‘Een foto in legeruniform is als een foto met een Ferrari. Het is een statussymbool. Veel jongens konden dankzij die foto’s met meisjes naar bed. Ze besprongen ons gewoon.”
Ik heb dit citaat niet uit een recente Netflix-film – het waren de woorden van een 25-jarige Israëlische soldaat uit Ramat Gan die zich liet interviewen door de krant Haaretz en nu in Gaza dient.
U vraagt zich waarschijnlijk af in welke context zijn woorden werden gezegd. En wat het seksleven van Israëlische soldaten te maken heeft met het bloedbad dat Israël op dit moment in Gaza aanricht. Welnu, wat het Palestijnse lichaam aangaat, zijn de Israëlische soldaten behoorlijk creatief.
Maar dit keer, en sinds 7 oktober, hebben de soldaten die in de Gazastrook dienden niet alleen foto’s en filmpjes op sociale media gezet waarin ze Palestijnen sloegen, vernederden, vermoordden en ontkleedden. Ze gingen nog verder. Ze zetten filmpjes met zulke gewelddadige inhoud op dating-apps om Israëlische meisjes op te winden en ze eindeloos te versieren.
‘72 Maagden-Ongecensureerd’
Maar eens te meer, bij het Israëlische leger is elke actie van soldaten een uiting van geïnstitutionaliseerd beleid. In dit geval had het directoraat Psychologische oorlogvoering van het Israëlische leger een Telegram-kanaal genaamd ‘72 Maagden-Ongecensureerd’. Volgens het onderzoek van Haaretz plaatste dit kanaal zo’n zevenhonderd berichten waarin Palestijnen door Israëlische soldaten werden vermoord, vernederd en ontkleed en mishandeld.
Lees ook
Hoe Israëlische soldaten met hun selfies de tegenstander niet meer als mens zien
Bovendien vroegen de beheerders van het kanaal alle volgers om de berichten te delen zodat de Israëliërs konden zien „hoe Hamas in Gaza op z’n kloten kreeg”.
Zoals gewoonlijk ontkende het leger aanvankelijk elke relatie met het kanaal. Maar iemand van het Israëlische leger die met Haaretz sprak bevestigde dat het leger inderdaad achter dit initiatief zat.
U bent zeker wel benieuwd hoe het leger op dit debacle reageerde? Zoals gewoonlijk werd beweerd dat het kanaal „zonder toestemming opereerde”. Alsof er in het Israëlische leger zoiets bestaat als „opereren zonder toestemming” – níéts gebeurt daar zonder goedkeuring.
De macho
Vanuit hun gezichtspunt overschreden de soldaten dus geen enkele rode lijn, omdat ze handelden onder auspiciën en met goedkeuring van het leger – ze etaleerden de gruweldaden die ze in Gaza hadden begaan alleen maar om „seks te krijgen”. Bovendien romantiseerden ze de oorlogsmisdaden en presenteerden die in een mooie verpakking aan het bredere Israëlische publiek, en dan vooral aan Israëlische vrouwen. De boodschap is glashelder: de ideale Israëlische man, ‘de macho’, is pas op zijn best als hij Palestijnen vermoordt, vernedert, onderdrukt en uitkleedt.
De controle en het toezicht op het Palestijnse lichaam vinden plaats in een bredere context en omvatten ook allerlei praktijken die dit doel moeten helpen verwezenlijken. Een van de meest gebruikelijke praktijken die de staat Israël via zijn verschillende instellingen toepast, is de weigering om de lijken terug te geven van de Palestijnen die door Israëlische soldaten zijn gedood. Israël, met al zijn waardigheid en gezag, voert al sinds de jaren zestig een beleid om de lijken van Palestijnen vast te houden die in Israël aanslagen zouden hebben uitgevoerd.
Volgens de Israëlische ngo B’Tselem had Israël in 2019 ongeveer vijftig lijken van Palestijnen in bezit en gebruikte het tussen 1991 en 2008 meer dan vierhonderd van dergelijke lijken als ruilmiddel voor de teruggave van de lijken van soldaten.
Tot overmaat van ramp duurt de vrijgave van deze lijken na het besluit ertoe soms nog maanden of zelfs jaren. In dat geval geeft Israël ze onder zeer beperkende voorwaarden vrij, bepaalt het wanneer de begrafenis zal zijn, stelt het een grens aan het aantal deelnemers aan de begrafenis en verhindert het zelfs het gebruik van mobiele telefoons om vastlegging en publicatie op sociale media te voorkomen. De gevolgen van dit beleid voor de families van de overledenen zijn rampzalig, niet alleen omdat het de rouw verlengt, maar vooral omdat het hun leven verstikt.
In die zin beheerst Israël niet alleen het levende en dode Palestijnse lichaam, maar ook dat wat gevangen zit tussen leven en dood, oftewel het lijk dat onbegraven in de koelkast wordt bewaard en daardoor een collectief politiek lichaam en een veld voor machtsspelletjes wordt. Daarmee wordt het Palestijnse persoonlijke en collectieve verdriet een lang en oneindig proces, waarin het trauma van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Onafgebroken bombardementen
Bovendien verandert hiermee de vorm en inrichting van het landschap van persoonlijke en collectieve Palestijnse rouw en de ruimte waarin deze zich voltrekt. Als Israël de Palestijnse martelaars per se in het geheim wil begraven, wist het elke herinnering uit aan een van de centrale symbolen van het Palestijnse verzet, namelijk de martelaars. Bovendien verbergt en wist het dan de Palestijnse persoonlijke en collectieve verliezen en kenmerkt deze als marginaal en waardeloos.
Wat dat betreft maakt Israël het Palestijnse lichaam, dat nu als het enige verzetsmiddel wordt beschouwd, tot een strafwerktuig met enorme traumatische intergenerationele gevolgen, want zo berooft het de Palestijnen van het enige legitieme werktuig waarover ze beschikken, te weten hun lichaam. Israël bereikte ditzelfde doel niet alleen op de Westelijke Jordaanoever, maar ook in de huidige oorlog tegen Gaza. Het bleef Gaza immers onafgebroken bombarderen en ontzegde daarmee veel Palestijnen die hun dierbaren hadden verloren elke mogelijkheid om hun dierbaren op een waardige manier te begraven. De verwoesting in Gaza was daarom niet alleen fysiek of materieel, maar ook emotioneel. Met de verhindering van een begrafenis wordt immers elk spoor van persoonlijk en collectief verlies uitgewist, onzichtbaar en waardeloos gemaakt.
Helaas moet worden gezegd dat Israël in beide gevallen, bij de loochening van het leven én bij de loochening van de dood, geen verantwoordelijkheid neemt.