Op welk punt ben je voldoende afgekickt?

Iedereen wacht op hem. Zijn tolk. Zijn casemanager. Zijn advocaat, drie rechters en de officier van justitie. Drie bewakers, in verschillende hoeken van de rechtbank, strak in uniform, een wapengordel op hun heupen. Het is stil. Dan komt de verdachte via een zijdeur binnen. Een bewaker begeleidt hem naar zijn stoel en gaat breed achter hem staan.

Benjamin M. (30) is een tengere jongen, geboren in Roemenië. Zwart T-shirt, zwart haar, een bleek gezicht. Hij was verslaafd aan heroïne en alcohol en zwierf in Nederland rond op straat. Na een zoveelste diefstal moest Benjamin verplicht van de rechter afkicken. Hij heeft een ISD (Inrichting Stelselmatige Daders) maatregel opgelegd gekregen voor de duur van één jaar. Dat jaar zit er bijna op en Benjamin wil terug naar Roemenië. Hij verzoekt de rechter om de ISD-maatregel op te heffen zodat hij naar huis, terug naar Roemenië, kan gaan.

Zijn advocaat legt uit dat Benjamin niet langer in de inrichting wil zitten. Hij heeft daar niets te doen, kent daar niemand. Benjamin wil bij zijn familie in Roemenië zijn. Zijn zus heeft een plek in een Roemeense kliniek gevonden waar haar broer in hun thuisland verder kan afkicken. En over drie maanden wordt Benjamin hoe dan ook Nederland uitgezet terug naar Roemenië. Dus waarom kan Benjamin niet nu al teruggaan, vraagt de advocaat aan de rechters.

tegen de verdachteDe voorzitter U stal fietsen. Heroïne is immers niet gratis

De maatregel is volgens de advocaat een verkapte gevangenisstraf. De ISD-maatregel heeft volgens de advocaat twee doelen. Beveiliging van de Nederlandse maatschappij en het voorkomen van recidive. Maar het gaat nu heel goed met Benjamin. Hij is al kilo’s aangekomen en leeft weer regelmatig. Bovendien heeft zijn cliënt geen verblijfsrecht in Nederland en vormt hij, bij een eerder vertrek naar Roemenië, geen bedreiging voor de Nederlandse maatschappij. De maatregel is dus niet meer nodig, redeneert de advocaat.

„Meneer de advocaat, u gaat te snel!” zegt de tolk plots geïrriteerd tegen advocaat.

„Pardon”, zegt de advocaat, waarna hij langzamer gaat praten.

Benjamin knikt af en toe in de verte terwijl zijn tolk het pleidooi van zijn advocaat snel vertaalt.

„U gebruikt nu methadon in plaats van heroïne die u buiten gebruikt?”, vraagt de voorzitter aan Benjamin.

„Ik gebruikte 40 mg en nu nog maar 15 mg,” zegt Benjamin via zijn tolk, terwijl hij omhoog kijkt naar de rechters.

„U werkt daar dus serieus aan. U wilt dus nu terug naar Roemenië?”

„Ja, ik wil geen kliniek in Nederland.”

„Maar eerder bent u ook weer teruggekomen naar Nederland” zegt de voorzitter. „U moet daar om lachen?”

„Ja, door omstandigheden.” zegt Benjamin.

„U moest uw verslaving in Nederland betalen met fietsendiefstal bijvoorbeeld. Heroïne is immers niet gratis”, zegt de voorzitter.

De officier van justitie legt uit waarom zij de ISD-maatregel nog steeds nodig vindt. Vanwege het hoge risico op een terugval en de verslavingsproblematiek van Benjamin is er nog steeds een gevaar voor de Nederlandse samenleving. De ISD-maatregel moet worden uitgezeten. Daarmee wordt ook terugkeer naar Nederland voorkomen.

Er wordt een jaar aangehouden om tot gedragsverandering te komen, zegt de getuige-deskundige. En hij ziet nu nog te weinig veranderingen op verschillende leefgebieden en nog te weinig perspectief voor Benjamin.

De strafrechters hebben genoeg gehoord. Ze staan op en trekken zich terug voor beraad. Tegen de zaal zegt de voorzitter: „U mag blijven zitten. Het zal niet lang duren.”

Tien minuten later komen de rechters terug met hun vonnis. Ze zien dat Benjamin gemotiveerd is om terug te gaan naar Roemenië. Maar het gevaar van herhaling is nog steeds aanwezig. Terugkeer naar het land van herkomst moet een „zachte landing” zijn en dat is nu nog niet het geval, oordelen de rechters.

De tolk vertaalt.

Benjamin staat op en loopt met de bewakers mee de rechtbank uit.