Opinie | Al het dividend is al uitgekeerd

Onlangs sprak ik met studenten over economische oplossingen voor milieuproblemen. Mijn vooruitgangsgeloof botste met hun vrees voor verslechtering. Is mijn perspectief misschien gekleurd doordat mijn generatie veel economische meewind heeft gehad? Die is voor de studenten van nu weggevallen, omdat veel dividend de afgelopen decennia al is uitgekeerd. Dat geldt niet alleen voor het milieudividend, dat we onszelf uitkeerden door niet de volledige kosten van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen te betalen.

Er zijn nog meer dividenden die nu op zijn. Het eerste is het demografisch dividend. Door vergrijzing neemt het aandeel van de beroepsbevolking sinds de eeuwwisseling af en daarmee ook het groeivermogen van de economie. De komende twintig jaar stijgen door vergrijzing bovendien de uitgaven aan AOW en zorg en die verdringen de uitgaven aan onderwijs en klimaatbeleid.

Het tweede is het vredesdividend, dat vanaf de val van de Muur tot heel recent is uitgekeerd. Pas sinds vorig jaar voldoen de defensie-uitgaven van Nederland aan de afgesproken norm van 2 procent van het nationaal inkomen. Daardoor heeft Nederland net als veel NAVO-lidstaten miljarden uitgespaard. De Volkskrant berekende dat Nederland alleen al tussen 2006 en 2024 ruim 100 miljard euro bespaarde door niet aan de norm te voldoen. En dit is nog buiten de onderbesteding aan defensie tussen 1990 en 2005 gerekend.

Het derde dividend kwam uit de Groningse gasvelden. In 1959 werd het eerste veld ontdekt in Slochteren. De aardgasbaten waren belangrijk voor de naoorlogse ontwikkeling en opbouw van de Nederlandse welvaartsstaat. Het CBS berekende dat tussen 1959 en 2018 bijna 417 miljard euro aan gasbaten naar de schatkist vloeide. Omdat de gaswinning in Groningen doorging tot oktober 2024, liggen de werkelijke opbrengsten nog veel hoger.

Grip op leven

Dan ten vierde het mondialiseringsdividend. Vrijhandel heeft ons, en zeker Nederland met een kleine thuismarkt, veel welvaart gebracht, al kon de verdeling daarvan beter. Die welvaart staat onder druk sinds de financiële crisis, toen de groei van de wereldhandel in goederen afnam. Die afname zette door tijdens de pandemie, en ook de recent door Amerika gestarte handelsoorlog zal ten koste gaan van internationale specialisatie.

Na het gesprek met de studenten realiseerde ik me dat de generaties die de economische meewind missen, anders denken over oplossingen voor economische problemen. Er is minder ruimte voor rationaliteit. Niet langer worden besluiten overwegend genomen op basis van een doordachte en consistente redenering en afweging van feiten. Besluiten worden meer beïnvloed door emoties of onlogische argumenten.


Lees ook

Mijn toekomst staat niet in de Voorjaarsnota

Foto Kim van Dam/ ANP

Uitkering van de dividenden voedde de breed in de samenleving levende overtuiging dat we er elk jaar wat op vooruit zouden gaan, in inkomen, voorzieningen of levensverwachting. Tegenover deze rising expectations staat de fear of falling. Mensen zijn bezorgd om hun huidige levensstandaard, status, of economische zekerheid te verliezen.

De vrees om op de sociaal-economische ladder te dalen, maakt dat we kansenongelijkheid veel harder moeten bestrijden. Niet omdat het wegvallen van meewind automatisch betekent dat er tegenwind komt. Wel omdat investeren in het vermogen om met minder meewind of misschien toch tegenwind om te gaan, bijdraagt aan het gevoel grip op het leven te hebben. Daarbij gaat het niet primair om inkomen, maar ook om werkzekerheid, toegankelijke zorg en betaalbare huisvesting.

Faire kans

Gebrek aan huisvesting is het gevolg van een vijfde verdwenen dividend. Laat ik dat het wederopbouwdividend noemen. Na de Tweede Wereldoorlog bouwden we veel woningen. In 1973 piekte de toevoeging aan de woningvoorraad. In dat jaar werden volgens het CBS ruim 142 duizend woningen toegevoegd, zo’n 3,4 procent van de woningvoorraad. Vorig jaar was dat slechts 70 duizend, nog geen 1 procent van de woningvoorraad. Tot 1997 was de woningtoename hoger dan de groei van het aantal huishoudens. Sindsdien is dat omgekeerd, met als gevolg dat starters nu nauwelijks kans maken op de woningmarkt.

Dat is een typisch voorbeeld van kansenongelijkheid tussen insiders en outsiders, zoals die ook op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt of financiële markten speelt. Alleen als we outsiders een faire kans geven, zal die ongelijkheid afnemen. Ja, dat zal ten koste van insiders gaan. Maar dat is niet onredelijk gezien de dividenden waarvan zij vele decennia hebben kunnen profiteren.