Volgens de Chinese blogger Shen Peng gaat Amerika haar ondergang tegemoet. Dat schrijft hij in een lang artikel over Aaron Bushnell, de 25-jarige Amerikaanse militair die zichzelf op 25 februari in brand stak voor de Israëlische ambassade in Washington. Bushnell, die dezelfde dag overleed aan zijn verwondingen, zei dat zijn extreme actie als protest tegen het Amerikaanse Gazabeleid was bedoeld.
Op de nationalistische website Guancha noemt Shen hem een „echte patriot”. „Als er meer van zulke kinderen rondlopen in het Amerikaanse leger, en als de Amerikaanse politiek en maatschappij hen zou waarderen, dan is Amerika nog lang niet verloren.”
Lees ook
Amerikaanse militair overleden die zichzelf in brand stak voor Israëlische ambassade in Washington
Shen, een bekende commentator met miljoenen volgers op verscheidende Chinese platforms, was niet de enige in China die de afgelopen week aandacht besteedde aan Bushnell. Op het sociale medium Weibo herdenken veel influencers hem als een idealist en, vanwege Bushnells vermeende linkse politiek, een ‘internationalist’. Een aantal kunstenaars, zoals computer graphics artiest @Huheqilin (3,5 miljoen volgers), maakten afbeeldingen van de Amerikaan. Ook in verschillende staatsmedia wordt bij zijn dood stilgestaan.
Pro-Palestijns
De aandacht voor Bushnell reflecteert het bredere Chinese mediaklimaat als het gaat om de oorlog in Gaza. Daarin domineren pro-Palestijnse standpunten, in lijn met de positie van de Chinese overheid. Hoewel China geen actieve rol aanneemt in de bemiddeling van het conflict, is het land vanaf het begin van de oorlog kritisch op wat het de „collectieve bestraffing” van Palestijnen door Israël noemt. De scherpste kritiek is voor de rol van de Verenigde Staten. Na het meest recente Amerikaanse veto van een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza in de VN-Veiligheidsraad zei Chinees VS-ambassadeur Zhang Jun dat het land „groen licht” gaf voor het voortduren van het doden van Palestijnen.
Diezelfde focus op China’s competitieve relatie met de Verenigde Staten zorgt voor een heel andere positie in de oorlog in Oekraïne. Daarin is China officieel neutraal, maar heeft het Ruslands invasie nooit publiek veroordeeld. Het idee dat Amerika de oorlog in Oekraïne wil gebruiken om Rusland, maar ook China, klein te willen houden is breed geaccepteerd.
En dus zie je op het Chinese journaal wel geregeld items over de humanitaire noodsituatie in Gaza, maar niet of nauwelijks over de oorlogsimpact in Oekraïne. Dat contrast valt ook het Chinese publiek op. „Alsof het in Oekraïne niet net zo is”, zei een kennis deze week.
Meer nog dan de overheid hardop doet, zien de bloggers de internationale conflicten door de lens van de VS-China rivaliteit. Ook hun standpunten worden gecensureerd als de censors ze te extreem of activistisch vinden. Zo werden sommige berichten over Bushnell verwijderd, misschien omdat ze over zelfverbranding gingen, een vorm van protest waar China ook binnenlands mee te maken heeft. Maar ze hebben veel minder last van censuur dan liberale of andere standpunten. Daardoor weten ook investeerders hun platforms weten te vinden. Nationalism sells.
Net als elders in de wereld zijn die mediatrends niet per se een goede afspiegeling van de publieke opinie. Die is vaak een stuk genuanceerder. Zo is er bewijs dat de Chinese publieke opinie over de oorlog in Oekraïne gepolariseerd is, en dat de publieke steun voor Rusland is afgenomen. En de traditioneel positieve indruk van Israël is inmiddels negatief. Maar ook over de oorlog in Gaza zijn de meningen niet eenduidig. Een opinieonderzoek dat uit vorig jaar werd uitgevoerd door Chinese staatsmedia vond dat 55 procent van Chinese respondenten dat de VS zich „onverantwoord” gedraagt in het conflict. Op sociale media lijkt dat bijna honderd procent.