‘Op wie moeten we nú weer stemmen?’ In deze zes plaatsen langs de A1 weten mensen het ook niet meer

Driehonderdvijfendertig dagen. Nog geen jaar nadat het kabinet was beëdigd, diende premier Schoof bij de koning het ontslag in van zijn ministersploeg. Meer kiezers dan ooit hadden gestemd op de PVV. Toen NRC-verslaggevers eind mei vorig jaar door het land reisden, langs de A1 die van het westen naar het oosten door Nederland loopt, was het hoofdlijnenakkoord van de coalitie net gepresenteerd. Rechtse kiezers waren heel positief, bleek uit opiniepeilingen, linkse kiezers moesten er niets van hebben. Langs de A1 reageerden kiezers vooral afwachtend. Hij moet het maar laten zien, zeiden ze over Wilders.

Nu is het vertrouwen in de Haagse politiek ver weg, klinkt het in de Bijlmer, in Laren, Kootwijkerbroek, Almelo, Hengelo en De Lutte. „Het land staat stil”, zegt Fikret Bagir. Willem van Asch van Wijck (70) heeft heimwee naar Lubbers en Van Agt, naar de tijd dat politici „nog samenwerkten”. Twintiger Rick Stegeman, GroenLinks-PvdA-lid, voelt door de kabinetsval optimisme. Dit laat zien „wat met populisten gebeurt als ze worden geconfronteerd met de realiteit van het bestuur”. Maar zeventiger Karel, die PVV-stemde, vraagt zich hardop af hoe de problemen in het land nu moeten worden opgelost – en of hij nog wel gaat stemmen. „Ik heb nog tot oktober om erover na te denken.”

De Bijlmer‘Iedereen gaat naar Duitsland, daar is alles goedkoper’

Baksteen, beton en een wenteltrap in de Bijlmer.
Foto Bram Petraeus

Het is woensdagmiddag en de man achter de balie van stomerij Kraaiennest zegt: „O, is het kabinet gevallen?” Hij is even stil en vraagt dan aan zichzelf: „Wat vind ik daarvan?” Hij is weer even stil en zegt: „Vroeger keek ik naar het NOS Journaal, naar Brandpunt, Rondom Tien, naar alle praatprogramma’s. Nu niet meer en dat komt” – hij lacht een beetje verontschuldigend – „door de gemene dingen die op televisie over moslims worden gezegd. Dat verdroeg ik niet meer en daardoor ben ik niet altijd meer onmiddellijk op de hoogte van het laatste nieuws.”

De man heet Hayat Gul en is geboren in Pakistan. Zijn vader werkte vroeger voor KLM, zo is hij in Nederland terechtgekomen. De stomerij ligt naast de Albert Heijn bij metrostation Kraaiennest in de Amsterdamse Bijlmer, tegenover de moskee. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau is het aandeel minimahuishoudens in de Bijlmer het hoogste van Nederland. Hayat Gul verkoopt ook batterijen en simkaarten, sokken, slippers, pantoffels, rolkoffers, tassen en boodschappentrolleys. De grote spullen staan uitgestald voor zijn balie, rekken vol. Twee keer per werkdag knielt hij achter zijn balie om te bidden, hoofd richting Mekka. Een beveiliger van Albert Heijn let dan op of er niets gestolen wordt.

De Bijlmer in Amsterdam is de gemeente met procentueel de meeste armen.

Foto’s Bram Petraeus

„Weet je wat me opvalt?”, zegt hij nadat hij een klant 20 euro beltegoed – „only call” – heeft verkocht. „De boodschappen worden steeds duurder en wat doen de mensen? Ze gaan met de bus naar Duitsland.” Hij wijst naar het parkeerterrein buiten. „Iedere zaterdagochtend staat daar een grote bus en die brengt ze over de grens met Duitsland, want daar is alles goedkoper.” Weet hij dat het kabinet, dat nu gevallen is, vast van plan was om de armoede te verminderen? „O ja?”, zegt hij. „Niets van gemerkt.” Hij denkt: de andere mensen in deze buurt ook niet.

