Toen ik eindelijk kon fietsen, mocht ik met haar mee. Elke zondagochtend, voordat de rest van de Achterhoek ontwaakte, fietste ik met mijn moeder mee tussen de met dauw bedekte weilanden door. Over smalle kerkenpaden, met af en toe in de verte een ree. Zij rende en trainde, maar dat had ik niet door. Ik slingerde op de fiets naast haar, soms druk pratend, soms wegdromend.
Het concept van een marathon was me toen nog totaal onbekend. En hoewel hardlopen altijd deel van mijn leven is geweest, ik liep altijd korte afstanden, zwoer ik later tegenover mijn vriendinnetjes dat ik ‘nooit of te nimmer’ een marathon zou lopen, zoals mijn moeder deed. Lange afstanden? Sáái, eentonig en onbegrijpelijk. Mijn moeder dacht daar duidelijk anders over. Ze rende marathons alsof het erbij hoorde, bij het leven. Toen ze onverwacht zwanger bleek van mij, zegde ze de marathon een week voor aanvang af, om hem vijf maanden na mijn geboorte alsnog te voltooien. In ons dorp vonden mensen haar verslaafd aan de sport, te dun, en ze liep te vaak en te snel voor een vrouw.
Massafenomeen
Nu, bijna dertig jaar later zal ik dit weekend aan de start van mijn eerste marathon staan, samen met haar. Jarenlang keek ik toe zonder echt te begrijpen waarom ze bleef rennen. Maar door mijn eigen trainingen ben ik gaan inzien wat haar altijd dreef. Er is iets in de repetitieve cadans van elke stap, elke ademhaling, dat rust brengt. Wat ik ooit zag als saaie eentonigheid, is in werkelijkheid een manier om te ontsnappen aan het clichématig overvolle millennial-leven.
Ik ben dan ook niet de enige die overstag is gegaan. Hardlopen is tegenwoordig een massafenomeen. De Volkskrant schreef onlangs dat marathons in enkele uren zijn uitverkocht en dat evenementen zoals de Dam tot Damloop nu zoveel plezierlopers aantrekken dat de prestatielopers er hun geduld bij verliezen. Er is frictie tussen de lopers die voor een topijd gaan en degenen die selfies maken en puur voor de ervaring lopen – of er, zoals ik, meteen een stukje over schrijven.
Deelname van vrouwen werd gezien als een daad van verzet
Deze transformatie in de hardloopwereld is niet beperkt tot Nederland, want zoals The New York Times onlangs opmerkte, is de populariteit van de marathon wereldwijd geëxplodeerd. Wat ooit een niche sport voor fanatieke atleten was, is nu een evenement waar iedereen aan kan meedoen, ongeacht leeftijd of ervaring. Het is „everyman’s Everest,” zoals marathonexpert David Monti het verwoordde in het eerder genoemde artikel van The New York Times
En dat is bijzonder, want het idee dat ‘iedereen’ mee kan doen, was tot 1972 ondenkbaar. Vrouwen mochten pas officieel meedoen in de jaren ’70, nadat pioniers zoals Roberta „Bobbi” Gibb en Kathrine Switzer tegen de regels in deelnamen en hun stempel drukten op de sport. Men vreesde dat hun baarmoeders eruit zouden vallen. Deelname van deze vrouwen werd gezien als een daad van verzet, tegen een wereld die dacht dat zij fysiek niet in staat zouden zijn om een marathon te lopen.
Dat is ook terug te zien in de tijden. De Keniaanse hardloopster Ruth Chepngetich heeft zondag in Chicago het wereldrecord op de marathon verpulverd, en liep als eerste vrouw een marathon onder de 2:10. Vrouwen hebben de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt in de marathonwereld, mede dankzij emancipatie, betere trainingsmethoden en technologische innovaties zoals verbeterd schoeisel en nieuwe sportdrankjes. Topatleten zoals Tigst Assefa hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt, wat het gat tussen de wereldrecords van mannen en vrouwen verkleint. Er wordt voorspeld dat vrouwen in de toekomst misschien zelfs net zo snel als mannen kunnen lopen.
Lees ook
Waarom vrouwen bij ultraraces vaker mannen verslaan
Samen met 44.998 anderen
Nu de democratisering van de sport verder is doorgezet, en er naast mannen, vrouwen en toplopers ook plezierlopers mee mogen lopen, is er één constante gebleven: de marathon blijft een test van doorzettingsvermogen en mentale kracht. Voor mijn moeder was het altijd de kern van wat hardlopen betekende: doorzetten, focussen, volhouden.
Dit jaar staan we dus samen aan de start van de Amsterdam Marathon, die dit weekend zal plaatsvinden. Mijn moeder en ik, met 44.998 anderen. Voor haar is het misschien wel de laatste – al roept ze dat al jaren – voor mij is het in ieder geval de eerste. Ik ben al weken zenuwachig, zij heeft er enorm veel zin in.
Zoals de New York Times opmerkte: „Most people will never play soccer with Lionel Messi or tennis with Coco Gauff. But in a marathon, everyone runs the same course, on the same day.” En dat betekent mannen, vrouwen, bucketlistgangers en toprenners. Iedereen heeft zondag aan de start z’n eigen doel, zo ook wij. Zij hoopt dat ze mij de eerste 20 kilometer bij kan houden, ik hoop dat ik begrijp waarom mijn moeder ’m keer op keer bleef rennen.
Lees ook
Gentrificatie treft ook de hardloopevenementen