Opinie | Europa zal nu merken wat het echt kost om de veiligheid op orde te krijgen

Met het oog op de Russische dreiging en de Amerikaanse draai richting Azië zal Europa moeten investeren in conventionele verdediging en afschrikking evenals de rol van Franse en Britse nucleaire afschrikking versterken en institutioneel verankeren.

Europese hoofdsteden maken zich zorgen om de Europese veiligheid door een tweede ambtsperiode van Trump. Dat is water na de wijn. De Biden-regering was de nazomer van trans-Atlantische betrekkingen, en Europese leiders hadden de afgelopen vier jaar moeten gebruiken om hun veiligheid en defensie op orde te krijgen.

De Europees-Amerikaanse relatie was hoe dan ook onder druk komen te staan, ongeacht de uitkomst van de verkiezingen. De Verenigde Staten richt zich op China als militaire en economische uitdager. Leiders zoals Biden en de Republikeinse kandidaat in 2008, John McCain, hebben persoonlijke herinneringen aan de innige banden tussen Europa en de VS tijdens de Koude Oorlog en aan de overwinningsroes van de Val van de Berlijnse Muur en de hereniging van Duitsland en Europa. Deze generatie vervaagt. De muur viel 35 jaar geleden; de toekomst van Europa kan niet aan deze sentimentaliteiten opgehangen worden.

Vóór de zomer heb ik in Washington meerder interviews met beleidsmakers en experts afgenomen. Volgens deze experts geven Trump en zijn vicepresident JD Vance geen blijk van affiniteit met Europa; net als de mensen die hij lijkt te willen aanstellen. Europa of Oekraïne zullen waarschijnlijk geen prioriteit zijn voor een Trump-regering. Dat is hun goed recht en van de kiezers die op hen hebben gestemd. Europeanen moeten zichzelf aanrekenen dat hun veiligheid decennia zo afhankelijk was van één machtige bondgenoot. De competitie met China eist de aandacht op van deze en elke toekomstige Amerikaanse regering.

Blijven hangen in hun jeugd

De klok is niet terug te draaien. Europa zou dus altijd meer hebben moeten doen voor zijn eigen veiligheid, ongeacht wie de president was. Maar te veel Europese denktankers, beleidsmakers, en politici zijn blijven hangen in hun jeugd, toen Amerikaanse politieke, militaire, en economische macht op haar hoogtepunt was. Ze willen niet zien dat deze nu tanende is. Gewoontes zijn moeilijk te veranderen.

Wat te doen? De prioriteit moet zijn dat de NAVO kan blijven functioneren, ook als de Amerikaanse bondgenoot afgeleid is door ontwikkelingen in Azië, zonder daarbij de deur open te zetten voor Russische provocaties of agressie.

Europa is nu sterk afhankelijk van de VS voor sommige middelen, zoals commandovoering en communicatie, inlichtingen en verkenningsmiddelen, maar ook luchttransport. Het aanvullen of gedeeltelijk vervangen van deze middelen gaat niet vanzelf, maar vergt geaggregeerde Europese investeringen. Het aangekondigde verschuiven van regionale EU-fondsen naar defensie is een goede improvisatie, maar geen structurele oplossing; defensie-obligaties zouden dat wel zijn.

De oorlog in Oekraïne heeft laten zien dat productie op schaal noodzakelijk blijft in de eenentwintigste eeuw. De verscheidenheid in Europese wapensystemen moet gestroomlijnd worden om samenwerking tussen krijgsmachten te verbeteren en de kosten naar beneden te brengen. De NAVO-instituties zijn beter geschikt om te bepalen welke wapensystemen nodig zijn – capability planning – maar de EU – met de nieuwe commissaris voor defensie en ruimte – kan de industriële capaciteit coördineren en leiden.

Een geloofwaardige EU

Het belangrijkste is om de Amerikaanse nucleaire afschrikking te ondervangen met een Europees alternatief. Een EU-kernwapen is onwerkbaar; het bouwen impopulair en tijdrovend, en de politieke bevelvoering ongeloofwaardig. Nieuwe kernwapenstaten in Europa zijn ook destabiliserend. Het opbouwen en verder institutionaliseren van de rol van Britse en Franse kernwapens is daarom de meest werkbare oplossing, hoewel nog steeds moeilijk, kostbaar, en tijdrovend. Met de huidige, relatief kleine kernwapenarsenalen hebben Frankrijk en het VK bij Russische agressie weinig opties tussen nietsdoen of algehele vernietiging. Beide staten hebben eigenlijk alleen zogenoemde zwaardere strategische wapens, bedoeld voor het afschrikken van existentiele dreigingen, hoewel Frankrijk een kruiswapen heeft dat uit de Rafale kan worden gevuurd als nucleair ‘waarschuwingsschot’. Uitbreiding van de Franse en Britse nucleaire arsenalen stuurt een signaal dat zij hun taak serieus nemen.

Dat escalatievermogen kan opgebouwd worden door de Europese conventionele arsenalen uit te breiden. Na een Russische provocatie of aanval, zouden meer geavanceerde precisiewapens Russische militaire doelen, aanvoerlijnen, en industrie kunnen uitschakelen, zonder het conflict gelijk nucleair te maken. Het Europese ELSA programma waar Frankrijk, Duitsland, Italië, Polen, het VK en Zweden lid van zijn, evenals de ontwikkeling en aankoop van meer 5e generatievliegtuigen, zijn de weg voorwaarts. Ook al zouden Frankrijk en het VK zogenoemde tactische kernwapens hebben – het alternatief – dan zijn die moeilijk geloofwaardig te maken; hun gebruik op bondgenootschappelijk, dan wel Russisch grondgebied, zouden beide zeer onwenselijk zijn.

Maar geloofwaardigheid hangt van meer dan wapens alleen af. Een permanent militair hoofdkwartier van de EU, naast dat van de NAVO, onderstreept dat tijdens een crisis onmiddellijk leiding gegeven kan worden aan de NAVO-krijgsmachten mocht de VS niet beschikbaar zijn; of creëer in ieder geval een mechanisme om Europese militairen de leiding te laten nemen. Frankrijk overtuigen om lid te worden van de Nuclear Planning Group, waar de nucleaire afschrikking van de NAVO besproken wordt, zou ook een duidelijk signaal afgeven, of het opzetten van de een alternatief afschrikkingsdirectoraat met de belangrijkste Europese defensielanden. Vooral Polen hierbij betrekken is noodzakelijk, om de solidariteit tussen West- en Oost-Europese landen te onderstrepen.

De NAVO wordt zo meer Europees en Europa de facto minder afhankelijk van de VS. Dat kan autonomie genoemd worden, maar die discussie provoceert en vertroebelt elke keer welke concrete middelen en institutionele aanpassingen nodig zijn. Europa zal nu merken wat het echt kost om veiligheid op het continent op orde te krijgen; de NAVO 2 procentsnorm zal een wrang aandenken zijn aan een frivole tijd.