Dan verschijnt die lach weer op zijn gezicht en vertelt hij over Albert Veenstra, die nu helaas dood is, maar bij leven leraar was, de leraar van zijn kinderen op de middelbare school. Door hem, zegt hij, hebben ze nu alle vier – hij heeft drie dochters en een zoon – een goede baan en een goed inkomen. „Albert Veenstra leerde ze hoe belangrijk het was om de Nederlandse taal perfect te beheersen en bleef ze stimuleren om zich te ontwikkelen. Ze moesten het zelf doen natuurlijk, maar hij gaf nooit op.” Zijn oudste dochter doet „iets met hersentumors” in het Amsterdam UMC. Ze heeft net, „hoe noem je dat?”, de graad van PhD gehaald. „Ze is dus doctorandus. Nee, doctor. Mijn dochter is doctor.”

Jannetje Koelewijn

Laren‘Op wie moeten we nú weer stemmen?’

„Hoe lang woon ik nu weer thuis, pap? Een jaar?”

„Dik een jaar”, zegt Willem van Asch van Wijck (70).

„Voelt als zes jaar”, knipoogt de zoon, een twintiger. „Nee hoor…” Maar het is niet anders. Hij staat „negenhonderd-nog-wat” op de wachtlijst voor een huurwoning in het Gooi. „Gelukkig ben ik goed met m’n ouweheer. En was het zoldertje nog vrij. Maar stel, je hebt geen goeie band met je ouders…”

Even wennen was het wel, beaamt vader. „Hij bemoeit zich overal mee.”

Ze wonen in Naarden en doen een dagje Laren. Zo wat drinken in ’t Bonte Paard, maar eerst duikt zoon nog een kledingwinkel in, terwijl Van Asch van Wijck zich aan de etalage met vlinderdassen, panamahoedjes en manchetknopen vergaapt. „Daar is hier blijkbaar nog markt voor.”

Laren, het dorp waar hij zijn jeugd heeft doorgebracht, is in al die jaren amper veranderd, constateert Van Asch van Wijck. En dat is ook de kracht, zeggen bewoners die je hier spreekt. Het is er prettig wonen, juist omdat Laren, villadorp in het Gooi, pal aan de A1, zijn karakteristieke dorpsgezicht heeft kunnen behouden. De weelderige vijver aan de Brink. De poffertjeskraam. De herbergen met rood-witte luiken. De eeuwenoude akkers.

Het is in tijden van woningnood ook een zwakte. Want Laren is de gemeente met de grootste krapte op de woningmarkt van Nederland. Elke snipper grond is vergeven. In particulier eigendom. Bedrijfspand. Sportveld. Beschermd groen. En hoe kun je dan, zoals de gemeenteraad wil, voldoen aan de landelijke woonopgave? Meer betaalbare woonruimte voor jonge Laarders, voor senioren, en een verdubbeling van het percentage sociale huur – tot 30 procent.

Laren is volgens onderzoek een van de gemeenten met enorme krapte op de woningmarkt.

Foto’s Bram Petraeus

Of het nodig is? Jazéker, klinkt in het dorp. Oudere bewoners met grote tuinen vertellen dolgraag kleiner te willen wonen, maar ze kunnen niks vinden. En ook hun kinderen niet. „Mijn dochter heeft nu maar gekocht in Almere”, zegt Hetty Bezuur (76), op weg naar de Albert Heijn. En intussen ziet Ted Broere (60), voor de Jumbo, het dorp vergrijzen. „Terwijl, een mix lijkt me wel gezond. Anders houdt het ook zo’n poenerige uitstraling.”

En de gemeente, klinkt het, doet heus zijn best. Die heeft laatst nog de hele kadastrale kaart ondersteboven gekeerd op zoek naar plukjes grond. Maar voor zo’n opgave heb je de landelijke overheid nodig, denkt Broere. „Je verwacht een masterplan, voor het hele land.” Maar nee dus. Broere hád er al weinig vertrouwen in, „en dat is alleen maar minder geworden”. Bezuur: „En op wie moeten we nú weer stemmen? Ik vraag het me echt af.”

„Van Agt, Lubbers…”, mijmert Van Asch van Wijck voor de etalage. „Die waren bereid tot samenwerken. Die stéúnden elkaar. Maar nu…” Een blik werpend naar binnen: „Kom, we gaan! Heb je nou echt een hoedje gekocht?”

Freek Schravesande

Kootwijkerbroek‘Dat stikstofverhaal geloof ik nog steeds niet’

Gert van Middendorp is een boer met kalveren, in Kootwijk. Dat landbouwdorp ligt nabij Natura 2000-gebied de Veluwe.
Foto Wouter de Wilde

‘Je bent nooit, nooit, nooit, alleen/ God is altijd om je heen”, zingt jongste dochter Suzanne (8) voor. Ze heeft op school geoefend en moet het lied die avond met haar hele klas nog eens zingen op een bijeenkomst in de kerk over de boodschap van Pinksteren.

