Het duel van het jaar kreeg een waarachtige ontknoping. Vrijwel het hele seizoen moest Jenning de Boo uit Groningen het afleggen tegen de Amerikaanse sprintkampioen Jordan Stolz. Maar in de laatste en belangrijkste wedstrijd, het WK afstanden in het Noorse Hamar, versloeg hij vrijdagavond zijn Amerikaanse rivaal en won goud op de 500 meter. „Ik wou dit zó graag”, zei hij afloop.
De krachtmeting tussen de twee supersprinters Stolz (20) en De Boo (19) was het hele seizoen fascinerend om te zien. In de eerste drie wereldbekerwedstrijden wist Stolz zijn concurrent telkens te verslaan, zowel op de 500 als de 1.000 meter. Toch wist De Boo telkens een stukje dichterbij te komen – wat hem sterkte in zijn geloof dat hij Stolz dit seizoen uiteindelijk zou kunnen kloppen. „Ik kan hem rúíken”, zei hij na de derde wereldbekerwedstrijd van het jaar, in Calgary (Canada).
Maar toen Stolz eind januari eindelijk een keertje brak – uitgerekend op zijn ‘thuisbaan’ in Milwaukee, op drie kwartier rijden van zijn ouderlijk huis – was het niet De Boo die won. De tweede 500 meter van het weekend ging onverwachts naar de Japanner Tatsuya Shinhama. De Boo eindigde als tiende. „De batterij was gewoon even leeg”, zo zei hij na afloop.
Moeheid in de benen
Bij de laatste wereldbeker, eind januari in Heerenveen, wist De Boo eindelijk naar goud te schaatsen – zowel op de 500 als de 1.000 meter. Alleen: en directe afrekening met Stolz was dat nauwelijks: zijn rivaal ging alleen van start op de 1.500 meter en de eerste 500 meter, en meldde zich daarna af voor de rest van de afstanden. De oorzaak van zijn malaise, zo vertelde zijn coach Bob Corby: „moeheid in de benen” door te hard trainen na een keel- en longontsteking. „Ik heb hem vorige week te veel zware gewichten laten tillen.”
Met zo’n onverwachts slechte generale was het dus de vraag hoe Stolz er dit weekend in ijsstadion het Vikingschip voor zou staan. Fysiek was hij hersteld van alle klachten, zo zei hij voorafgaand aan de race tegen de NOS, „maar mentaal stond ik er vorig jaar wel wat beter voor, denk ik.”
Stolz reed in Hamar in de een-na-laatste rit, tegen zijn landgenoot Cooper McLeod. Hij zette de snelste tijd neer (34,38). In de slotrit was het de beurt aan De Boo. Die kreeg met zijn Poolse tegenstander Marek Kania een valse start, maar reed daarna toch zijn snelste opening ooit. Met zijn lange lijf dubbelgevouwen vloog hij door de bochten. Toen hij over de streep ging, bleek hij Stolz 0,14 seconde te zijn voorgebleven. Hij won in 34,24.
Onvoorstelbare groei
Na afloop oogde Stolz duidelijk teleurgesteld: een seizoen dat voor hem begon met totale hegemonie, lijkt op het laatste moment een verkeerde wending te nemen. „Technisch was ik goed, dacht ik. Maar ik had niet genoeg power in mijn benen.” Zijn ziekte en overtraining moeten toch invloed gehad hebben op het resultaat, zei Stolz. „Ik had het gevoel dat ik mijn kracht niet kwijt kon op het ijs.”
Het contrast met De Boo was groot. Die leek na zijn zege bijna uit elkaar te knappen van opwinding. Hij was „nog nooit zo zenuwachtig geweest”, zei hij. Hij noemde de rit „mijn beste 500 meter ooit”. Over Stolz zei hij: „Misschien dat hij nog steeds niet honderd procent is, maar dat doet niets af aan mijn wereldtitel.”
Zaterdag treffen Stolz en De Boo elkaar voor de tweede keer op deze WK, op de 1.000 meter. Ongeacht het resultaat van die krachtmeting is deze gouden medaille voor De Boo al de kroon op een jaar van onvoorstelbare groei. Vorig jaar op het WK Afstanden in Calgary werd hij nog twaalfde op de 500 meter. „En nu”, zo glunderde hij na afloop, „ben ik gewoon fucking wereldkampioen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129422598-c9fde0.jpg|https://images.nrc.nl/6Y83PJ7PeBCS7yminW9kM46JidA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129422598-c9fde0.jpg|https://images.nrc.nl/SAxgl7jsWAzua065OyJFhDLpze8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129422598-c9fde0.jpg)
Kok goud, Leerdam zilver
Naast De Boo won nog een andere Nederlandse sprinter vrijdag een gouden medaille. Femke Kok, die dag ervoor nog was gevallen tijdens de training, zegevierde op de 500 meter. Na een valse start reed ze een minder snelle tijd van verwacht. Haar geluk was dat haar belangrijkste rivale, de Amerikaanse olympisch kampioen Erin Jackson, óók een valse start kreeg – en vervolgens de vijfde tijd reed. Kok noemde haar rit na afloop „een verschrikking”. „Het liep niet, van begin tot eind.” Toch zegevierde ze – en won voor het derde jaar op rij WK-goud op de 500 meter. Jutta Leerdam won een zilveren medaille.
