Het is een mooie, zonnige lentedag, als ik met mijn toen tienjarige dochter door Borne loop.
Ik wijs naar een voorbijrijdende cabriolet met een ingeklapt dakje en zeg: „Kijk eens Pien, rijden met de wind door het haar: dat vinden sommige mensen fijn.”
Ze knikt instemmend. Vijf minuten later komt er weer één voorbij.
Als kort daarna een derde cabriolet ons passeert, concludeert ze droogjes: „Wel veel daklozen hier.”
Robert Peij
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Hadi Matar, die in augustus 2022 een aanslag plaagde op de schrijver Salman Rushdie door hem aan te vallen met vijftien messteken, is schuldig bevonden aan poging tot moord. In een proces dat op 10 februari van start was gegaan, verklaarde de jury hem niet alleen schuldig aan een poging tot moord op Rushdie, maar ook schuldig aan de aanval op Henry Reese, de man die Rushdie ten tijde van de aanval interviewde. Sinds de aanval is Rushdie blind aan één oog en kan hij een van zijn handen niet meer goed gebruiken.
Tijdens het hele proces heeft Matar niets gezegd, alleen riep hij volgens The New York Times bij het binnenkomen en het verlaten van de rechtszaal „Free Palestine”. De advocaten van Matar riepen geen getuigen op, waardoor vanuit Matar de motivatie voor zijn daad niet aan bod kwam. Wel gaf hij in 2022 een interview aan de New York Post waarin hij stelde dat wat hem betreft Rushdie geen „goed mens” was: „Ik mag hem niet. Hij is iemand die de islam heeft aangevallen”. Hij vertelde in dat interview ook dat hij verbaasd was dat de schrijver de aanslag had overleefd.
De aanslag van Matar was de tweede op Rushdie, wiens leven sinds 1989 in het teken van de fatwa staat die de Iraanse leider Ayatollah Khomeini in dat jaar uitsprak. Aanleiding voor Khomeini’s oproep tot het vermoorden van Rushdie was de roman De duivelsverzen (The Satanic Verses, 1988), die blasfemisch zou zijn. Sinds die banvloek van de toenmalige Iraanse leider zijn er 59 mensen omgekomen, zowel bij gewelddadige demonstraties tegen De duivelsverzen als door moordaanslagen op vertalers en uitgevers van de roman. Rushdie leeft sindsdien onder strenge beveiliging, die de laatste jaren, nadat hij naar de Verenigde Staten was verhuisd, iets minder streng werd. Na jaren in safe houses kon Rushdie af en toe weer in het openbaar worden geïnterviewd.
Getuigenis Rushdie
Een dag na de aanvang van het proces getuigde Rushdie op 11 februari zelf wel in de zaak. Hij vertelde dat de pijn immens was geweest, vooral de messteek in zijn oog, en dat hij het gevoel had gehad dood te bloeden. Ook herinnerde hij zich de ogen van de aanvaller nog: „Ik was getroffen door zijn ogen. Ze waren donker en woest.”
Rushdie wees aan waar hij was gestoken, toonde de verslechterde beweging van zijn linkerhand en deed de bril af – waarvan één glas is afgeplakt – opdat de jury kon zien wat er nog van het oog over was. „Tijdens de aanval merkte ik hoeveel bloed er vloeide en was ik ervan overtuigd dat ik zou sterven.” Sinds de aanval heeft hij minder energie en is hij lichamelijk minder sterk, zei Rushdie.
NRC vertelde Rushdie over de aanslag: „Als je zo dicht bij de dood komt, echt zo’n nauwe kennismaking hebt met de dood die pal voor je neus staat, dan verdwijnt die ervaring niet, ook al herstel je. Er blijft een soort schaduw over je heen hangen, en daar moet ik mee leren leven. We weten allemaal dat we doodgaan, maar ik had echt een enorm onprettige preview in close-up.”
De verdediging van Matar vroeg Rushdie nog wel of hij zich door de traumatische gebeurtenis wellicht niet alles meer goed herinnerde. Rushdie ‘bekende’ dat hij wel enkele herinneringen had die niet klopten, zoals: „when I saw the attacker, I stood up to face him.”
Ook voerde de verdediging aan dat het niet te bewijzen is dat Matar de intentie had Rushdie te vermoorden, omdat hij de auteur niet in hart en longen had gestoken. Deze claim werd weerlegd door artsen die uitlegden dat als je 15 keer op iemand insteekt de kans groot is dat diegene dat niet overleeft.
Geen oogcontact
Tijdens het hele proces heeft Matar geen oogcontact gehad met Rushdie, en ook het vonnis onderging hij met gebogen hoofd. Het ‘gesprek’ tussen de twee blijft dus bij de vier fictieve gesprekken die Rushdie in zijn hoofd voerde en opnam in de memoires Mes die hij schreef over de aanslag. Matar is in die memoires ook een man van weinig woorden, maar op een gegeven moment legt hij uit hoe hij Rushdie ziet: „Je wordt gehaat door twee miljard mensen. Dat is het enige dat je hoeft te weten. Je moet je een worm voelen. Om platgetrapt te worden onder onze hak.”
Op 23 april wordt bepaald hoe hoog de straf zal zijn. Volgens The New York Times kan Matar een gevangenisstraf van 32 jaar krijgen, daarnaast is hij ook aangeklaagd voor terrorisme.
Een veiligheidsconferentie in München, een noodtop in Parijs en Amerikaanse ministers in gesprek met hun Russische collega’s in Riyad: de pro-Russische positie die de Amerikaanse president Trump inneemt zetten de geopolitieke situatie op scherp.
In deze aflevering van Haagse Zaken hoor je van Pim van den Dool, Rik Rutten en Steven Derix over het nieuwe geopolitieke tijdperk. Want met de nieuwe koers van Trump moet Europa leren op eigen benen te staan en dat houdt ook Den Haag bezig. Wat betekenen deze veranderingen voor de veiligheid in en buiten Nederland en de EU?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
Nederland is een nieuwe insectensoort rijker: de Europese bidsprinkhaan. Redacteur Harold Timans raakte erdoor gefascineerd en ging naar de Limburgse heide om het bijzondere beestje te zoeken. Wat doet dit insect plots in Nederland? En waarom is dit niet de enige nieuwkomer?
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].