Haar ouders, Gert van Middendorp (49), vleeskalverenhouder in Kootwijkerbroek, en zijn vrouw Erika Verhoef (46) stemmen vanouds SGP en blijven dat ook doen, zeggen ze in de woonkeuken van hun boerderij. Voor de inrichting van hun leven en de bedrijfsvoering hebben ze, behalve in eigen gezond verstand, vooralsnog meer vertrouwen in God dan in de politiek.

Een jaar geleden hoopten ze dat het ‘stikstofslot’ open zou gaan door versoepeling van mestnormen en een definitie van kwetsbare natuur. Met een BBB-minister en -staatssecretaris kregen boeren een eigen plaats aan de kabinetstafel. „Ik ben iets positiever, maar we moeten afwachten”, zei Gert toen voorzichtig.

Nu het kabinet is gevallen moeten ze vaststellen dat „dit jaar weinig heeft gebracht” en dat politici vooral bezig zijn geweest met „onderling respectloos ruziemaken”, wat „weer leidt tot minder respect in de samenleving”. Hoe dan ook „komen de goeie dingen, waarvan elke partij er wel wat had, niet verder als Brussel en de Raad van State beslissingen steeds onderuit halen”, zeggen ze.

De Westelijke Veluwe is een van de Natura 2000-gebieden met de hoogste stikstofdeposities van Nederland. Vanaf deze toren is uit te kijken over het Kootwijkerzand.
Foto Wouter de Wilde

Als stikstof ergens knelt, is het in dit Veluwse dorp aan de A1 met enerzijds de vele kippen, varkens, melkkoeien en mestkalveren, en benedenwinds de bossen en zandverstuivingen waar de stikstof uit dierlijke mest neerslaat en zowel de bodem verrijkt als de natuur verarmt.

„Maar dat stikstofverhaal geloof ik nog steeds niet zolang we niet weten hoe we moeten meten”, zegt Erika. Wat het praktisch betekent: steeds meer betalen om de mest van hun ‘Belgisch blauwe’ stierkalveren – in hun drie stallen is plaats voor 1.700 – te laten afvoeren. 100.000 euro, rekende Gert vorig jaar voor. Erika maakt voor dit jaar de rekensom: „8.000 kuub per jaar tegen 25 à 30 euro per kuub is ruim twee ton.”

Voorlopig blijft er onzekerheid, denken ze, misschien wel een jaar. „Hadden we maar drie grote partijen”, zegt Gert. „Rechts, links en eentje middendoor; dan is er een kans om de besluiteloosheid te doorbreken.” Politici moeten bedenken „wat we echt nodig hebben als er oorlog of honger komt”, vult Erika aan.

Toch proberen ze „positief te blijven en ons werk op een nette manier te doen”, zeggen ze. Dat er afgelopen jaar vrijwel geen „uitval” was – afgekeurde kalveren – vervult hen met trots. „We willen ons niet door angst voor de toekomst laten leiden”, zegt Erika. „En op God vertrouwen. Dat geeft rust. De mens kan de controle niet van Hem overnemen.”

Hans Steketee

Almelo‘Ik hoop dat heel veel kiezers wakker worden’

Een straat in Almelo met karakteristieke arbeiderswoningen: rijtjeshuizen met rode dakpannen en bakstenen gevels.
Foto Wouter de Wilde

Geert Wilders, vinden vader en dochter, heeft gróót gelijk. „De bevolking heeft op hem gestemd”, zegt de zeventigjarige Karel in de opening van zijn deur met uitzicht op een parkje en fontein in Almelo. „Maar hij wordt alleen maar tegengewerkt.” Een „rotzooitje” is het, „schorremorrie”. Maar aan de PVV-leider ligt het niet.

„Iedereen probeert nu zijn straatje schoon te vegen”, valt dochter Kim (34) hem bij. Hun achternaam willen ze niet kwijt. De avond ervoor zag ze CDA-leider Henri Bontenbal bij Vandaag Inside zijn pijlen richten op VVD-leider Dilan Yesilgöz. „Ze weten dat er verkiezingen aan zitten te komen. Dan heeft iedereen een zondebok nodig. Dat is nu Wilders.”

