Op zoek naar een vrij leven in Québec

Sinds de Franstalige Canadees Nicolas Dickner zo’n vijftien jaar geleden in Nederland succes had met zijn vertaalde romans, zijn meer bestsellers uit Québec uitgebleven. Vóór hem werden bijvoorbeeld Gaétan Soucy en Gilles Courtemanche vertaald, auteurs uit Québec van recenter datum konden een Nederlandse uitgeverij nooit verleiden. Maar nu is er Éric Chacour, een debutant uit Montréal. Wat ik van je weet is geknipt om een groot publiek te bereiken én te ontroeren.

Jarenlang schreef deze 41-jarige auteur, naast zijn werk in de financiële wereld, aan zijn roman. Rustig, in de avonduren. Het manuscript stuurde hij op, per post, waarna het wonder gebeurde: het werd uit de stapel gepikt, gelezen, goed bevonden en lag een jaar later in de boekhandel. Het kreeg prijzen, onder andere de Prix Femina des Lycéens, de prix des Cinq Continents de la Francophonie en ook de boekhandels omarmden de roman.

Dat is helemaal terecht. Wat ik van je weet pakt je vanaf de eerste bladzijde. Even moet je wennen aan de ‘jij’-vorm waarin het is geschreven, want wie is er aan het woord? Kunnen we die vertelstem wel vertrouwen? Het maakt dat je meteen oplet. Het antwoord, dat je als lezer blijft zoeken, komt pas als je al een flink eind op streek bent.

Verliefdheid en erotiek

De ‘jij’ neemt je mee naar een multicultureel Caïro, de tijd van ‘een kosmopolitisch, toekomstgericht Egypte’, waar een vader wordt betreurd. Zijn zoon, Tarek, neemt diens artsenpraktijk over en opent daarnaast nog een kliniek in een arme wijk, waar men doorgaans geen dokter kan betalen. Dan neemt hij een assistent aan, een intelligente jongeman uit een arm milieu, die tot dan toe zijn kostje verdiende als prostitué. Het is een kantelpunt in Tareks leven, verliefdheid en erotiek komen op zijn pad. Zijn echtgenote verdwijnt door de achterdeur en kiest ervoor op reis te gaan. Dat is buiten zijn moeder gerekend. Zij onderneemt actie tegen het ongepaste gedrag van die zoon die de familie te schande maakt. Bovendien tolereert de oerconservatieve Egyptische maatschappij dit soort fratsen niet. Homoseksualiteit is een levensgroot en levensbedreigend taboe.

Tarek trekt de Egyptische deur achter zich dicht en vertrekt naar Québec, waar ze de taal spreken van het land waar zijn grootmoeder van droomde. ‘Ik herinner me’ staat er op de nummerborden in Québec. Ironisch, want in dit migratieland herinnert niemand zich wat hij geacht wordt zich te herinneren ‘en misschien is dat maar beter ook’.

Met deze uitstekend vertaalde roman treedt Chacour in de voetsporen van bekende auteurs als Mohamed Mbougar Sarr en Leïla Slimani. Beiden streden via hun werk tegen het taboe op homoseksualiteit in respectievelijk Senegal en Marokko. In Een echte man veegde Mohamed Mbougar Sarr hardhandig de vloer aan met de hypocrisie en het geweld dat anders zijn oproept. Slimani bekritiseerde in Seks en leugens de criminalisering van homoseksualiteit.

Anders dan zij verwoordt Chacour zijn aanklacht indirect, en in een fijngevoelig, bijna verstild taalgebruik, waar meer wordt gehint en gesuggereerd dan dat er bloed vloeit. Maar hij stelt dezelfde vragen.

Wat Chacour hier prachtig neerzet is de zoektocht naar vrijheid van een man die zich op een cruciaal moment in zijn leven realiseert dat hij geen enkel besluit als zelfstandig individu heeft genomen. Zijn ouders kozen voor hem, hij voegde zich vanwege ‘maatschappelijke conditionering, uit gewoonte, uit lafheid’. Het was gewoon gemakkelijk om ‘het gewicht van elke beslissing’ uit de weg te gaan. Maar wat betekent dan de vrije wil van de mens, als je niet de moed hebt je eigen keuzes te maken?