Ook in het filosofie-examenboek steekt de cultuurstrijd op

Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: een helder schoolboek over menselijkheid en technologie

De schrijver Frantz Fanon.
De schrijver Frantz Fanon.

Bij schoolboeken is het altijd de kunst een balans te vinden tussen uitleg en commentaar of eigen mening, tussen van de kansel preken en op de hurken zitten, en tussen tekst (vaak te lang) en beeld (vaak te veel).

Dat is wonderwel gelukt in het boek dat de komende vier jaar (2024-2028) zal dienen als examenstof filosofie voor het vwo. In toon en opzet is het een ander maar zeker niet minder diepgravend werk dan zijn voorganger, Het goede leven en de vrije markt van de filosofen Ad Verbrugge, Jelle van Baardewijk en Govert Buijs, dat vooral een post-liberale cultuurkritiek was.

In dit boek gaat een nieuw trio aan de slag, docent filosofie Kirsten Poortier en de hoogleraren Erik Myin en Peter-Paul Verbeek, met het thema mens, lichamelijkheid en techniek. Met een titel (Wat maakt de mens?), die zowel kan slaan op artefacten als op wat ons mens maakt. Een eigentijds thema, nu techniek, kunstmatige intelligentie en de plaats van de mens op de planeet volop in de belangstelling staan.

Het boek behandelt die thema’s in vier ‘kwesties’. Informatief, niet-sturend en helder geschreven, uitgebreid met teksten van relevante denkers en schrijvers. Ook de vormgeving van het boek blinkt uit in helderheid.

Prettig is de actuele, maar gevarieerde insteek van de auteurs. Er is een gedicht van de non-binaire schrijver Marieke Lucas Rijneveld, maar even goed een kader over Plato en het christendom, met een Bijbel-fragment.

Afwijkende vertaling

Actueel is ook de cultuurstrijd die onbedoeld in het boek doorklinkt. Een fragment uit Zwarte huid, witte maskers van Frantz Fanon (1952) wijkt af van de oorspronkelijke vertaling, die in 2018 verscheen bij Octavo. Die kreeg destijds kritiek om het gebruik van het n-woord, dat geen adequate weergave zou zijn van nègre. Filosoof Grâce Ndjako vond dat het onvertaald moest blijven. In het fragment is nu, buiten passages met sprekende mensen, ‘neger’ vervangen door ‘Zwarte’, ‘zwarten’ of onvertaald gelaten. Een noot vermeldt dat dit is gedaan op verzoek van de vertaalster en uitgeverij Octavo, omdat het Nederlandse n-woord „steeds sterker als beledigend wordt ervaren”.

De auteurs van het schoolboek „betreuren deze beslissing”, schrijven ze. Zij vinden dat het n-woord lezers het meest „confronteert met de pijn die het woord generaties lang heeft veroorzaakt”. Dat is „belangrijker” dan het „glad te strijken”.

Uitgever Solange de Boer van Octavo laat desgevraagd weten dat de aanpassing is gedaan „omdat we gevoelig zijn voor de kritiek, en ook niet willen dat het woord afleidt van het boek, dat zou zonde zijn.” Vertaalster Jeanne Holierhoek wilde het in 2018 al afwisselen met ‘zwarte’, maar Fanons rechthebbenden die de vertaling fiatteerden, een dochter en zoon, stonden op een consequente vertaling van nègre.

Voor overleg met de erven was nu geen tijd, zegt De Boer. Dat wil Octavo wel doen bij een eventuele herdruk van de vertaling.

Een goeie eindexamenvraag zit er in elk geval wel in.