In het Nieuwstraatkwartier, een volkswijk met voornamelijk twintigste-eeuwse arbeiderswoningen, ging bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen 43 procent van de stemmen naar de PVV. Het kabinet-Schoof kreeg hier het voordeel van de twijfel. Wilders wist het mooi te verkopen, klonk het, hij moest het eerst maar eens waarmaken.

„Ik hoop dat heel veel kiezers wakker worden”, verzucht Fikret Bagir (66) nu aan een tafeltje in Wijkcentrum De Goossenmaat, waar de Turkse arbeidersvereniging ATIB samenkomt. Naast hem spelen vier heren op leeftijd een potje Rummikub. Het zijn Turkse arbeidsmigranten van de eerste generatie.

Een samenkomst in Wijkcentrum De Goossenmaat in het Nieuwstraatkwartier in Almelo.

„Een beetje roeren, en zo stemmen winnen van ontevreden mensen”, ontwart Bagir de strategie van Wilders. „Hij weet dat hij 80 procent van zijn plannen nooit kan uitvoeren.”

Na de verkiezingen had hij al gezegd: dit kan niet goed gaan. En het wordt nu tijd, zegt hij, dat meer mensen de ogen openen. „Dat ze denken: potverdorie, waar zijn we mee bezig. Het land staat stil op dit moment. Dat gaat ten koste van jou, van mij, van iedereen. Wilders laat heel Nederland in de put vallen. En de belangrijke problemen blijven liggen.”

Die problemen zijn er in het Nieuwstraatkwartier in Almelo ook. Armoede, drugsoverlast en illegale kamerverhuur aan arbeidsmigranten bezorgden de wijk een slecht imago. „Er wordt hier van alles neergepropt”, zegt Karel in de straat verderop. „De huisjes in deze buurt zitten bomvol, vooral met Polen en Roemenen.”

Vertrouwen dat de politiek de leefbaarheid in de wijk omhoog kan helpen, hadden de twee al langer niet meer. Of de pensionado straks gebruik gaat maken van zijn stemrecht, kan hij nog niet zeggen. „Ik heb nog tot oktober om erover na te denken. Maar als ik niet ga stemmen, mag ik ook niet klagen. Dus ik denk wel dat ik ga.”

Dochter: „Ik maak me het meest zorgen om Timmermans.”

„En Bontenbal”, zegt vader. „Ook zo’n ongelikte beer.”

Stephan Pronk

Hengelo‘Je kunt niet met rechtse partijen concurreren op rechtse ideeën’

De kiezers in Hengelo zijn boven alles geláten. Voor de coalitie-kiezers was het een deuk in hun vertrouwen in de politiek. „De zoveelste”, zucht een 55-jarige ICT-adviseur. „Dit is waarom ik heel bewust niet bezig ben met politiek”, zegt een 29-jarige arbeidsdeskundige bij het UWV.

In winkelcentrum Slangenbeek (drie supermarkten, een bakker, twee beautysalons, een reisbureau en twee eettentjes) zegt Mandy Grafen over PVV-leider Geert Wilders dat het is „alsof je een lolly uit zijn mond trekt en dat-ie dan begint te huilen.” De 36-jarige zorgmedewerker stemde vroeger op de SP, in 2023 op NSC. „Pieter Omtzigt is een fijne man met goeie standpunten.” Belangrijke reden: de onzekerheid, nu ze ziek is en haar werk niet meer kan doen. Bestaanszekerheid, dat was het kernpunt van NSC.

„En ook asiel”, zegt Grafen ineens. Mensen ontvluchten hun land niet zonder reden, zegt ze. Ze heeft nog spulletjes naar de opvang voor Oekraïners gebracht. Maar sommige vluchtelingen zijn toch vooral uit op economisch voordeel, denkt ze. „Ik betaal me scheel voor mijn huis en de vaste lasten, en asielzoekers krijgen alles zomaar toegeschoven.” Ze is, net als NSC, voor beperking van het aantal asielzoekers. Stemt ze bij de volgende verkiezingen weer op NSC? Ondanks het terugtreden van Omtzigt? „Ja, het is een heel mooie politieke partij.”

Wijkcentrum Slangenbeek in Hengelo.
Nienke van der Wee en Rick Stegeman in Hengelo.

Foto’s Wouter de Wilde

Rick Stegeman (25) en zijn vriendin Nienke van der Wee (26) zijn optimistisch. Laatste jaar van hun studie, in zijn hand bungelt de sleutel van het sociale huurhuis dat ze net hebben bekeken. Vinden ze het jammer dat de huurbevriezing niet doorgaat nu de PVV uit het kabinet is? „Zou ons 30 euro per maand schelen. Maar op de lange termijn helpt het niet”, zegt Stegeman.

