‘Beperk en versterk”, „meer Nederland, minder EU”, „een focus op kerntaken”. Op 6 juni mogen we als Nederlanders ons bij de stembus uitspreken over de koers van de Europese Unie. Traditioneel zal in de debatten en media-optredens in de weken daaraan voorafgaand de nadruk vooral worden gelegd op de vraag of er meer ‘macht’ naar Brussel moet, of dat we alleen ‘kerntaken’ als economie en handel aan de Europese bureaucraten moeten laten.
In die discussies wordt er – met name op de rechterflank – doorgaans met allerlei fictieve voorbeelden en schijntegenstellingen gewapperd om de kiezer ervan te overtuigen dat de Europese Unie een soort onverzadigbaar autonoom monster is dat naar believen regelgeving rond de kromheid van bananen, garanties op stofzuigers en etikettering van olijfolieflesjes uitschrijft. Europa, hou je bij je leest! Te weten: handelsbarrières slechten – zodat we als Europeanen geld kunnen verdienen aan elkaar.
Eurorealistisch
Op deze manier hebben met name de liberalen, maar ook de christendemocraten, jarenlang het verhaal kunnen ophangen dat ze een soort constructief-kritische houding hebben ten aanzien van de Europese Unie. Eurorealistisch, bestempelde de VVD dat zelf. Terwijl de waarheid is dat juist het continue streven van deze partij naar het gelijkstellen (‘harmoniseren’) van regels op Europees niveau ten bate van soepele handel – bijvoorbeeld als het gaat om voedselstandaarden en productgaranties – dé grote aanjager is van méér Brussel.
Lees ook
In Nederland voelt Brussel als ver weg – dat is riskant
Wat de ‘eurorealisten’ dan ook eigenlijk bedoelen wanneer ze hun kritische toon aanslaan, is dat ze willen dat de industrie alleen de lusten geniet van internationaal ondernemerschap, terwijl de lasten worden afgewenteld op de maatschappij. Denk aan het taboe op een Europees gelijkgestelde winstbelasting. Of de moeizame strijd om voor werknemers rechten op te tuigen waar ze overal in Europa beroep op kunnen doen. Dat soort Brusselse bemoeienis moeten we toch niet willen, heet het dan.
‘Globalisation on speed’
Het gevolg van dit decennialange beleid is dat bedrijven zich inmiddels overal vestigen, al shoppend naar de gunstigste nationale arbeidsvoorwaarden en laagste belastingtarieven. EU-landen zijn hierdoor zelfs tegen elkaar op gaan bieden in de afbraak van werknemersrechten en bedrijfsbelastingen, in een wanhopige poging hun concurrentiepositie op peil te houden. Binnen de Europese Unie vindt kortom, in de woorden van de Gentse hoogleraar Ferdi De Ville, een soort globalisation on speed plaats, een neoliberale droom waarvan vooral de onderkant van de arbeidsmarkt de pineut is.
Lees ook
De burger heeft na dit coalitieakkoord weinig te zeggen
En zo zijn er meer misleidende narratieven in zwang. Steevast onder het mom van ‘behoud van soevereiniteit’ worden allerlei ontwikkelingen tegengehouden – of slechts met grote vertraging doorgevoerd – die voor scheve situaties zorgen. Dat zagen we met de invoering van de euro, toen lang werd geprobeerd de illusie in stand te houden dat het mogelijk is om met heel veel verschillende landen één munt te voeren zonder ook een meer gestroomlijnde economische politiek uit te zetten. Of denk aan de tegenstand die onder meer Nederland bood tegen de komst van een Europees Openbaar Ministerie, vanuit het waandenkbeeld dat je in heel Europa miljardenfondsen kunt uitdelen zonder tegelijkertijd een centrale en onafhankelijke, opsporende en handhavende instantie op te tuigen die fraude en corruptie met EU-geld doortastend aanpakt.
Lees ook
De EU heeft Von der Leyen nodig
En natuurlijk is het nog altijd uit den boze om te suggereren dat er meer ambtenaren in Brussel moeten worden aangesteld om alle taken die inmiddels door de lidstaten (ja, ook door Nederland) bij de Europese Unie over de schutting zijn gegooid, goed te kunnen uitvoeren. Met als gevolg dat een weliswaar goedbetaald, maar relatief klein en overwerkt ambtenarenapparaat zwaar leunt op welwillende lobbyisten, ingehuurde professionals en maatschappelijke organisaties voor advies en uitvoering van Europees beleid.
