Opinie | Een Duitse begrotingsimpuls biedt de EU hoop

Na zijn verkiezingswinst riep Friedrich Merz (CDU/CSU) op tot Europese strategische onafhankelijkheid van de VS, nu diens steun aan Oekraïne en de NAVO wankelt. Om dat te bewerkstelligen greep Merz direct de strikte Duitse schuldenrem aan, ironisch genoeg dezelfde regel die CDU/CSU had gebruikt om de regering-Scholz ten val te brengen. Politiek is hard, maar precies dit medicijn heeft de Duitse en Europese economie nodig. De beoogde hervorming kan Duitsland in staat stellen de komende tien jaar rond de duizend miljard euro te investeren in infrastructuur en defensie.

Het lijstje met economische problemen bij de oosterburen is bekend: hoge energieprijzen, moordende Chinese concurrentie in Duitse kernsectoren en het verval van de marktdynamiek na twintig jaar onderinvestering. De arbeidsmarktflexibilisering van oud-bondskanselier Gerhard Schröder (SDP), de laatste grote hervorming, was twintig jaar geleden.

Maar Duitsland kampt ook met een fundamenteel tekort aan vraag. Het land is de helft van zijn netto auto-export kwijtgeraakt aan China, de fabrieken staan stil, en de werkloosheid is opgelopen tot het niveau van pandemiejaar 2020. Huishoudens en bedrijven potten geld op in plaats van te investeren of consumeren.

Hamvraag

Publieke investeringen en defensie-uitgaven van beide 1 procent van het Duitse bruto binnenlands product (bbp) per jaar liggen nu in het verschiet. De hamvraag: hoeveel van de begrotingsimpuls vertaalt zich naar de economie? Voor een economie die ver onder capaciteit draait, is optimisme realistisch. Het gerenommeerde Kiel Institut für Weltwirtschaft schat in dat het grootste deel van de defensie-uitgaven terugverdiend kan worden, bijvoorbeeld omdat Duitsland als industriële supermacht veel van de benodigde goederen met Europese partners zal produceren.

Kortom, na jaren van stagnatie kan Duitsland weer gaan groeien zonder afhankelijk te zijn van vraag uit de VS of China. Als CDU/CSU en SPD het geld goed inzetten zullen private investeringen volgen en kan het zelfs meer opleveren.


Lees ook

Het is wennen in Brussel: het conservatieve Duitsland is in beweging. En Europa beweegt mee

Aanstaand bondskanselier Friedrich Merz (links) ontmoette deze week Antonio Costa, de voorzitter van de Europese Raad in Brussel voorafgaande aan een EU-top over herbewapening en de oorlog in Oekraïne.

Ook Nederland profiteert. De afgelopen jaren richtte onze economie zich steeds meer op handel met Oost-Europa en de rest van de wereld, maar de banden met Duitsland blijven diepgeworteld. Precies op het moment dat Trumps aangekondigde importtarieven op Europese goederen de havens van Rotterdam en de Nederlandse economie dreigen te raken, komt Duitsland met een groeibeleid dat nieuwe kansen biedt.

De obligatiemarkten tonen terecht vertrouwen in Duitsland. De rente op 10-jarige staatsobligaties heeft zich de afgelopen twee jaar binnen een bandbreedte van 2-3 procent bewogen en staat nu op 2,9 procent, binnen die bandbreedte. Langetermijnrentes stegen relatief meer in reactie op de aankondiging, samen met de wisselkoers van de euro en de Duitse aandelenmarkt, terwijl de Duitse credit default swaps (een verhandelbare verzekering tegen kredietuitval) stabiel bleven. Dit is geen markt die zich zorgen maakt over de Duitse leencapaciteit, maar een markt die optimistischer wordt over de groei.

Er is echter nog veel werk aan de winkel voor een nieuwe Duitse regering. Ten eerste, om het geld goed uit te geven. Duitse experts schreven alvast een heldere boodschappenlijst voor een moderne defensie-industrie, sterk gericht op drones en geavanceerde technologie. Ons jarenlange geslof op defensie-uitgaven heeft onverwacht een voordeel: Europa kan in één keer de sprong maken naar de technologische frontier, zonder vast te zitten aan verouderde systemen.

Ten tweede zal onder Duitse leiding Europa moeten overgaan op de productie van gestandaardiseerde militaire uitrusting om de productiekosten te verlagen en dure duplicatie te vermijden. Er zijn twee manieren om dit te doen zodat andere EU-landen profiteren. De ene is door te vertrouwen op nationale specialisaties: Frankrijk doet vliegtuigbouw, Duitsland de tanks, Nederland de radars. Een andere aanpak is om de buit te verdelen door van de grootste defensiefabrikanten in de EU te eisen dat ze hun fabrieken over het hele continent verspreiden, net zoals Airbus dat doet.

Het terugdraaien van het klimaatbeleid onder het mom van deregulering is minder verstandig

Ten derde zal een nieuwe Duitse regering de uitgaven aan hervormingen moeten koppelen. De grote les van Bidenomics in de VS was immers dat een stimulus alleen werkt als tegelijk aanbodknelpunten worden aangepakt, om inflatie te voorkomen. De bureaucratie afbouwen – een favoriet doelwit van Merz – is dus inderdaad belangrijk om markten flexibel te laten opereren.

Wederopleving

Het terugdraaien van het klimaatbeleid onder het mom van deregulering is minder verstandig. Toeleveringsketens voor groene industrie zijn ook relevant voor defensie: batterijen zijn cruciaal voor de productie van drones, terwijl gespecialiseerde magneten een rol spelen in zowel windturbines als radarsystemen. De export van schone technologie is nu al goed voor 4 procent van het Duitse bbp, een cijfer dat door geen enkel ander G7-land of zelfs China wordt geëvenaard. Alleen duurzame energie en efficiënter gebruik daarvan bieden Europa, een continent met nauwelijks fossiele brandstoffen, uitzicht op een gelijker speelveld met de VS en China. De Groenen houden het CDU- en SPD-voorstel nog tegen en eisen terecht dat de vrijgekomen begrotingsruimte wordt ingezet voor meer toekomstgerichte investeringen.

Duitsland heeft dankzij een hervorming van de schuldenrem nu de kans om te investeren in een moderne defensie én industrie. Een wederopleving van Duitslands economie en industriële capaciteit zal Europa’s snelle herbewapening ondersteunen en in staat stellen om Oekraïne te helpen. Als Berlijn het slim speelt, kan deze begrotingsimpuls dus niet alleen groei brengen, maar ook Europa’s strategische positie versterken.