Hij is lid van GroenLinks-PvdA. Zij heeft – ze moet even nadenken – in 2023 ook op GroenLinks-PvdA gestemd. Ze krijgen nog huur- en zorgtoeslag en hadden wel sympathie „voor het verhaal van Omtzigt”. De PvdA, de partij waar Stegeman begon, heeft in zijn ogen „te lang vastgehouden aan de Derde Weg”, de overtuiging dat veel nutstaken beter aan de markt konden worden overgelaten. „Het heeft niet gewerkt”, zegt Stegeman. „Je kunt niet met rechtse partijen concurreren op rechtse ideeën.”

De val van het kabinet laat zien „wat met populisten gebeurt als ze worden geconfronteerd met de realiteit van het bestuur”, denken ze. „Het is echt niet allemaal de schuld van vluchtelingen”, zegt Van der Wee.

Bas Blokker

De Lutte‘Ze hebben veel ruzie gemaakt en weinig gedaan’

In De Lutte, een dorp tussen Oldenzaal en de Duitse grens, zijn ze niet ondersteboven van de val van het kabinet. Conny Blockhuis (65) is blij dat het kabinet weg is. Ze hebben veel ruzie gemaakt en weinig gedaan, zegt Marleen Gervink. Zij en haar zus bestieren ijssalon La Venezia op het centrale plein. Een 66-jarige net gepensioneerde dakdekker die net zijn buxus uitgraaft, verwacht dat de PVV bij de volgende verkiezingen nóg groter gaat worden. Dan kan er eindelijk worden „doorgepakt met die asielzoekers”.

Vraag je Luttenaren naar hun zorgen, dan gaan die vooral over boeren, stikstof, woningnood en ook wel asielzoekers – al zijn die er nauwelijks in het dorp. Conny Blockhuis vindt het jammer dat het ziekenhuis in Oldenzaal dreigt te worden wegbezuinigd, en ze is niet de enige. Voor grotere ingrepen moeten Luttenaren nu naar Enschede. Oldenzaal is lekker dichtbij, klein en overzichtelijk. Maar ze zou nooit op de PVV stemmen vanwege hun belofte streekziekenhuizen open te houden. Trouwens, die belofte houden lukte toch ook niet?

Als ze in het ziekenhuis is, dan valt op hoe vriendelijk en kundig iedereen is, zegt Marleen Gervink. Haar moeder werd afgelopen jaar ziek en moest een flink aantal keer naar Enschede. Ze is er goed geholpen. Voor haar dochter van dertien is vanwege een chromosoom-afwijking ook extra zorg nodig. Inmiddels is er een fijn kringetje hulpverleners om haar heen, maar het kostte wel moeite om dat voor elkaar te boksen.

In het centrum van De Lutte bevindt zich de Italiaanse ijssalon La Venezia.
Foto Wouter de Wilde

De man van Marleen Gervink (42) komt uit Gambia. Lamin Njie vindt dat Wilders veel te veel narigheid aan de asielzoekers en buitenlanders toeschrijft. Ze zijn ook nodig. Om te werken bijvoorbeeld. Zelf werkt hij in een restaurant bij de Duitse grens. In De Lut, zoals Luttenaren hun dorp noemen, voelt hij zich welkom. Als hij naar de voetbal fietst, hoort hij van alle kanten ‘Hoi Lamin!’

Zorg in Nederland is heel anders dan in Gambia, zegt hij. In Gambia zorgen de kinderen voor hun ouders als ze ouder worden. „Je bouwt een huisje voor ze op je eigen erf.” Doe je dat niet, dan wordt er over je geroddeld. In Nederland gaan ouderen naar verpleeghuizen. Of ze wonen alleen, en hun kinderen zien ze nauwelijks, ziet hij.

Voordeel van De Lutte is dat je niet snel verpietert. In een kleine plaats kennen mensen elkaar, zeggen ze gedag, helpen een handje. De familie van Marleen Gervink komt elke avond in de ijssalon: drie generaties samen. Gezellig? Meestal wel, zegt ze met een knipoog.

Sheila Kamerman


Lees ook

Niemand langs de A1 verwacht wonderen van Wilders’ kabinet

Kootwijkerbroek, vlak bij de A1, waar de weg naar het zuiden een messcherpe grens vormt tussen boerenbedrijven en de Hoge Veluwe.