Op zoek naar de moeder achter de dagboeken

Het is een begrijpelijke, zelfs basale wens om met verhalen de overledenen weer tot leven te willen wekken. In Mama wil weg probeert journalist Mirjam van Biemen het verhaal van haar moeder te reconstrueren, die ze op 8-jarige leeftijd kwijtraakte. Niet alleen omdat haar moeder zelfmoord pleegde, maar ook omdat niemand met Mirjam over haar moeder wilde praten. Eerder maakte ze al een radio-documentaire met dezelfde titel om de vragen te stellen die – omdat ze zelf moeder werd – ineens opborrelden.

En nu dus dit boek, waarin Van Biemen met behulp van dagboekfragmenten van haar moeder en, zoals ze zelf zegt, niet meer schuilend achter een microfoon, hun verhaal vertelt. Dat verhaal is aangrijpend, spannend ook, maar er zit ook een zeker ongemak in de leeservaring. Eerst het verhaal: Rieneke, de moeder van Van Biemen, was een vrouw met grote ambities die niet waargemaakt konden worden. Ze wilde journalist worden en schreef dan ook veelvuldig in haar dagboeken. Grote trots is er als in de Volkskrant uiteindelijk, na jaren van inzendingen, een gedicht over de atoombom gepubliceerd wordt.

Maar tot journalist schopt ze het nooit en die pijn voel je door het hele boek heen. Van Biemen zoekt de verklaring daarvoor in een veelvoud aan oorzaken, allemaal even geloofwaardig: de vrouwenemancipatie was nog niet zo ver dat het makkelijk was om als moeder van twee jonge kinderen fulltime aan het werk te kunnen, Rieneke kwam uit een moeilijk gezin en had te kampen met trauma’s uit het verleden. En tot overmaat van ramp blijkt haar ambitieuze man een alcoholist te zijn die haar slaat.

Daarmee staat haar verhaal symbool voor een verhaal dat veel vrouwen uit de vorige eeuw delen. De strijd om meer te zijn dan alleen maar huisvrouw maakt Mama wil weg goed invoelbaar. Het was zelfs zo ongebruikelijk dat er begrip was voor een vrouw die wil werken terwijl ze twee jonge dochters heeft, dat je de opluchting kan voelen als Rieneke eindelijk een baas vindt die het wel begrijpt.

Tragisch en particulier

Maar sommige delen van Rieneke’s leven zijn zo tragisch en zo particulier dat het moeilijk wordt om het verhaal te lezen als iets dat symbool staat voor iets groters. Haar man Wybo van Biemen, eerste violist bij het Residentie Orkest, was dominant, ambitieus en gewelddadig, met name wanneer hij had gedronken. De ruzies in huis konden heftig zijn en regelmatig waren Mirjam en haar zus daarvan getuige. Het huwelijk houdt geen stand, vader Wybo blijkt op een gegeven moment ook een affaire te hebben. Het drama eindigt wanneer Rieneke opgenomen wordt in een psychiatrische kliniek en zelfmoord pleegt.

Zit daar het ongemak, of schuilt dat vooral in de intieme inkijk in Rieneke’s leven? Ondanks haar overduidelijke schrijfambities heeft Rieneke zelf nooit toestemming kunnen geven voor het publiceren van haar dagboekfragmenten. Een psychiater die aan het werk was toen ze zelfmoord pleegde, weigert meer informatie te geven aan Mirjam over Rienekes tijd in de kliniek, de enige van de vele mensen die ze spreekt die niet verder wil praten over Rieneke.

Bij tweede lezing vallen dan ook de woorden van Mirjams zus op, die aan het einde tegen haar zus zegt: „Ik wil zelf kunnen bepalen wie van mijn achtergrond weet.” En: „Ik wil geen kind zijn uit een probleemgezin.” Maar ook stelt ze dat ze het dapper vindt dat Mirjam „dit aangaat”. Aan welke kant zou Rieneke zelf hebben gestaan? Had ze het goed gevonden dat haar verhaal als voorbeeld zou dienen? Zou ze er begrip voor hebben gehad dat Mirjam dit verhaal moest vertellen om zo, voor zichzelf, haar verleden te verwerken?

In het voorwoord erkent Van Biemen dat ze het boek in eerste instantie voor zichzelf heeft geschreven, met de voorzichtige toevoeging dat het wellicht aan een groter verhaal raakt. Dat is niet genoeg om het ongemakkelijke gevoel weg te nemen waarmee je als lezer blijft zitten als je zo’n intiem kijkje achter de voordeur hebt gekregen.

Ja, Rieneke’s verhaal staat voor iets groters: voor het huisvrouwensyndroom, voor de revolutie in de psychiatrische gezondheidszorg en de gevolgen daarvan. Dat is mooi opgeschreven. En ja, er is genoeg weggekeken van het geweld in het gezin, dus het zou te veel zijn om Van Biemen te vragen om daar niet over te schrijven. Maar uiteindelijk is dit boek voortgekomen uit een particuliere behoefte: die van erkenning voor het leed dat Mirjam en haar moeder is aangedaan.

Praten over zelfdoding kan gratis, anoniem en 24/7 bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon: 0800-0113. Of chat op www.113.nl.