Opinie | Ineens is het mondiale Zuiden wél interessant

Wereldorde De Europese buitenlandpolitiek een amper bij te sturen olietanker? De nieuwe koers laat zien dat Europa zich assertief in de multipolaire wereld mengt, schrijft .
Foto Sergei Ilnitsky / EPA

‘Jullie moeten beseffen dat jullie het waren, jullie Europeanen, die ons destijds vertelden dat de wereld een global village was waarin alles draaide om openheid, netwerken en handel drijven. En nu komen jullie ons vertellen dat die regels zijn veranderd omdat ze jullie niet meer goed uitkomen?!” Hina Rabbani Khar, de minister van Buitenlandse Zaken van Pakistan, is welbespraakt en ze weet het. Met een grijns van oor tot oor zit ze op het podium van de jaarvergadering van de denktank European Council on Foreign Relations (ECFR) in Stockholm. De zaal zit vol Europese beleidsmakers, (voormalig) ministers en academici. Ze ramt haar punten er één voor één in bij haar intellectuele gehoor. Genadeloos.

Vroeger, zegt ze, kwamen Europeanen de rest van de wereld vertellen dat ze hun strijdbijlen moesten begraven en goede relaties moesten hebben met de buren. „En nu willen jullie dat we ‘kiezen’, omdat een buurland met wie wij samenwerken ineens een bedreiging is voor jullie?” Er was een tijd, vervolgt de minister, dat zij Europa als voorbeeld gebruikte van wat landen doen als ze niet meer met elkaar willen vechten. Die tijd is voorbij. „Nu spendeert Europa bakken met geld in een oorlog!”

Ze zeggen vaak dat de Europese buitenlandpolitiek een olietanker is, die amper bij te sturen is als hij eenmaal op stoom is. Maar Rabbani’s tirade toont dat de Europeanen, met hun eeuwige gekakel en onderlinge verdeeldheid, er op het moment vrij aardig in slagen om de steven te wenden: het is zo zichtbaar dat de rest van de wereld er de spot mee drijft.

De Russische invasie in Oekraïne heeft voor een grondige heroriëntatie gezorgd in vrijwel alle Europese hoofdsteden. De nieuwe lijn is: proberen Rusland zoveel mogelijk te isoleren, meer leunen op de VS qua defensie en veiligheid, zelf meer bijdragen aan continentale defensie, en de-risking met China. Daar bovenop komen allerlei semi-protectionistische maatregelen om open Europese economieën en de liberale, ‘Europese manier van leven’ te beschermen tegen subversie van buitenaf. Het isoleren van Rusland is momenteel het centrale element – het verloop van de oorlog bepaalt mede het welslagen van de rest van de strategie.

De Europeanen rekenden erop dat ook landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika Rusland onder druk zouden zetten. Daar vergisten ze zich deerlijk in. Hoon viel hen ten deel. „Natuurlijk keuren wij af wat Rusland in Oekraïne doet”, zei een Palestijnse diplomaat laatst. „Maar verwachten dat de hele wereld naar de Europese pijpen danst als Europa zelf ook eens een conflict heeft, is zo verdomde arrogant.”

Sommigen zeggen dat de wereld net als tijdens de Koude Oorlog weer bipolair wordt – Amerika versus China ditmaal –, maar ze is evengoed multipolair: regionale machten als India, Brazilië of Zuid-Afrika hebben geen zin om te kiezen en spelen beiden tegen elkaar uit om hun eigen positie te versterken. Dat dwingt iedereen, paradoxaal genoeg, om aandacht te besteden aan de grillen en belangen van ongeveer elk land ter wereld. Als jij daar niet langsgaat, doet een ander het. Je ziet dat mechanisme bij internationale fora: de VS, bijvoorbeeld, is teruggekeerd bij de VN-Mensenrechtenraad waar ze eens boos waren weggelopen en komen ook terug bij Unesco, om de Chinese invloed via de VN te keren. Ook investeren de VS weer in bilaterale relaties – in Afrikaanse landen om de opmars van de Wagner-militie te keren en in landen als Kazachstan en Turkije om gaten in de sancties tegen Rusland te dichten. „Het allerbelangrijkste wat je moet doen is engagement tonen”, zei Jim O’Brien, directeur sancties op het State Department, laatst. „Vraag ze: zijn jullie echt bereid om al jullie handelsrelaties met de VS op het spel te zetten voor die paar shipments met Rusland? Meestal werkt dat wel.”