Gevaarlijke cocktail
Maar niet eerder dreigde er een scheefgroei die zo schrijnend is als die er nu in het verschiet ligt. Dat heeft met twee belangrijke Europese trends te maken, die samen een gevaarlijke cocktail vormen. Allereerst heeft onder Commissievoorzitter Ursula von der Leyen ‘Brussel’ meer het initiatief naar zich toegetrokken. Ze trad voortvarend op in de aanpak van de coronacrisis en reageerde kordaat op de inval van Rusland in Oekraïne. Bovendien heeft ze een geopolitieke koers ingezet waarbinnen ook plannen worden ontwikkeld om een defensie-strategie verder uit te bouwen en de Europese Unie met meer lidstaten uit te breiden.
Tegelijkertijd zijn onder haar voorzitterschap de controlemechanismen die de Europese Unie democratisch gezond moeten houden over de hele linie amper verbeterd of zelfs verder onder druk komen te staan. Daarvan zijn voorbeelden te over. Dat gaat van het buitenspel zetten van het Europees Parlement bij het sluiten van migratiedeals met Noord-Afrikaanse landen, tot het pertinent weigeren van openbaarmaking van belangrijke documenten, zoals de afspraken die per sms tussen Von der Leyen en Pfizer-baas Albert Bourla zijn gesloten over de levering van 1,8 miljard Covid-vaccins.
Pottenkijkers
Het resultaat is een groeiende kloof tussen de macht en de mate waarin daarop controle kan worden uitgeoefend. Zoals ook de Europese Ombudsman Emily O’Reilly eerder dit voorjaar zei: „De EU is ingrijpend veranderd in reikwijdte en macht […], terwijl de mogelijkheid van burgers om te weten wat er gaande is en daarop invloed uit te oefenen niet is verbeterd. Hierdoor ontstaat een gat op het gebied van verantwoording.”
Helaas ontbreekt het in het Europees Parlement momenteel nog aan voldoende bewustwording hierover, laat staan over wat de consequenties kunnen zijn op de lange termijn. Integendeel, keer op keer weet een meerderheid van met name christendemocraten en rechtsconservatieven pogingen om de democratische fundamenten te versterken te blokkeren of sterk af te zwakken. Pottenkijkers? Toezichthouders? Nee, dank u vriendelijk, blijkt het devies.
Maar het is een misverstand om te denken dat wat er in Hongarije, Slowakije en andere EU-lidstaten gebeurt, niet ook op EU-niveau kan gebeuren. Naarmate er in het Europees Parlement en in de Europese Raad meer politici komen die een broertje dood hebben aan de rechtsstaat, kunnen ook in Brussel waakhonden zoals volksvertegenwoordigers en ambtelijke toezichthouders stapsgewijs van hun bijtkracht worden ontdaan tot er weinig meer van overblijft dan tamme schoothondjes.
Misschien wel de meest cruciale taak in dit alles is weggelegd voor de journalistiek. Zolang media over de hele linie onvoldoende de Europese Unie erkennen als hét machtsbolwerk dat het verdient goed gecontroleerd te worden, is er ook amper druk op Europese politici en beleidsmakers om ervoor te zorgen dat de Europese democratische rechtsstaat stevig in zijn schoenen staat. Bovendien blijven politici dan wegkomen met misleidende praatjes over meer of minder Europa, die geen recht doen aan de werkelijke uitdagingen van de bijna 450 miljoen burgers van de Europese Unie.
Het is daarom hoog tijd dat de media hun democratische verantwoordelijkheid oppakken en werk maken van sterke Europese journalistiek. Dat dit een gevecht is tegen de klippen op, zal niemand ontkennen. Maar zoals Bureau Brussel van Follow the Money laat zien zijn er ook kansen, zoals op het gebied van samenwerking met andere Europese mediaplatforms: hierdoor kunnen we beter onderzoek doen en meer impact maken. Hoe het ook zij, dat ‘het moeilijk is’ mag geen excuus zijn om het bijltje erbij neer te gooien.
Voor de Europese verkiezingen die eraan komen, is het nu vooral zaak dat naast onderwerpen als migratie, klimaat, defensie enzovoort, óók versterking van de Europese democratische rechtsstaat hoog op de agenda komt te staan. Omdat nu eenmaal geen van die andere zaken goed kan worden geregeld, als er geen gezonde controle tegenover staat.