Opinie | Elke vierkante meter stedelijk groen is er één

Het NK Tegelwippen is weer begonnen – en tegels wippen is hard nodig. Onze steden zijn steeds meer versteend geraakt, wat leidt tot milieuproblemen. Water kan niet goed in de grond zakken, de stenen houden hitte vast waardoor steden nauwelijks afkoelen en de biodiversiteit lijdt doordat dieren als bijen en vogels geen geschikte schuilplaatsen en voedsel kunnen vinden.

Het jaarlijkse NK Tegelwippen, een initiatief van allerlei maatschappelijke organisaties en het ministerie van Infrastructuur van Waterstaat waarbij steden proberen zoveel mogelijk tegels te vervangen door groen, is daarom niet enkel een ludieke actie. Tegels wippen is essentieel voor de leefbaarheid en klimaatbestendigheid van onze steden.

Dit sentiment lijkt helaas niet te leven bij de Nederlandse regering. De coalitiepartijen willen, schreven ze vorig jaar in het Hoofdlijnenakkoord, alleen nog grote („robuuste”) natuurgebieden. Voor kleinere stukken groen heeft het kabinet weinig achting. „Snippernatuur” noemt het die, een term die impliceert dat kleinere groene initiatieven onbelangrijk zijn. Dat geldt dus ook voor stedelijk groen, dat volgens de regering dus prima kan plaatsmaken wanneer andere projecten ruimte nodig hebben.

Maar dat er geen ruimte is voor stedelijk groen, is een misvatting. Burgemeester Anne Hidalgo bijvoorbeeld heeft Parijs de afgelopen tien jaar flink vergroend, terwijl die stad vier keer zo dicht bevolkt is als Amsterdam. Door een gebrek aan politieke wil en een illusie van ruimtegebrek blijft Nederland helaas vast zitten aan beton en asfalt.

Hete dagen

Tegelwippers zien wél het nut en de noodzaak van groen in de stad. Dat is namelijk niet alleen leuk, maar blijkt ook – zo wijzen talloze onderzoeken uit – geld te besparen en zelfs levens te redden.

Een paar voorbeelden: een groenere stedelijke omgeving voert regenwater beter af, en houdt dat bovendien vast voor droge dagen. Hete dagen zijn er aangenamer omdat de temperatuur zomaar enkele graden Celsius lager kan zijn dan in een compleet betegeld en bestraat gebied. In een groene stad komt minder smog voor, doordat allerlei typen luchtvervuiling met wel 60 procent verlaagd worden. De biodiversiteit profiteert ook, net als de mensen die van de stedelijke natuur genieten.

Al deze factoren dragen bij aan de gezondheid van stadsbewoners, en besparen de maatschappij kosten. Hitte en luchtvervuiling staan immers in de top tien van factoren die ademhalingsproblemen en hart- en vaatziekten veroorzaken.

Geveltuintje

Pessimisten zullen zich nu afvragen wat die paar tegels nou helemaal zullen bijdragen aan het oplossen van het milieuprobleem. Dat lijkt een logische gedachte. Maar in werkelijkheid kan zelfs een geveltuintje al enorm bijdragen.

Onderzoek dat wij laatst deden aan de Universiteit Leiden, liet zien dat zelfs kleine geveltuinen van 1 à 2 vierkante meter een zeer positief effect hebben op insectenpopulaties. In 65 gevel-snippergroentuintjes hebben we 235 planten- en 154 insectensoorten gevonden. Bijna vierhonderd soorten, die anders niet zouden zijn voorgekomen op deze plekken.

In deze minituintjes in hartje Amsterdam en Den Haag zaten ook acht verschillende bijen (2 procent van de circa 350 soorten in Nederland) en zeventien verschillende zweefvliegen (4,6 procent van de 363 soorten in Nederland). Alles bij elkaar is dus bijna 3 procent van de belangrijke bestuivende soorten te vinden in geveltuintjes die minder dan 0,0000003 procent van oppervlakte van Nederland innemen. Dat is nog eens ecologische impact! Zo’n geveltuintje kan je bovendien maken terwijl je een kopje koffie drinkt met de buren, dus je krijgt er nog sociale verbinding bij ook.

Het is kortom belangrijk dat Nederland niet alleen naar grootschalige natuurprojecten kijkt, maar juist ook naar de kleine vergroeningen die op buurt- en straatniveau plaatsvinden. Het NK Tegelwippen is dan een uitstekende, laagdrempelige manier om bij te dragen aan een groenere, veerkrachtigere toekomst.