Geen preken meer

Investeren in relaties met de rest van de wereld, dat is ook wat Europese regeringsleiders, ministers en Eurocommissarissen doen. Ze reizen als dollen om projecten te beginnen, ambassades te (her)openen, regionale conferenties te bezoeken en simpelweg aandacht te tonen. De Franse ambassade in Berlijn hield dinsdag een seminar over het „vernieuwde partnerschap tussen Afrika en Europa”. Zelfs Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, een control freak die letterlijk in haar Brusselse kantoor woont, is constant op pad. Deze week was ze in Tunesië voor een migratiedeal, in Brazilië voor een handelsdeal en in Argentinië voor een ‘business forum’. Ook was ze nog in Chili en Mexico. Hoofdstad na hoofdstad, met zalvende woorden en potjes geld, probeert Europa hearts and minds terug te winnen. Geen preken meer, maar meel in de mond en boter bij de vis: de Europese diplomatie, stuk bezuinigd toen nog gedacht werd dat de EU een mondiaal dorp was, gaat in de overdrive. Russen, Chinezen en Amerikanen doen hetzelfde – met twintig keer hogere budgetten.

Tijdens de Koude Oorlog, zei oud-NAVO-secretaris-generaal Lord Ismay, was het devies in Europa „to keep the Soviet Union out, the Americans in, and the Germans down”. De contemporaine variant hiervan kan luiden: „To keep the Americans close, Russia down and China far away”. Onder die titel verscheen, op de ECFR-conferentie in Stockholm, een peiling die toont dat burgers in elf EU-landen de nieuwe Europese koers in een multipolaire wereld grotendeels steunen. Ze zien Rusland als tegenstrever, zijn veel positiever over de Amerikaanse presentie in Europa dan voor de oorlog, willen een sterkere Europese defensie, en willen absoluut geen confrontatie met China – tenzij Beijing wapens aan Rusland zou leveren of Europese kranten en gevoelige infrastructuur zou opkopen. Zelfs als China Taiwan zou aanvallen en de VS Taiwan militair te hulp zouden schieten, willen de meeste Europeanen (62 procent) neutraal blijven.

De Oekraïne-oorlog raakt Europa in het hart, schrijft de Franse oud-diplomaat Jean-Marie Guéhenno in Fractures de la Guerre Étendue, een essaybundel van de site Le Grand Continent. Europeanen kijken naar de hel in Oekraïne en gruwen ervan. Maar hun sympathie voor de slachtoffers is ook gratuit, omdat die tot op heden weinig offers vergt. Dit lijkt enigszins op het applaus voor ziekenhuispersoneel tijdens de pandemie, vindt Guéhenno: „Maandenlang koesterden we mooie gevoelens voor mensen die risico’s namen die we zelf niet wilden nemen.” Regeringen vrezen de dag waarop Europese burgers, risicomijders bij uitstek, wél offers moeten brengen. Daarom zijn ze voorzichtig in deze oorlog en proberen ze Rusland niet te provoceren – ‘no boots on the ground’. Tegelijkertijd verlengen ze de oorlog, door Oekraïne maar mondjesmaat wapens te leveren. Maar is een lange oorlog in het Europese belang? Wat als Donald Trump in 2024 de Amerikaanse verkiezingen wint, en er wordt nog gevochten? Wat als Russische sabotageacties tegen Europa in de versnelling gaan?

Hoofdstad na hoofdstad, met zalvende woorden en potjes geld, probeert Europa hearts and minds terug te winnen

De opties die Europa heeft, zijn beperkt. Iedereen weet: het zullen de Amerikanen zijn die als eersten met Rusland gaan spreken over het eind van de oorlog, niet de Europeanen. Pas dan zal ook blijken wie van de twee grootmachten aan het langste eind trekt, China of Amerika. Ook daarop hebben Europeanen beperkte invloed, terwijl de gevolgen hen zullen raken. Vandaar dat de Europeanen vooral proberen dingen zoveel mogelijk op de rails te houden, risico’s te verkleinen en eventuele klappen te verzachten. Kleine stapjes, zou Montaigne zeggen. De Franse filosoof prefereerde kleine stapjes boven revoluties omdat je fouten dan tenminste op tijd kunt corrigeren.

