N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Xenofobie De flatbrand in Johannesburg, waarbij eind augustus 77 mensen om het leven kwamen, ontstond tegen de achtergrond van corruptie, groeiende armoede, oncontroleerbare criminaliteit en anti-migratiesentimenten.
Wat op het eerste gezicht een noodlottig ongeval leek, was in werkelijkheid bijna onontkoombaar. De flatbrand eind augustus in Zuid-Afrika’s grootste stad, Johannesburg, die aan 77 mensen het leven kostte, illustreert hoe onveilig het leven is voor migranten in het land.
Op 31 augustus brak er brand uit in een van de honderden vervallen gebouwen in het zakelijke centrum van Johannesburg, waar migranten en arme Zuid-Afrikanen illegaal wonen. Deze gebouwen zijn vaak formeel eigendom van de stad, maar worden ‘gekraakt’ door criminelen die de ruimtes gebruiken voor illegale activiteiten of in kleine kamertjes verdelen en verhuren.
De woningen zijn vaak niet aangesloten op het elektriciteitsnetwerk en hebben geen betrouwbare sanitaire voorzieningen, zag Jeff Handmaker, die onderzoek deed naar dit soort gebouwen. Handmaker is verbonden aan het International Institute of Social Studies (ISS) van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. „Er wonen veel meer mensen dan waar capaciteit voor is. Maar de criminele bendes weten dat zij niet zullen klagen bij de gemeente, uit angst om uitgezet te worden naar hun land van herkomst. Dat zie je nu ook met slachtoffers van de brand.”
Wonen in de parkeergarage
Mensen woonden volgens de hulpdiensten in een soort hutjes, opeengepakt in het vijf verdiepingen tellende gebouw in de wijk Marshalltown, ook in de ondergrondse parkeergarage. De overbewoning en het gebrek aan goede vluchtroutes hebben waarschijnlijk bijgedragen aan het hoge aantal doden. Sommige mensen sprongen volgens getuigen vanaf de derde of vierde verdieping uit het raam in een poging aan de brand te ontsnappen.
De afbrokkelende controle van de gebouwen in de binnenstad, die voorheen werden bewoond door rijkere Zuid-Afrikanen, begon in de jaren tachtig. Bedrijven verlieten hun panden in het centrum, waar criminele bendes introkken, omdat de stad de gebouwen niet onderhield. Met de afschaffing van apartheid mochten ook zwarte mensen in de binnenstad wonen, wat de druk op de beschikbare woningen vergrootte.
Het stadsbestuur wijst als oorzaak voor het probleem op een wet die het onmogelijk maakt om mensen uit huis te zetten zonder alternatieve woonruimte aan te bieden. Daar is Lufuno Sadiki, criminoloog aan de universiteit van Pretoria, het niet mee eens. Het stadsbestuur faciliteert deze illegale verhuur, meent zij. „In het centrum van Johannesburg moet je wel heel creatief zijn, wil je ongezien honderden gebouwen kraken. Criminelen werken samen met de gemeente of politieagenten die tegen betaling een oogje dichtknijpen.”
Gewapende milities
Zo zijn er meer verhalen van gewapende milities die gebouwen of bouwterreinen binnendrongen en geld afpersten dat in de zakken belandde van politici van regeringspartij ANC. Een rapport uit 2022 van het Global Initiative against Transnational Organised Crime bracht een van de zeldzame gevallen aan het licht die voor de rechter kwamen, maar meestal blijven deze gebeurtenissen onbestraft. Het gemeentebestuur is slecht georganiseerd, de stad kende maar liefst acht burgemeesters in de afgelopen twee jaar. Daarnaast is er makkelijk een zondebok aan te wijzen voor de problematiek.
Naast arme Zuid-Afrikanen die werken in de stad maar daar geen woning kunnen betalen, zijn de bewoners namelijk ongedocumenteerde migranten, vooral uit buurlanden. Die laatste groep is aantrekkelijk voor werkgevers, omdat zij noodgedwongen een laag salaris en slechte werkomstandigheden accepteren. Een deel van de arme bevolking beschuldigt hen van het inpikken van banen. „De helft van de werklozen in Zuid-Afrika bestaat uit jongeren. Dat veroorzaakt frictie”, zegt Sadiki. Al blijkt uit onderzoek dat migranten en Zuid-Afrikanen niet concurreren om dezelfde banen.
Operatie Dudula
Het beeld van de migrant als zondebok is echter hardnekkig, zeker in Zuid-Afrika. „Zwarte migranten worden door witte én zwarte Zuid-Afrikanen gediscrimineerd”, zegt Handmaker. Zo werd twee jaar geleden Operatie Dudula [‘Eruit jagen’ in Zulu] opgericht, een organisatie van zwarte burgers die klopjachten op zwarte migranten organiseert.
Lees ook: ‘Erger dan nu kan het niet worden in de Zuid-Afrikaanse politiek’
De anti-migratieretoriek van politici wakkert de mythe aan dat het land wordt ‘overspoeld’ door migranten. Uit opiniepeilingen blijkt dat regeringspartij ANC bij de verkiezingen volgend jaar voor het eerst sinds 1994 waarschijnlijk geen meerderheid zal behalen. Operatie Dudula heeft de ambitie om dat vacuüm op te vullen en heeft zich getransformeerd tot een nationale partij, die aan de verkiezingen wil deelnemen. De organisatie speelt in op angstgevoelens dat zwarte migranten de macht in het land overnemen, terwijl zij in werkelijkheid juist het meest gemarginaliseerd zijn.
In mei van dit jaar, een paar maanden voor de brand, liet een van de burgemeesters, Kenny Kunene, nog gewelddadige invallen uitvoeren bij wat hij „illegale migranten” noemde. „In Johannesburg is de kwestie van de gestolen gebouwen een crisis aan het worden, die drastische maatregelen noodzakelijk maakt”, zei Panyaza Lesufi, politiecommissaris voor de provincie Gauteng in een verklaring. „Een grondige interventie is nodig om ervoor te zorgen dat rampen zoals de brand in Marshalltown, een van de dodelijkste uit de recente geschiedenis, nooit meer zullen voorkomen.” President Cyril Ramaphosa kondigde een grondig onderzoek aan.
De werkelijke oplossing ligt niet bij invallen, meent Sadiki. „Onze regering is heel goed in het doen van onderzoeken, maar we missen verantwoordelijkheidsgevoel bij het uitroeien van corruptie, het aanpakken van werkloosheid en het verbeteren van de sociale voorzieningen.” Ze voegt toe: „Naast dit soort gebouwen hebben we veel meer mensen die op informele manieren wonen. Er moeten nu geen tijdelijke oplossingen meer komen. Kijk dieper.”