Opinie | Het CPB als keurmeester voor de verkiezingen? Laat de politieke strijd nu eens over ideeën gaan

Politiek Steeds meer politieke partijen laten hun verkiezingsprogramma niet doorrekenen door het CPB. Terecht, stelt .
Foto Gerard Til / ANP

Zet twee Nederlandse politici bij elkaar en zij zoeken naar consensus. De behoefte daaraan zit ingebakken in het Nederlandse bestuur. Geen partij is groot genoeg voor 76 Tweede Kamerzetels. Altijd is een coalitie nodig met, zo lijkt het wel, steeds meer partijen. Een meerderheid in de Tweede Kamer is immers geen garantie voor een meerderheid in de Eerste Kamer.

Wie draagvlak zoekt, is gebaat met een lijstje plannen waarvan een onafhankelijke keurmeester al vóór de verkiezingen heeft vastgesteld hoeveel ze kosten en opleveren. Dan weet elke partij wat haalbaar en betaalbaar is. Deze keurmeester is het Centraal Planbureau. Het ‘doorrekenen’ van de partijprogramma’s door het CPB is sinds 1986 een traditie geworden die nu ten einde loopt. De BBB heeft geen tijd voor het detailwerk dat onmisbaar is om het CPB-model te voeden. De SP is afgehaakt. Als onafhankelijke Kamerlid Pieter Omtzigt toch meedoet met een eigen lijst is hij mogelijk te laat voor het CPB-rekenwerk.

Ook wie wel tijd heeft, moet zich afvragen of doorrekenen nog zinvol is. Meer dan ooit staan de begroting en de samenleving onder druk van krachten die een kabinet niet kan of wel beheersen. Van de rentepolitiek van de ECB tot arbeids- en asielmigratie, van klimaatverandering tot Poetins oorlog in Oekraïne.

Brede welvaart

Doorrekening had zijn voordelen. Wat betekenen vage frases nu echt? De uitkomsten scheppen duidelijkheid. Burgers kunnen hun voordeel doen met de vergelijking. Voor de media zijn de uitkomsten een encyclopedie vol nuttige weetjes en feiten. Partijen gebruiken de resultaten om zich te profileren als ‘banenkampioen’, ‘koopkrachtheld’ of armoedebestrijder. En met het keurmerk van het CPB is het zo. De partij die niet krijgt wat zij wil, geeft de schuld aan het model. Uitgaven aan zorg zijn niet alleen kosten, maar ook investeringen (in volksgezondheid), luidt dan het partijweerwoord. Jammer, maar zo werkt het model niet. Het is een doorrekening voor de rijksbegroting. Niet voor brede welvaart.

Maar meer nog dan een verkiezingshulpje is de doorrekening de opmaat naar coalitieonderhandelingen. Het is het spoorboekje naar de consensus die nodig is om een kabinet te vormen.

Juist het wegvallen van de rekenarij moet ruimte maken voor debat en voor verschillen van opvattingen en van beleid

De doorrekeningen zijn dan ook politieke usance geworden in een periode waarin de naoorlogse volkspartijen verbrokkelden. Nieuwe partijen (als SP, LPF, Partij voor de Dieren, PVV, BBB) drongen naar voren. Met zoveel bruisende nieuwkomers en denderend zetelverlies van de volkspartijen haperde de consensusmachine. Vandaar de opkomst van de politieke slangenmensen: Balkenende (CDA), Rutte (VVD).

De doorrekeningen schiepen een nieuw kader waarbinnen oude en nieuwe partijen overeenstemming konden bereiken. Noem het maar disciplinering van politici. Wie zich daaraan onttrok, zo was lange tijd de consensus in Den Haag en in de media, onttrok zich eigenlijk aan bestuurlijke verantwoordelijkheid. Een politieke doodzonde. Want in de Tweede Kamer draait alles om regeren. Niet om doorwrochte wetgeving. Niet om uitvoering van beleid met menselijke maat en minimale fouten. Niet om controle op het kabinet, de ambtenarij of de zelfstandige bestuursorganen.

Gratis bier?

In de komende verkiezingen krijgen de doorrekeningen een nieuwe rol. Sommige partijen zullen zich laten voorstaan op de CPB-resultaten, andere zullen het niet-doorrekenen juist in de strijd gooien als bewijs van hun onafhankelijkheid tegenover Haagse ‘rekenmeesters’. Beter nog is dat politieke partijen afzien van zulk miezemauzen en zich richten op waar het in verkiezingen om gaat. Ideeënstrijd. Ideologische strijd. Persoonlijkhedenstrijd.

Lux et Libertas Lees ook het Commentaar van NRC: Wie wil meeregeren, mag niet wegkomen met luchtkastelen

Juist het wegvallen van de rekenarij moet ruimte maken voor debat en voor verschillen van opvattingen en van beleid. Strijd brengt burgers naar de stembus die anders thuis zouden blijven. Er moet iets te kiezen zijn, er moet iets op het spel staan op 22 november.

Maar hoe zit het dan met het ‘gratis bier’ argument van de voorstanders van de doorrekeningen? De angst dat ‘feitenvrije’ partijen de kiezer lijmen met een reeks beloftes waarvan niemand de kosten kent? Om te beginnen zijn er tegenkrachten genoeg. Van blogs en fact checkers tot belangenorganisaties, van de stemwijzer tot de media en niet te vergeten: de politieke tegenstanders. En in het stemhokje heerst de burger zelf. Wie het CPB als keurmeester naar voren schuift als onmisbare schakel in het democratisch proces, maakt zich schuldig aan grove onderschatting van de kiezer.