De dood van 24 militairen, het grootste verlies in één dag sinds Israël de Gazastrook binnenviel na het bloedbad dat Hamas op 7 oktober aanrichtte, heeft Israël als een mokerslag getroffen. Premier Netanyahu sprak dinsdag van „een van de moeilijkste dagen sinds het uitbreken van de oorlog”. Maar hij verzekerde zijn landgenoten dat Israël de oorlog desondanks zal voortzetten „tot de absolute overwinning”.
De exacte toedracht van het incident maandag, dat 21 Israëlische militairen het leven kostte, is nog onduidelijk. De militairen bevonden zich in twee gebouwen, dichtbij de grens met Israël. Ze hadden daar explosieven aangebracht om de gebouwen te laten instorten. De operatie maakte deel uit van een plan om een veilige bufferzone voor nederzettingen aan de Israëlische kant van de grens te creëren. Voordat de militairen de gebouwen hadden verlaten vond er echter een explosie plaats, vermoedelijk door artilleriegranaten van Hamas. Die lijkt tot een kettingreactie van explosies te hebben geleid waardoor de gebouwen instortten.
De dood van de militairen overschaduwde het nieuws dat het Israëlische leger er na weken van zware gevechten met Hamas in is geslaagd Khan Younis, de tweede stad van de Gazastrook, te omsingelen. Hun dood – en die van drie andere militairen die in het zuiden van de Gazastrook sneuvelden – onderstreepte dat de oorlog een stuk minder voorspoedig voor Israël verloopt dan de eigen politici en legerleiding doen voorkomen.
The Wall Street Journal meldde afgelopen weekend dat Israël sinds ‘7 oktober’ volgens Amerikaanse inlichtingendiensten twintig tot dertig procent van de naar schatting 25.000 tot 30.000 Hamas-strijders heeft gedood. Dat is minder dan het getal van 10.000 gesneuvelde Hamas-strijders dat Israël zelf hanteert. Ook zouden er volgens de Amerikanen minder gewonden aan Hamas-zijde zijn gevallen dan Israël zegt: circa 11.000 tegen 16.000.
Vernietiging van Hamas
Het kan dus nog geruime tijd duren voor Israël in de buurt komt van zijn belangrijkste oorlogsdoel: de vernietiging van Hamas. Pijnlijk voor Netanyahu, die meer dan wie ook op de haalbaarheid hiervan blijft hameren, was dat de gerespecteerde generaal b.d. Gadi Eisenkot onlangs in een interview met Israëlische journalisten verklaarde dat degene die beweert dat „een absolute nederlaag” voor Hamas mogelijk is „niet de waarheid spreekt”. Eisenkot maakt nota bene zelf deel uit van het selecte groepje militaire deskundigen binnen Netanyahu’s oorlogskabinet. Zijn eigen zoon sneuvelde onlangs in de Gazastrook. Ook Netanyahu zelf heeft overigens toegegeven dat de oorlog zich wel tot in 2025 kan voortslepen.
Ook een ander oorlogsdoel – de bevrijding van de 136 overgebleven gijzelaars uit handen van Hamas – is al een paar maanden geen stap dichterbij gekomen. Tot toenemende wanhoop van familieleden en vrienden. Hun toenemende ongeduld en frustratie kwamen maandag tot uitbarsting met een geslaagde bestorming van een vergadering van de Knesset, het Israëlische parlement in Jeruzalem. Daar eisten ze meer daadkracht van de parlementsleden om hun dierbaren vrij te krijgen.
Concrete toezeggingen kregen ze niet van de regering en de parlementariërs maar Israëlische media meldden dinsdag dat er met hulp van Qatar, Egypte en de Verenigde Staten onderhandeld zou worden tussen Israël en Hamas over een wapenstilstand voor een periode van twee maanden. In ruil daarvoor zou Hamas de gijzelaars in etappes moeten vrijlaten. Ook de Midden-Oostengezant van president Biden, Brett McGurk, die deze week in het Midden-Oosten is, zou bij de onderhandelingen zijn betrokken. Netanyahu ontkende maandag nog dat er zulke besprekingen werden gevoerd.
Door de aanhoudende Israëlische bombardementen – ook het afgelopen etmaal vielen er volgens het door Hamas gecontroleerde ministerie van Volksgezondheid weer 195 doden – is het totale Palestijnse dodental in de Gazastrook gestegen tot ruim 25.490. Ook zijn er enorme verwoestingen aangericht en lijden vele tienduizenden inwoners van de Gazastrook acute honger. Israël laat intussen slechts mondjesmaat humanitaire hulp toe.
Acties tegen Houthi’s
Israël en in zijn kielzog zijn voornaamste bondgenoot de VS krijgen hierom steeds meer kritiek te verduren, in het bijzonder uit de Arabische wereld. Mede om deze reden doen er afgezien van het kleine Golfstaatje Bahrein geen Arabische staten mee aan de door de Amerikanen geleide acties in de Rode Zee tegen de Houthi’s, die de internationale handel bedreigden met raketaanvallen op voorbijvarende schepen. De Houthi’s willen daarmee hun solidariteit met Hamas en de Palestijnen tot uitdrukking brengen.
In de nacht van maandag op dinsdag voerden de Amerikanen en de Britten opnieuw luchtaanvallen uit op acht verschillende Houthi-locaties. Het Pentagon verklaarde naderhand dat er onder meer een ondergrondse opslagplaats voor raketten onder vuur was genomen en controlekamers van de Houthi’s. Volgens de Britten bevonden twee van de locaties zich dicht bij het vliegveld van de Jemenitische hoofdstad Sanaa.
Net als bij eerdere beschietingen van de Houthi’s probeerden de VS en hun bondgenoten – ook Nederland heeft één officier te beschikking gesteld van de missie – de Houthi’s vooral materiële schade te berokkenen. Zo hopen ze te voorkomen dat het conflict verder escaleert. Het was niet meteen duidelijk of er ook doden bij waren gevallen.
De Houthi’s, die bewust een confrontatie lijken te hebben gezocht met de VS door zich achter Hamas en de Palestijnen op te stellen en passerende schepen te bestoken, kondigden dinsdag aan dat ze de Amerikaanse aanvallen „niet ongestraft” zouden laten passeren. Zo tekent zich steeds meer een nieuw front af in de Gaza-oorlog, naast de Gazastrook zelf en het Libanees-Israëlische grensgebied, waar Israël en Hezbollah elkaar sinds 7 oktober al met tussenpozen beschieten. Hezbollah nam dinsdag onder meer een Israëlische basis op de berg Meron onder vuur. Daags tevoren was het dodental aan de Libanese kant van de grens opgelopen tot boven de 200, onder wie 147 strijders van Hezbollah.
Lees ook
‘De pijn van kinderen in Gaza is onbeschrijfelijk’