OpenAI: van stichting met goede bedoelingen naar techbedrijf gericht op geld verdienen

De eerste alinea van het allereerste bericht dat OpenAI de wereld instuurde, was glashelder over de doelstellingen van het techbedrijf.

„Ons doel is om digitale intelligentie te bevorderen op een manier die het meeste voordeel oplevert voor de mensheid, zonder de noodzaak om winst te maken”, schreven de oprichters in december 2015. „Omdat wij vrij zijn van financiële verplichtingen, kunnen we ons beter richten op een positieve impact op de mensheid.”

OpenAI begon als stichting, zonder winstoogmerk. Een organisatie die was opgericht als een combinatie tussen start-up en wetenschappelijk instituut, met een belangrijke nadruk op het publiceren van academische artikelen. In de ogen van het groepje oprichters – onder wie Tesla-topman Elon Musk en investeerder Peter Thiel – was kunstmatige intelligentie (AI) in potentie te gevaarlijk om snel te ontwikkelen.

Superintelligentie zou volgens de oprichters kunnen leiden tot het verlies van controle, waarbij computers onvoorspelbaar gedrag gaan vertonen en militaire systemen of onze energievoorziening overnemen. Dat kan zelfs leiden tot het einde van de mensheid, iets wat ook huidig OpenAI-topman Sam Altman als een realistisch scenario ziet. Het idee: alleen door ‘veilige’ AI te ontwikkelen, kunnen de grootste doemscenario’s worden voorkomen.

Dat was bijna negen jaar geleden. Nu is OpenAI de snelst groeiende start-up ter wereld en sinds de lancering van chatbot ChatGPT in november 2022 het machtigste AI-bedrijf op aarde. Zakenkrant The Wall Street Journal berichtte woensdag dat OpenAI zich voorbereidt op een nieuwe financieringsronde, die het bedrijf waardeert op 150 miljard dollar (134,5 miljard euro). Geïnteresseerde partijen zijn onder meer Apple, chipmaker Nvidia en MGX, het investeringsfonds van de Verenigde Arabische Emiraten.

De herfinanciering gaat samen met een nieuwe structuur, waarbij OpenAI afscheid neemt van het oorspronkelijke, romantische idee van een stichting zonder winstoogmerk. Volgens persbureau Reuters heeft de oorspronkelijke stichting straks nog maar een minderheidsaandeel in de nieuwe structuur. De rest van de aandelen wordt verdeeld onder huidig aandeelhouder Microsoft, een groepje Silicon Valley-investeerders en de nieuwe aandeelhouders die nu instappen. Ook topman Altman krijgt, voor het eerst, aandelen in zijn bedrijf. Onbekend is hoeveel.


Lees ook

‘Welkom in de AI-bubbel: ‘Deze technologie kan ons het eeuwige leven geven’

Hackers in het AGI House in San Francisco tijdens een hackaton.

‘Normaal’ techbedrijf

OpenAI (circa 2.000 werknemers) is daarmee een ‘normaal’ techbedrijf geworden. Een bedrijf dat onder druk van aandeelhouders geld moet verdienen om de huidige verliezen goed te maken.

En die verliezen zijn enorm: dit jaar 5 miljard dollar op een omzet van zo’n 3,5 miljard dollar. Geld dat vooral op gaat aan kosten voor de huur van datacenters van Microsoft, gevuld met servers met 350.000 peperdure, energieslurpende Nvidia A100-computerchips. De chips zijn nodig om alle beelden, teksten en video’s te genereren waar gebruikers van ChatGPT om vragen. OpenAI betaalt ongeveer 1 euro per uur per server aan Microsoft, wat neerkomt op 4 miljard dollar per jaar.

Het enorme succes van ChatGPT (200 miljoen gebruikers per week) brengt OpenAI in een lastige positie. De chatbot heeft een AI-race op gang gebracht, waarbij alle grote techbedrijven bouwen aan hun eigen AI-systemen die worden getraind met teksten en beelden van het internet. Techgiganten Microsoft, Alphabet, Amazon en Meta steken dit jaar meer dan 100 miljard dollar in AI, vooral om nieuwe datacenters te bouwen. De nieuwe bedrijfsstructuur helpt OpenAI om makkelijker investeerders aan te trekken om zo in de race te kunnen blijven, maar gaat tegelijkertijd lijnrecht in tegen de oorspronkelijke missie.

De verleiding om voor het grote geld te gaan is groot. De AI-modellen die de grote techbedrijven bouwen, gaan – zo is de overtuiging – leiden tot grote veranderingen in vrijwel alle beroepen. Slimmere computers zijn straks in staat mensen steeds meer taken uit handen te nemen. Denk aan AI-systemen die medische scans analyseren, teksten schrijven of chatbots die klanten te woord staan. De grote techbedrijven zien AI daarom als de belangrijkste kans om de komende jaren hun beurskoersen opnieuw te verdubbelen.

Doemscenario voor velen

Voor veel werknemers van OpenAI is de huidige realiteit altijd een doemscenario geweest. Het succes van OpenAI gaat daarom al jaren gepaard met een keiharde interne strijd. Bezorgde wetenschappers staan daarbij lijnrecht tegenover topman Altman, een voormalig techondernemer met een heilig geloof in bedrijven die zo snel mogelijk groeien.

Vorig jaar mislukte een coup van het kamp bezorgde wetenschappers tegen topman Altman, die werd ontslagen door het bestuur maar enkele dagen later alweer terugkeerde. Sindsdien zijn kritische bestuursleden vervangen en heeft met name investeerder Microsoft een grotere rol gekregen binnen het bedrijf.

Veel OpenAI-werknemers van het eerste uur zijn sindsdien vertrokken naar concurrent Antropic, die nog altijd zonder winstoogmerk opereert. Of ze beginnen hun eigen AI-bedrijf, zoals OpenAI’s topwetenschapper Ilya Sutskever, jarenlang een van de grootste tegenstanders van Altmans groeiplannen. Sutskever hoopt met zijn nieuwe bedrijf Safe Superintelligence (SSI) zijn grootste angstbeeld te voorkomen: een wereld zonder mensen, die is volgebouwd met zonnepanelen en datacenters.

Het nieuws over OpenAI’s financieringsronde ging deze week opnieuw gepaard met het vertrek van enkele hooggeplaatste werknemers. Hoofd technologie Mira Murati verlaat het bedrijf, samen met twee wetenschappers: Barret Zoph en Bob McGrew.

„Leiderschapswisselingen zijn een natuurlijk onderdeel van bedrijven, vooral bedrijven die zo snel groeien en zo veeleisend zijn”, schreef Altman woensdag in een bericht aan zijn werknemers. „Ik zal uiteraard niet doen alsof het normaal is dat het zo abrupt gaat. Maar wij zijn geen normaal bedrijf.”