Opinie | In de campagne schreef NRC ruim tweemaal vaker over Omtzigt dan over Wilders

De aardverschuivingen volgen elkaar bij Nederlandse verkiezingen zo snel op dat inmiddels het beeld van een reusachtige tobbe vol klotsend waswater passender is. De burger probeert die door het huis te sjouwen, maar het water golft bij de kleinste beweging de ene kant op, dan weer de andere en voor je het weet krijg je een plens over je broek. Bij de Kamerverkiezingen van afgelopen woensdag bleek hoe snel de watermassa van koers kon veranderen. Binnen een paar dagen werd de Omtzigt-revolte de triomf van Wilders.

Het is het bekende vliegwiel van peilingen en media-aandacht (gedomineerd door de tv) dat van winnaars reuzenwinnaars maakt, of ze nu van D66, BBB of PVV zijn. Ook in NRC ging het de laatste dagen veel over „strategisch” kiesgedrag (dat in de praktijk van het roodkleuren vaak een impulsieve handeling blijkt); in die zin reflecteerde de krant het land.

Ook NRC werd verrast door de razendsnelle eindsprint van de PVV, zegt chef Politiek en Bestuur Pim van den Dool. „Tot de laatste week voor de verkiezingsdag wezen de peilingen op een driestrijd tussen VVD, NSC en GroenLinks-PvdA, met de PVV daarachter. Maar we weten ook dat veel kiezers pas in de laatste anderhalve week de campagne echt gaan volgen, op televisie. Aan de eerste debatten deed Wilders niet eens mee. Vanaf zijn interview bij Nieuwsuur op dinsdag en het SBS-debat op donderdag begon dat te veranderen. De eindsprint van de laatste dagen was ongekend.”

Die ontwikkeling is ook te zien in de Wilders-verslaggeving: in de krant valt inderdaad op dat de nadruk op anderen lag. Tussen 18 september en 23 november werd er in de (papieren) editie van NRC 66 maal over de leider van de PVV geschreven. Op zich een respectabel aantal – één artikel meer dan over Caroline van der Plas – maar veel minder dan de aandacht die Pieter Omtzigt (NSC) kreeg: zijn naam viel in 149 artikelen. Ook Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA (107 maal) en VVD-leider Dilan Yesilgöz (74 maal) stonden vaker in de krant. Zelfs in de laatste week schreef NRC vaker over Omtzigt (42) en Timmermans (35) dan over Wilders (27).

Verhaal van een potentiële winnaar

Wat NRC over Wilders schreef was niet overvloedig, maar wel accuraat. Toen de PVV-leider zich in een interview met De Telegraaf in september positioneerde als een mildere versie van zichzelf, pakte de Haagse redactie zijn verkiezingsprogramma erbij: „Het PVV-programma is even radicaal als bij eerdere verkiezingen.” De krant voorspelde een „lastige campagne” voor Wilders door de concurrentie van NSC en BBB en schreef voorzichtig: „In plaats van mildheid is bij Wilders wel een iets grotere compromisbereidheid zichtbaar.”

Vorige week zaterdag hield NRC de hele PVV-campagne tegen het licht. Dat was het verhaal van een potentiële winnaar die, mede dankzij de VVD, „een voet tussen de deur” had gekregen. De timing van die analyse was tot op zekere hoogte toeval, zegt Van den Dool. „We wilden aan alle belangrijke partijen uitgebreid aandacht besteden en het verhaal over de PVV paste niet eerder in de planning.” Op maandag stelde Van den Dool op de voorpagina zelf de vraag of de driestrijd plots een vierstrijd was geworden. De directe aanleiding was een peiling van Maurice de Hond die aanvankelijk nogal wat scepsis ontmoette.

Wat de latere artikelen over Wilders niet meer deden, was uitgebreid stilstaan bij diens minder milde opvattingen. Van den Dool ziet er weinig in om in elk artikel over de PVV alle omstreden standpunten van de partij standaard op te sommen: „De verslaggeving moet niet activistisch worden.” Wilders’ rechts-radicale ideeën kwamen wel ter sprake in waarschuwende columns van Floor Rusman (Nee, Wilders is niet zoals de rest, 18/11) en Frits Abrahams (Geert Wilders doet alsof, 17/11).

Overigens hadden verschillende reportages, zoals het traditionele buurtonderzoek, al een Nederland getoond dat „naar binnen was gekeerd”. Het sluit aan bij de overwinning van de PVV, NSC en BBB.

Dat de opvattingen van Wilders ver van die van NRC af staan, werd ondubbelzinnig duidelijk uit het commentaar van donderdag, the day after. Daarin werden Wilders’ opvattingen helder geclassificeerd als „ronduit ongrondwettelijk en verwerpelijk”. Wilders’ verzekering dat hij een premier voor alle Nederlanders wil zijn en nu niet aan de grondwet wil tornen, is een gotspe, vindt NRC, „de rechtsstaat is geen knopje dat je situatieafhankelijk aan of uit kunt zetten”. Het commentaar leverde de krant veel lof op, maar er kwam ook dadelijk een opzegging binnen.

De tekst reflecteerde de stemming van een groot, geschokt deel van de NRC-redactie. Er zijn lezers die daar graag meer van zouden zien in de kolommen. Meteen donderdagochtend al schreef een van hen: „Hoe tumultueuzer het leven, hoe meer de neutraliteit van de NRC mij kan irriteren. Ja, ik begrijp dat journalistiek geen opinieblaadje is. Maar tegelijkertijd zijn journalisten, en zeker de kwaliteitskrant, wel een zeer cruciale speler in het hoeden van de democratie. Dat verplicht. Emotioneel geformuleerd: goede journalistiek ervaar ik als een verdedigingslinie, en met deze verkiezingsuitslag is daar meer dan ooit behoefte aan.”

Dat is een heldere oproep, al is het de vraag hoe die verdedigingslinie dan vorm zou moeten krijgen. Voor een journalistiek medium zit de verdediging van de rechtsstaat toch vooral in informatievoorziening en de analyse. De duidingskanonnen bulderen alweer. Maar minstens zo essentieel is verslaggeving die het mogelijk maakt om te begrijpen wat er is gebeurd in Nederland – en wat er wordt aangericht.

Reacties: [email protected]

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.