Opinie | In de stilte ligt het antwoord

Het seizoen in het orkest is voorbij, de zomerconcerten lonken ons naar de buitenplaatsen. Een seizoen waarin ik meer tijd in de artsenpraktijk en fysioruimtes aan het „oefenen” was dan in het orkest op mijn altviool, waardoor vakantierust mij nu meer luxe dan noodzaak toeschijnt. Om goed te ontspannen kies ik deze zomer (nog aarzelend) voor twee weken yoga-retraite in plaats van musiceren. Maar het duurt niet lang voor ik een telefoontje krijg: of ik een reeks zomerconcerten van een schattig bosfestival wil redden, ze missen een altviool. „Natuurlijk!”, roep ik blij dat ze me vragen en kijk in mijn agenda. Het valt precies in de dagen van de yoga-retraite. Mijn lijf begint te transpireren. Nog net op tijd zeg ik dat ik er nog even over wil nadenken. „Geen probleem”, hoor ik, maar ik ontspan niet: wat moet ik nu kiezen?

In de stilte ligt het antwoord, zegt mijn yogadocent als ik mijn besluitloosheid met hem deel. Wandelend in de bossen van de Utrechtse Heuvelrug hoop ik het goede antwoord te vinden. Maar de stilte is hier ver te zoeken, door de stampende muziekboxen van de fietsers die me om de haverklap passeren en de drukke gesprekken van groepen wandelaars kan ik mijn eigen gedachten niet horen. In het lawaai vraag ik me af: wat doe ik toch moeilijk en besluit terug te bellen dat ik meespeel.

Ik pak mijn telefoon en ga op een bankje zitten als het om me heen ineens stil wordt en ik vogels hoor zingen. Alsof de vogels inzicht krijgen, voeren ze een dialoog met mijn muziekgeweten. Twee wandelaars die me nu passeren praten niet met elkaar, de ene draagt een koptelefoon, de andere oortjes. Dankbaar voor de stilte neem ik ze waar en besef dat klank bij gratie van stilte bestaat en andersom. Alle twee zijn helend. Waarom denk ik dat ik niet besta als ik niet speel? Maar ik ben musicus… heb ik de stilte nodig? En wat is stilte überhaupt, is het niet slechts een suggestie? Terwijl ik de definitie probeer te vinden denk ik aan John Cage en zijn driedelige compositie 4’33” waarin ieder deel de uitvoerende musicus het muzikale zwijgen oplegt (tacet).

Tijdloos

Nog steeds de vogelzang koesterend gaan mijn gedachten terug in de tijd, naar het Limburgse Vocalis Festival dat ik afgelopen herfst heb bezocht. In het programmaboekje las ik het thema: STILTE – en dacht, wat een rare keus voor een muziekfestival. Maar de verwijzing erin naar het essay Muziek en Stilte van Leo Samama, musicoloog, wekt wel mijn belangstelling. Ook hij noemde het stuk van Cage naast Erwin Schulhoffs Pittoresken waarvan een deel ook uit maten louter rust bestaat. De tempoaanwijzing tijdloos erboven trof me. Is stilte tijdloos?

Mijn lichaam raakte recent meerdere keren geblesseerd omdat ik dacht in de muziek onontbeerlijk te zijn. Mijn verbeelding slaat op hol en ik sta van de bank op. De mijmeringen van een pianist boven de stille toetsen en van een dirigent die de lucht in plaats van het orkest navigeert verrassen me – al lopend – met een uitwerking van kalmte en reflectie. Ook mijn arts drukte mij voor de vakantie op het hart dat mijn lichaam zonder rust en stilte niet ver komt en vertelde over de hersenstamaudiometrie. Ik heb het opgezocht: volgens wetenschappers zorgt stilte voor vernieuwing van hersencellen in de hippocampus, het hersendeel dat cognitie, geheugen en emotie aanstuurt.


Lees ook

Noa Wildschut: ‘De klassieke wereld dwingt me tot vooruitkijken’

Noa Wildschut: ‘De klassieke wereld dwingt me tot vooruitkijken’

Stilte is dus niet alleen onmisbaar maar zorgt ook nog voor transformatie, ontdek ik. Maar hoe treed ik als musicus met deze kennis de wereld tegemoet? Wetend dat Cage door zenboeddhisme gefascineerd raakte toen hij met zijn fameuze stiltestuk bezig was, neig ik er toe mijn patronen te doorbreken en voor de yoga te kiezen. En ineens weet ik wat te doen: in stilte naar de muziek van mijn lichaam te luisteren en na de vakantie weer kiplekker het seizoen te beginnen.