N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In de nacht van 21 september 2022 stappen achttien mannen, vrouwen en kinderen in de Zuid-Tunesische havenstad Zarzis op een boot in de hoop Europa te bereiken. Al snel verliest hun familie contact. Zijn ze door de Libische kustwacht onderschept en zitten ze nu Libië vast? Of is er iets anders gebeurd?
Twee weken later wordt het lichaam van Mona en haar acht maanden oude dochter op een strand op het eiland Djerba, in de buurt van Zarzis, gevonden. Mona heeft herhaaldelijk geprobeerd een visum te krijgen om zich bij haar man te voegen die legaal in Italië woont, maar zonder succes. Hoewel de ouders van de vermisten alarm sloegen, heeft de lokale overheid niets gedaan en is er niet naar de lichamen gezocht. Later blijkt een aantal lichamen gevonden en zonder enig forensisch onderzoek snel begraven te zijn.
De vraag ‘waar zijn onze kinderen?’ wordt luider. In Zarzis zwellen de protesten in oktober aan, met grote demonstraties die het probleem van ‘gedwongen migratie’ aan de orde stellen: mensen houden hun geliefden liever in Tunesië, maar nemen daarentegen, door gebrek aan perspectief, de dood op de koop toe. Ze roepen hun overheid ter verantwoording voor de sociaal-economische situatie en vragen om diens morele verantwoordelijkheid om de doden thuis te brengen. Als de lokale noch de nationale politiek thuis geeft, bezetten ouders geholpen door de vakbonden en de vissersorganisatie, de haven van Zarzis. Ze stoppen de stroom van goederen die Europa begeert, de olie en zout die de EU-grenzen zo veel makkelijker passeren dan hun kinderen.
Waterbedeffect
Mensen sterven niet door migratie, maar door dodelijke grenzen. Mona en haar dochtertje hadden recht op een visum maar dat werd hen herhaaldelijk geweigerd. Toen in 2011 de wereld betoverd raakte door de opstanden in de Arabische wereld, was de reactie van Europa resoluut: grenzen dicht. Miljarden werden gestopt in het militariseren van de grens, bijvoorbeeld in het verder optuigen van Frontex, of de Turkije-deal van 2016 om de Syrische vluchtelingen in een veilig derde land (lees: buiten de grenzen van Europa) te houden. Het leeuwendeel van de vluchtelingen (meer dan 85 procent) komt niet naar Europa, maar zit in kampen in het mondiale Zuiden.
Intussen zou het iedereen duidelijk moeten zijn dat er geen migratiecrisis is, maar dat we te maken hebben met een chronische situatie: geconfronteerd met onleefbare situaties en uitzichtloosheid raken steeds meer mensen op drift.
Dit kortetermijnbeleid is gericht op de publieke opinie in Europese landen en de achterban van Europese politici
De Tunesië-deal van ‘Team Europa’ volgt het bekende stramien. Het versterken van de Tunesische politie en kustwacht moet helpen migranten tegen te houden of zelfs terug te dringen. We weten hoe deze praktijk de rechten van vluchtelingen uitholt. Meer in het algemeen, door vergelijkbare afspraken met Libië, heeft de migratieroute zich intussen naar Tunesië als doorreisland verplaatst. Net als bij de Turkije-deal van 2016 moet Tunesië als ‘veilig derde land’ helpen de ongewenste migranten buiten Europa te houden, of conform het recente Europees emigratieverdrag zelfs weer terug te sturen naar Tunesië als het land van vertrek. Terwijl Tunesië sinds 2016 juridisch als ‘veilig derde land’ te boek staat, moet de recente golf van racisme en geweld tegen zwarte migranten te denken geven over deze plannen.
De kans op een waterbedeffect is groot: de deal tussen Italië en Libië heeft zoals bekend gewelddadig en crimineel gedrag van de Libische kustwacht in de hand gewerkt. Met aanhoudend geweld tegen migranten in Libië werd de migratie niet verminderd maar slechts verplaatst. Het verhogen van de druk in Tunesië is een herhaling van zetten en zal mensen niet stoppen om te vertrekken. Ze zullen alleen een nieuwe route kiezen.
Quick fix
De Tunesië-deal wordt steeds vergeleken met de Turkije-deal. Maar die vergelijking gaat niet helemaal op. Waar Turkije een sterk overheidsapparaat had en heeft, zijn de instituties, de infrastructuren en de publieke sector van Tunesië in het afgelopen decennium uitgehold. Publieke voorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg die een hoge kwaliteit hadden, zijn nu in deplorabele staat. Noodzakelijke basisvoorzieningen zoals water en elektriciteit zijn overgedragen aan het Wilde Westen van de vrije markt, met schaarste en onbetaalbare prijzen tot gevolg. Tegelijkertijd verpaupert de vitale infrastructuur. Straten die overstromen met drinkwater bij aanhoudende waterschaarste zijn aan de orde van de dag omdat de leidingen steeds weer knappen. En ook de voedselvoorziening is al langdurig in gevaar met een inflatie van meer dan 10 procent en lege schappen als dagelijkse praktijk. De economie staat op instorten.
Lees ook dit artikel uit 2019 van Amade M’charek: De lijken blijven op de kusten aanspoelen
Het is in dit licht begrijpelijk dat de huidige Tunesische president Kais Saied niet akkoord wil gaan met de eisen van het IMF van meer marktwerking en bezuinigingen op de publieke sector. De markt werkt niet. Er is juist méér inzet nodig om de publieke sector te verbeteren, zowel materieel als moreel. Het idee van burgerschap als ook het vertrouwen in instituties is ver te zoeken. In dit licht is de financiële steun van Team Europa een welkom gebaar. Maar de quick fix van de Tunesië-deal legt het gebrek aan interesse, inzicht en inzet van Europa bloot. De reactie op de ontkiemende democratie was niet steun maar border management. Ook nu draait de steun voor Tunesië vooral om acuut border management. Dit kortetermijnbeleid is gericht op de publieke opinie in Europese landen en de achterban van Europese politici en heeft interesse noch oog voor oorzaken en verbetering van de situatie in Tunesië of elders in de wereld. Terwijl de zoveelste gekapseisde vissersboot met honderden doden het nieuws haalt en de duizenden drenkelingen in de kleinere bootjes niet, zouden wij ons eindelijk moeten realiseren dat migratie, net als het klimaat, een integraal vraagstuk en een collectieve verantwoordelijkheid is. Hierbij komt het Westen een bijzondere rol toe, gegeven onze bijdrage aan vervuiling, conflicten en extractieve praktijken in het mondiale Zuiden. In plaats van de brandjes-blus-politiek is het tijd voor een internationale structurele en humane aanpak die aan de oorzaken van migratie iets verandert.