Opeens heeft de supermarkt geen lange kroepoek meer

De liefhebber van lange plakken kroepoek had in Nederland decennialang niets te klagen. Toko’s en Chinees-Indische specialiteitenrestaurants bakten ze vers in eigen keuken; in supermarkten lagen de voorverpakte plakken in het schap met een zelfde vanzelfsprekendheid als kroketten in het vriesvak. Lange kroepoek, kan je wel zeggen, was in overvloed beschikbaar.

Maar afgelopen zomer raakte het schap leeg, en vervolgens kwam er een ander product te liggen. De lange kroepoek was gewist alsof-ie nooit had bestaan en nooit meer zóú bestaan. Alle andere kroepoekvarianten lagen er nog wel – de chipjes, de gekruide, de vegaversie van cassave.

Het gebeurde plotseling en resoluut. Of het nu Unilever-merk Conimex betrof of de huismerken van Albert Heijn, Plus en Jumbo: ineens waren hun lange kroepoekplakken weg. Waarbij een Jumbo-woordvoerder tevreden opmerkte dat hún plakken nog „relatief lang beschikbaar” waren.

Liniaallengte

Wat is er aan de hand? Is de mondiale kroepoekmarkt verstoord, met de lange plak als onschuldig slachtoffer? Of speelt er iets anders?

Krupuk is een Aziatische uitvinding van zeker zo’n duizend jaar oud, maar het waren de Nederlanders die er plakken met liniaallengte van maakten. Vaststaat ook dat Nederlanders de kroepoek vanaf de negentiende eeuw uit Indië mee terugbrachten. In sommige landen heeft de snack de vorm van een forse cracker, maar nergens is kroepoek zo lang als in Nederland.

De productie ervan begint met een Indonesische garnalenboer, die de witte garnaal met een net uit de Javazee ophaalt of met een grote mand uit een vijver schept. Op een goede dag gaat het al gauw om zo’n vijf kilo. In Indonesië zijn hiervoor tal van ‘boerderijen’, met vijvers soms zo groot als voetbalvelden. Van de wereldproductie van witte garnalen komt 12 procent uit Indonesië. Gevangen garnalen worden in emmers gemengd met onder meer tapiocabloem, zonnebloemolie, suiker en zout. Dit dikke deeg wordt uitgerold tot dunne vellen: het halffabrikaat.

Die fragiele, rechthoekige vellen worden in Nederland onder meer geïmporteerd door Polak en Co., een Rotterdamse handelsonderneming, die ze verkoopt aan toko’s en restaurants. Daar, of op een ander tussenstation, worden ze afgebakken.

Grote machines

Is de lange kroepoek verdwenen door een verstoring in de aanleverroute? Dat fenomeen raakte de afgelopen jaren meer wereldmarkten en voedde de hang naar ‘strategische autonomie’, een eigen invulling van toelevering en productie.

Een vertegenwoordiger van Polak en Co. weet van niets. Het importeert en verkoopt het vertrouwde halffabrikaat nog altijd. Ook de importeurs van het Zoetermeerse Tiga Rasa hebben nergens last van; ze verkopen aan restaurants en toko’s – daar zijn de lange plakken nog wél te koop.

Een medewerker van plaatsgenoot Udang Mas, dat „een autoriteit wil zijn in de wereld van Aziatische kroepoek”, weet evenmin waar de lange plakken in de supermarkt zijn gebleven. „Zulke hoeveelheden lange plakken, die kúnnen wij niet eens bakken.” Daar zijn grote machines voor nodig. En er is, zegt hij, maar één bedrijf in Nederland dat dit kan.

Dat bedrijf blijkt een wereldmacht in de zoutjeswereld. Intersnack in Doetinchem, dochter van een Duits concern met 2,5 miljard euro omzet, levert naar eigen zeggen producten die uiteenlopen van „hartige snacks en knapperige popcorn tot voedzame noten en smeuïge, pindakaas”. Het bakte de lange plakken kroepoek voor Conimex, én voor alle Nederlandse huismerken.

Niettemin: bakte. Verleden tijd. Want Intersnack, zeggen woordvoerders van supermarkten, is ermee gestopt en gaat de productie niet opnieuw opstarten. Dat komt, aldus Albert Heijn en Jumbo, door de breekbaarheid: de lange plakken breken gemakkelijk, té gemakkelijk. Een aanzienlijk deel van de productie zou de supermarktschappen daardoor nooit gehaald hebben. De lange kroepoekplak, zegt de Jumbo-woordvoerder, „is een heel kwetsbaar product”.

Mysterie

Maar was die breekbaarheid niet juist een pre? De goede lange plak is immers bros én breekbaar. Dat maakt zo’n plak (133 calorieën, net zoveel als een ons rijst) simpel te proportioneren, handig om te delen en makkelijk te verbrokkelen boven de gadogado. Juist als breken stugger ging, moest je opletten: vaak had de plak te lang in de kast gelegen.

En was breekbaarheid de voorbije decennia dan géén issue? Supermarkten verkopen bovendien ook andere breekbare producten, zoals Indiase papadums en zakken chips? Goede vragen, vindt de woordvoerder van Albert Heijn. Maar hij beantwoordt ze niet.

Ook Intersnack weigert het mysterie definitief op te helderen. Op voicemail zegt een medewerker dat Intersnack „niet degene is die hierover informatie kan verstrekken”. Op vervolgvragen per e-mail laat het bedrijf weten dat na „interne navraag” is besloten niet op vragen in te gaan.