Niet iedereen is blij met kleine stapjes. Hans Kundnani, van Chatham House in Londen, ontwaart hierin eerder het aloude Europese voortmodderen dan een echt geopolitiek ontwaken. Het is „een intellectuele rotzooi”, schrijft hij in het jongste nummer van Internationale Politik Quarterly. Een verward debat „waarin de deelnemers de verschillende betekenissen van het begrip geopolitiek door elkaar halen”.

Lees ook dit interview met de Ierse politicoloog Brigid Laffan: ‘Europa moet kiezen: een belangrijke speler zijn in de wereld, of een speeltje’

Maar zo werkt het wel in Europa waar, anders dan in Amerika, Rusland of China, niet één regering aan het stuur zit, maar 27. De één wil dit, de ander dat. Een Est ziet andere geopolitieke uitdagingen dan een Spanjaard. Wat niettemin opvalt, is hoe Europeanen, middenin die kakofonie, toch redelijk dezelfde kant opsturen. Bondskanselier Scholz en president Macron zeggen niet hetzelfde als ze in China zijn, maar uiteindelijk komt het er wel op neer dat ze met de Chinezen de meeste ballen in de lucht willen houden. Als je uitzoomt, is de omslag van een ‘rules-based’ Europa dat decennialang problemen depolitiseerde, naar een Europa waar politiek machtsdenken de regelgeving weer mede aanstuurt, goed zichtbaar.

Een voorbeeld? Ruim tien jaar geleden dwongen eurolanden Griekenland om havens en vliegvelden te verkopen. Chinese staatsbedrijven meldden zich. Daar kraaide in Europa geen haan naar – terwijl de VS na orkaan Katrina Nederlandse baggeraars om veiligheidsredenen niet eens als onderaannemer konden contracteren. Al die dingen vielen onder Homeland Security. Een telefonische rondgang langs Europese hoofdsteden in 2012, over de Chinese aankoop van de terminal in de Griekse haven Piraeus, leverde vooral dit commentaar op: „Nee, wij doen niet aan screening en regels. Wij zijn open economieën.” Nu verkoopt Duitsland een stukje van Bremerhaven aan een Chinees staatsbedrijf. Diverse veiligheidsmaatregelen zijn ingebouwd. Er is maandenlang debat over op tv. De regering valt er bijkans over. Hoe de definitie van een ‘geopolitiek’ Europa ook luidt, dit zijn grote veranderingen.

Dikke saus van veiligheid

Alle discussies over lopend Europees beleid – van transport tot telecom en visserij – stonden tien jaar geleden in het teken van schuld en tekort. Nu zit er een dikke saus van veiligheid overheen. Europa ontdekt nu dat het zichzelf en zijn verworvenheden moet beschermen. En dat zijn openheid een kwetsbaarheid wordt. Dus investeren Europese landen in protectie, in alle opzichten. Velen doen cynisch over de Amerikanen die de grootste lasten voor de oorlog in Oekraïne dragen. Maar ook daar komt Europa langszij: 45 procent van de militaire hulp komt intussen uit Europa. Als je financieel-economische hulp meetelt, doet Europa zelfs meer dan de VS. Zeker, in Brusselse vergaderzaaltjes wordt stevig geruzied over deze onderwerpen. Vorige week nog waren sommige lidstaten (waaronder Duitsland, Frankrijk en Nederland) ontstemd over de manier waarop de Commissie ‘de-risking’ van China op gevoelige terreinen wil aanpakken. Ze zijn er niet tegen om de Europese afhankelijkheid van bepaalde Chinese producten te verminderen, maar ze willen wel dat dit in beter overleg met China gebeurt. Zij vrezen dat hun bedrijven in China klappen krijgen als de relaties met China te veel bekoelen.

Zo drijft Europa een nieuw multipolaire tijdperk in, vol intern en extern gevaar. Voortmodderend, schipperend, in een eeuwige poging om alles met alles te laten rijmen, en niet te vergeten beschimpt door iedereen – zoals altijd.

Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.