Via mijn werk en studie ben ik omringd door mensen die hun linkse signatuur niet onder stoelen of banken steken. Journalisten die ongelijkheid scherp in de gaten houden. Activisten die zich opwinden over onrecht. Kunstenaars die in hun werken sociale thema’s aankaarten. Ondernemers die het graag hebben over ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Stuk voor stuk getalenteerde mensen, die linkse bravoure als een morele plicht beschouwen. Maar weet je wie ik maar weinig ken? Linkse politici.
Oké, ik ken er wel een paar. Maar het verbazingwekkende is: als ik ga tellen in mijn persoonlijke netwerk, ken ik net zoveel politici op rechts of in het midden. Vreemd, want mijn professionele kring bestaat voor 90 procent uit linkse mensen – wat wil je als oprichter van een uitgeverij, sorry. Mijn linkse vrienden praten veel over politiek, oneindig veel soms, maar daadwerkelijk de politiek ingaan? Dat doen ze nauwelijks.
Dat linkse mensen liever journalist, kunstenaar, activist of ondernemer lijken te worden, symboliseert een bredere kwestie. We zijn op links vergeten waar de echte macht ligt.
Prachtige insta-posts
Er is nu een regeerakkoord dat onze maatschappij bestookt met forse maatregelen. Van gezondheidszorg tot natuur, van huisvesting tot onderwijs – iedereen krijgt te maken met deze coalitie geleid door een extreemrechtse partij. We kunnen daar natuurlijk zoveel tegen ingaan als we willen met petities, geëngageerde kunst, idealistische start-ups en prachtige insta-posts. Maar dat heeft weinig zin zolang we op links niet doordrongen raken van een onwrikbaar feit: echte macht ligt bij hen die de politiek ingaan en verkiezingen winnen.
Is er wetenschappelijk bewijs dat linkse mensen minder vaak de politiek ingaan? Ik heb tevergeefs naar studies gezocht. Wel schetsen talloze onderzoeken het profiel van mensen die politiek actief zijn. Het wetenschappelijke stereotype komt neer op het volgende. Je bent een man. Je bent extravert. Je kent weinig negatieve emoties, zoals droefheid of angsten. Je bent niet bang voor conflicten. Je vindt het niet erg om onaangenaam gevonden te worden. Toen ik dit las, kon ik een glimlach niet onderdrukken. Leek dit niet verdacht veel op het clichébeeld van een rechts persoon?
Archetype van een links iemand
En dan moet ik denken aan het archetype van een links iemand. Je bent vrouw. Je bent bescheiden. Je bent gevoelig, misschien heb je klimaatangst. Je streeft naar consensus. Je gelooft in de kracht van verbinding. Zo begreep ik plotseling waarom linkse mensen waarschijnlijk geen zin hebben in een politieke loopbaan. Het past simpelweg niet bij ons.
Dit strookt met de redenen die getalenteerde linkse mensen (m/v/x) om mij heen geven om niet de politiek in te gaan.
‘Ik wil het mijn gezin niet aandoen.’
Of: ‘Ik wil het mijzelf niet aandoen, al die haat online.’
Kort gezegd: geestelijke gezondheid. Dit speelt vermoedelijk minder bij de rechtse, extraverte man die nooit droevig is en het conflict niet mijdt – het type dat zich als eerste voor de kandidatenlijst meldt. Bovendien zien we op links politiek vaak als vies. Het riekt te veel naar machtswellust, daar staan we argwanend tegenover. Wie wil er nou deel zijn van een rot systeem?
Gebrek aan politieke ambitie
Is dit gebrek aan politieke ambitie een probleem? Absoluut. Als linkse mensen minder snel de politiek in gaan, is er minder concurrentie onderling. En juist die concurrentie is essentieel om het beste talent te laten bovendrijven. Voor topvoetballers heb je ook een grote jeugdpoule nodig om uit te vissen. Kijk naar de grootste linkse partij. De populariteit van GroenLinks-PvdA steunt meer op hun status als de grootste vluchtheuvel voor linkse kiezers, dan dat Frans Timmermans werkelijk enthousiasme wekt.
Het gebrek aan linkse politieke ambitie gaat verder. Het was rechts dat voorop ging – en succesvoller blijkt – in nieuwe partijen oprichten (LN, LPF, PVV, FVD, BBB) en het oprichten van eigen media (GeenStijl, PowNed, Ongehoord Nederland). Deze grote innovatiekloof kan niet alleen verklaard worden door het kleinere aantal linkse kiezers.
Vaan food porn naar activist porn
Ondertussen is de herontdekking van good old activisme de meest zichtbare linkse ontwikkeling. Mijn Instagram-feed is de afgelopen jaren geëvolueerd van food porn naar activist porn. Protesteren is cruciaal. Maar met al het enthousiasme voor XR, de UvA-protesten en Kick Out Zwarte Piet vergeten we waar de primaire macht ligt: bij de politiek.
We moeten inzien dat een echt debat geen gevecht is, maar een dans
Zoals ik al schreef: de online haat en polarisatie blijken een groot obstakel voor linkse politieke talenten. Sociale media zijn snelwegen voor discussie die door de makers expliciet ontworpen zijn om ongelukken te creëren. Het internet is één grote kijkfile geworden, waarbij we voortdurend een blik over de vangrail werpen om te kijken wie er nu weer slachtoffer is van een verschrikkelijk ongeval. Een van de belangrijkste missies van links is om een debat óver het debat te forceren. We moeten ervan doordrongen raken dat een echt debat geen gevecht is, maar een dans. Links moet benadrukken dat de escalatie van debat het einde van debat is. Zo creëren we een weg waarop talent zich veilig genoeg voelt om de politiek in te gaan.
Lees ook
Zij zullen extreemrechts niet verslaan met liberale breinwormen
Zaak is dat links zich afvraagt: hoe motiveren we getalenteerde mensen met linkse bravoure, die politieke ambities mijden, om toch de politiek in te stappen? Op links praten we graag over morele ambitie, maar we hebben nu politieke ambitie nodig. We kunnen ons nog zo in het maatschappelijk veld inzetten voor sociale verbeteringen, maar in een democratie blijft het meest effectieve middel: de politiek in gaan en daar macht verwerven.
Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’