Oostenrijkse sociaal-democraten en conservatieven proberen opnieuw regering te vormen

De conservatieve Oostenrijkse Volkspartij (ÖVP) en de Sociaal-democratische Partij Oostenrijk (SPÖ) gaan opnieuw proberen een regering te vormen, nu de onderhandelingen tussen de ÖVP en de radicaal-rechtse Vrijheidspartij van Oostenrijk (FPÖ) zijn mislukt. Dat bevestigen beide partijen maandag tegenover Oostenrijkse media.

De Oostenrijkse krant Die Presse schrijft dat ÖVP-leider Christian Stocker en SPÖ-voorman Andreas Babler elkaar afgelopen weekend al hebben ontmoet. Ook andere hooggeplaatsten van beide partijen zouden bij deze gesprekken aanwezig zijn geweest. Volgens een woordvoerder van de ÖVP wordt „gesproken over de vraag of samenwerking mogelijk is, en of er een regeerakkoord gesloten kan worden”.

Economische crisis

De partijen hebben haast: ze zouden al voor het einde van de maand een regering willen vormen, zodat een begroting voor de komende twee jaar kan worden opgesteld.

Oostenrijk kampt met een economische crisis: mogelijk krimpt de economie in 2025 voor het derde jaar op rij. Bovendien is het Oostenrijkse begrotingstekort op dit moment hoger dan de EU-norm van 3 procent van het bbp. Als niet snel een akkoord komt over bezuinigingen, zou de Europese Commissie een procedure kunnen starten om in te grijpen.

Ook staan de twee partijen onder druk om de immigratie- en asielwetgeving aan te scherpen na de mesaanval in de Oostenrijkse stad Villach van afgelopen zaterdag. Daarbij werd een jongen van 14 jaar gedood.

De onderhandelaars zouden het volgens de publieke omroep ORF al eens zijn over het opleggen van een inreisverbod waarmee ze mensen uit het buitenland willen weren die mogelijk „een gevaar voor de veiligheid” van Oostenrijk vormen. Ook zouden nog gesprekken lopen over de wens van veiligheidsdiensten om berichtendiensten als Signal en WhatsApp af te kunnen tappen.

Andere partijen willen niet met FPÖ

Het is de derde poging om een regering te vormen sinds de parlementsverkiezingen van afgelopen september. De FPÖ haalde toen bijna dertig procent van de stemmen en werd daarmee voor het eerst de grootste partij van Oostenrijk. Hoewel de FPÖ al vier keer eerder deelnam aan een regering, sloten alle andere partijen ditmaal een samenwerking uit vanwege de extreme standpunten van FPÖ-leider Herbert Kickl. Daarmee ontstond voor het eerst een cordon sanitaire om de partij.

President Alexander Van der Bellen vroeg hierop de ÖVP en SPÖ om een coalitie te vormen. Omdat de twee partijen een zeer krappe meerderheid in het parlement hebben, betrokken ze ook de liberale partij NEOS bij de onderhandelingen. Die laatste partij stapte begin januari echter uit de gesprekken. Van der Bellen zag zich daarna genoodzaakt het cordon sanitaire weer te doorbreken, en stelde FPÖ-leider Kickl aan als formateur.

Maar vorige week woensdag liepen ook de gesprekken tussen de FPÖ en diens beoogd coalitiepartner ÖVP stuk. Radicaal-rechts en de conservatieven zouden grotendeels akkoord zijn geweest over de door te voeren bezuinigingen, maar werden het niet eens over de verdeling van de ministerposten.

Bij de hernieuwde poging van de ÖVP en de SPÖ zou die laatste partij zich welwillend tonen tegenover grote delen van de al gemaakte begrotingsplannen. Zo zei Peter Kaiser, SPÖ-gouverneur van de deelstaat Karinthië, zaterdag tegen de ORF dat de begroting van de FPÖ en ÖVP „op essentiële onderdelen kan worden overgenomen”.

Blijft het probleem dat de conservatieven en de sociaal-democraten samen slechts een nipte meerderheid in het Oostenrijkse parlement hebben. Toch dient ook daarvoor zich een oplossing aan: zowel de Groenen, die deelnamen aan het vorige kabinet, als de liberalen van NEOS hebben laten weten dat ze bereid zijn de coalitie op bepaalde punten te steunen.


Lees ook

Aardverschuiving in Oostenrijkse politiek met hoofdrol voor radicaal-rechtse FPÖ

FPÖ-leider Herbert Kickl bij zijn vertrek na een gesprek met president Alexander Van der Bellen, maandag. Foto Leonhard Foeger/Reuters