was een forse uitbreiding van de instrumenten van de ECB en een fikse machtsverschuiving van de lidstaten naar Brussel. Met het zogeheten ‘Europese semester’ werd de Commissie de bewaker van nationale begrotingen. Voldeden lidstaten niet aan begrotingsregels, dan kon de Commissie nationale regeringen huiswerk opleggen. Burgers hadden opnieuw het nakijken.

Veel politieker dan dit wordt het niet, constateerde de Raad van State in januari 2013 in een schrijven. De Raad noemde het Semester „ingrijpend”, zag „grote financiële risico’s”, voorzag „aanzienlijke consequenties voor de rol van nationale parlementen” en vroeg zich af of „deze besluiten ook daadwerkelijk democratisch gedragen worden”. „Democratische vervreemding”, vreesde de Raad, die zich „zeer markant voordoet ten aanzien van de besluitvorming in de EU”.

De coronacrisis volgde. Opnieuw breidde de Commissie haar werkveld uit. Niet alleen de centrale inkoop van vaccins maar ook het optuigen van een ‘coronafonds’ van 750 miljard euro ultra vires, dat wil zeggen: buiten bestaande Europese verdragen om. Het was tevens de eerste keer dat de Commissie een beroep deed op artikel 122 uit het Verdrag van Lissabon van 2007. Daarmee kan de Commissie de noodtoestand uitroepen en het parlement buitenspel zetten.

Inmiddels zitten we in de vierde crisis sinds 2008, een ‘veiligheidscrisis’. Als we de Commissie moeten geloven, staat Europa op het punt onder de voet te worden gelopen. En dus is er een ambitieus ReArm Europe-plan opgetuigd – inmiddels omgedoopt tot Readiness 2030 – met een fonds van 800 miljard euro, opnieuw ultra vires. Als klap op de vuurpijl heeft de Commissie het parlement in maart wederom buitenspel gezet, nu om zonder pottenkijkers de arsenalen verder te vullen.

‘Geen stap meer terug’

Het is vrijwel onopgemerkt gebleven. Geheel in lijn met wat oud-voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker zich ooit liet ontvallen: „We besluiten iets, laten het liggen en wachten af wat er gebeurt. Als niemand er moeilijk over doet, omdat de meeste mensen toch niet begrijpen wat er besloten is, gaan we stap voor stap door tot er geen weg meer terug is.”

Junckers opvolger Ursula von der Leyen zei deze week in een interview met Die Zeit dat „Europa uit elke crisis sterker tevoorschijn [is] gekomen”. In werkelijkheid is de verdeeldheid groter dan ooit en heeft iedere crisis heeft de Unie verder verzwakt. 2011 was het laatste jaar dat de EU-economie ongeveer even groot was als die van de VS. Inmiddels is de economie van de EU 30 procent kleiner. De uitspraak van Von der Leyen is pure bezweringspolitiek.

Naast de bezwering maakt de EU gebruik van angst. Om Readiness 2030 van een overtuigend verhaal te voorzien, riep de Commissie een week later burgers op om voor 72 uur aan voorraden in huis te halen, inclusief opgeladen powerbanks en speelkaarten.

Als de angst regeert, letten burgers niet meer op. Het is hét thema van documentairemaker Adam Curtis en van al die boeken met het woord ‘angst’ in de titel die sinds 9/11 zijn verschenen – denk aan Het koninkrijk van de angst van Martha Nussbaum en Cultuur van angst van Frank Furedi – en beschrijven hoe angst is toegevoegd aan het arsenaal van politieke instrumenten. Ooit vertelden politieke leiders ons hun dromen, nu bestoken ze ons met hun nachtmerries. Ooit deden ze dat om ons te enthousiasmeren, nu om ons te disciplineren.

Vance heeft gelijk. Het is alleen niet nieuw. Sterker, dat is waarom de EU is opgericht, aldus de Canadese historicus Quinn Slobodian: om de kiezer zoveel mogelijk te ontlopen.


Lees ook

Lees ook: Europese ministers broeden op nieuw defensieplan: een Europese wapenkoopclub

Europese ministers broeden op nieuw defensieplan: een Europese wapenkoopclub