Opeens ligt Tadej Pogacar, de man die vrijwel nooit valt, op de grond bij een vluchtheuvel

Er ligt ineens een renner met een wit tenue op de grond. Snel kijken of hij een gouden helm draagt; nee, het is niet Remco Evenepoel in zijn jongerentrui. Is het dan een renner van Bahrein-Victorious, met hun witte tricots? Ook niet, hun kopman zit niet in het groepje klassementsrenners. Dan blijft er maar een iemand over: het is écht de witte regenboogtrui van Tadej Pogacar die zojuist over het asfalt is geschoven.

Vrijwel nooit valt Pogacar van zijn fiets, maar woensdag gebeurt het toch, in de finale van de elfde etappe van en naar Toulouse. Zijn voorwiel wordt aangetikt als de Noor Tobias Halland Johanessen voor hem langs kruist, in een poging een demarrage voorin de groep te pareren. De Sloveen verliest zijn evenwicht en schuift over zijn linkerzijde onderuit. Bij een vluchtheuvel met verkeerspaaltjes komt hij tot stilstand.

Heel kort lijkt Pogacar nodig te hebben om te beseffen wat er is gebeurd, en dan staat hij snel op. Draait zijn fiets om, bestudeert de schade. Ketting eraf. Even staat hij te rommelen, snel komt er hulp van een materiaalman. Binnen vijftien seconden zit Pogacar weer op de fiets.

De achterstand van de Sloveen op het groepje met Jonas Vingegaard, zijn voornaamste rivaal, is echter opgelopen tot een halve minuut. Wordt hier het algemeen klassement van de Tour op zijn kop gezet? Dat niet, de concurrenten van Pogacar tonen zich sportief en knijpen uit respect in de remmen. Met nog ruim twee kilometer te gaan sluit Pogacar weer aan en gezamenlijk rijden de beste klassementsrenners van deze Tour over de finish.

Turboversnelling

De etappe van en naar Toulouse is er eentje om van op het puntje van je stoel te gaan zitten, zoals er al zoveel etappes zijn geweest deze editie. En opnieuw is Mathieu van der Poel, al ritwinnaar en drager van de gele trui geweest, verantwoordelijk voor het vuurwerk. Met een voor hem typerende turboversnelling op het laatste klimmetje van de dag, terwijl de weg met 18 procent stijgt, knalt hij weg bij zijn medevluchters en gaat hij op jacht naar de twee koplopers.

Jonas Abrahamsen (links) wint de etappe vóór Mauro Schmid, wanneer een demonstrant van de weg wordt gehaald. Foto Sarah Meyssonnier / Reuters

Die moeten met ruim een halve minuut voorsprong nog acht kilometer afleggen, en een ontketende Van der Poel komt tot op acht seconden. Hij kan ze zíén, de Noor Jonas Abrahamsen en de Zwitser Mauro Schmid, maar hij komt er niet bij. Het duo sprint om de dagzege, Abrahamsen wint – nadat een demonstrant met een shirt met het opschrift ‘Israel out of the Tour’ (gericht tegen wielerploeg Israel-Premier Tech) van de weg wordt gehaald. Zeven seconden later rolt Van der Poel over de streep.

Daarachter herhaalt zich het patroon van de afgelopen dagen: Visma-Lease a Bike valt aan, met dit keer Vingegaard en Matteo Jorgenson in de hoofdrollen, en Pogacar verdedigt. Het is opwindend om naar te kijken, maar netto lijkt het niks te veranderen in het algemeen klassement. En dan valt Pogacar.

Serieuze gezichten

Bij de ploegbus van UAE Team Emirates-XRG staan de gezichten na afloop van de etappe serieus. Het pak van Pogacar is kapot, hij heeft schaafwonden op zijn linkerarm en -heup. Zelf zegt de Sloveen dat de schade meevalt. „Ik ben wat huid verloren en ben een beetje gebutst, maar ik heb slechtere dagen meegemaakt.”

Nadat hij gedoucht heeft, wordt hij gecontroleerd op breuken, maar die lijken er niet te zijn. Pogacar hoeft ook niet naar het ziekenhuis.

Het is wel een nieuw barstje in het bastion van zijn ploeg. ’s Ochtends voor de start had Jhonatan Narvaez, de Colombiaanse helper van Pogacar, nog resoluut van de hand gewezen dat zijn ploeg zwakker is dan de Nederlandse ploeg van Vingegaard. „Alle renners hier hebben zich optimaal voorbereid op deze wedstrijd, dus je kunt niet stellen dat zij sterker zijn.”

Bij de finish zijn flinke schaafwonden te zien op de linkerarm van Pogacar. Foto Martin Divisek / EPA

Maar de ploeg uit de Emiraten is al Joao Almeida kwijt, de beoogde meesterknecht van Pogacar in het hooggebergte, nadat hij een rib brak bij een val in de negende etappe. Een andere klimmer van de ploeg die Pogacar moet bijstaan, Pavel Sivakov, was de afgelopen dagen ziek. Nu is ook de kopman, de soms onaantastbaar ogende Pogacar, bont en blauw.

Zijn ploegbaas Mauro Gianetti is geschrokken. „We maakten ons wel even zorgen, want je weet bij een val nooit hoe groot de schade zal zijn. Gelukkig lijkt die mee te vallen, ook al gebeurde het op volle snelheid.” Volgens Gianetti is Pogacar vooral boos over de timing van de val, die plaatsvindt op de dag voordat het peloton de Pyreneeën inrijdt.

Donderdag staat een zware bergetappe op het programma, met de finish op de top van de uiterst steile Hautacam. „We zullen ermee moeten leven”, zegt Gianetti berustend. Voor Pogacar is het kijken hoe hij herstelt gedurende de nacht. „De dag na een val ben je nooit op je best”, zei de Sloveen. „Maar ik ga morgen mijn uiterste best doen.”