
Bij de actualiteitenraad in het Rotterdamse stadhuis kwam het gevoeligste agendapunt donderdag als laatst. Dit keer was het een containerschip in de Rotterdamse haven, met volgens activisten Israëlische wapenonderdelen aan boord, dat het oorlogsgeweld in de Gazastrook de raadszaal binnentrok.
„Als dit kabinet ervoor kiest weg te kijken, betekent dat niet dat wij dat als gemeenteraad ook moeten doen”, zei raadslid Serkan Soytekin (Denk).
Sarah Reitema (PvdA): „Wat je rol ook is: jezelf uitspreken tegen onrecht is het minste wat je kunt doen.”
Een „totaal kuldebat”, vond Simon Ceulemans, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam, die herhaalde wat de grootste raadsfractie bij elk Gaza-debat naar voren brengt: dat raad en college zich druk hebben te maken om gemééntelijke kwesties, in plaats van „internationale problemen naar de stad te importeren”.
Uitzondering
Een week eerder sprak een nipte meerderheid van de gemeenteraad zich in een motie uit tegen „mensenrechtenschendingen in Gaza”. Daarmee voegde Rotterdam zich bij een groeiende groep gemeenten die zich geroepen voelt een uitzondering te maken op de gewoonte zich niet uit te laten over internationale kwesties.
Een aantal van die gemeenten keert zich zelfs nadrukkelijk tegen het buitenlandbeleid van het kabinet. Een oproep van burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) van Amsterdam aan het kabinet om Israël tot de orde te roepen, kon in steden door het hele land rekenen op navolging, aldus Nieuwsuur na een rondgang.
Lees ook
In Gaza is sprake van genocidaal geweld, zegt de directeur van het NIOD
Een kleine greep uit de afgelopen dagen: Den Haag wil dat het kabinet het optreden van Israël veroordeelt. In Coevorden roept de lokale volksvertegenwoordiging het college op eveneens stelling te nemen. Utrecht moet van de gemeenteraad voortaan spreken van genocide. In Meijerijstad werd dat gezien en kwam er al gauw een soortgelijk voorstel.
Negenhonderd woorden
Diemen ging niet over één nacht ijs. In een zorgvuldig opgestelde verklaring van ruim negenhonderd woorden zette het college deze week uiteen waarom het een „morele plicht” voelt om zich uit te spreken en het kabinet op te roepen tot het „duidelijker veroordelen van militaire acties die disproportioneel veel burgerslachtoffers eisen”.
„Het is een heel gevoelig verhaal”, aldus burgemeester Erik Boog (D66). „We wilden op evenwichtige wijze reageren, in plaats van snel ad hoc een reactie te plaatsen. Het is een complexe kwestie met een enorme geschiedenis en allerlei invalshoeken. Dat afdoen met drie zinnetjes, vonden wij niet verstandig.”
Het conflict heeft volgens Boog „direct gevolg voor onze inwoners”. „Diemen is een hele diverse gemeente, we weten hoe sterk het leeft. Een gemeentebestuur heeft de plicht daar oog voor te hebben. We hebben daarnaast de plicht op te komen voor fundamentele waarden. En mensenrechten houden niet op bij lands- of gemeentegrenzen.”
In het Gelderse Westervoort wil de partijloze burgemeester Arend van Hout de oproep die hij deze week op persoonlijke titel deed aan het kabinet juist „niet groter maken dan het is”. Hij kon zich niet langer stilhouden. „Het gaat van kwaad tot erger”, zegt hij met verwijzing naar bombardementen op ziekenhuizen en de inzet van honger als wapen.
De onvrede over het Israël-standpunt van het kabinet-Schoof neemt gestaag toe. Nog slechts 15 procent van de Nederlanders steunt het beleid van Buitenlandse Zaken
Nee, zegt hij er zelf bij: het buitenlandbeleid is geen zaak van lokale bestuurders. „Het zou wat vermoeiend zijn als ik me als burgemeester elke week uit zou laten over een internationale kwestie. Maar wat hier gebeurt, tart elke beschrijving en is buiten alle proporties. Daar kon ik mijn mond niet over houden.”
Ventiel
De onvrede over het Israël-standpunt van het kabinet-Schoof neemt gestaag toe. Nog slechts 15 procent van de Nederlanders steunt het beleid van Buitenlandse Zaken, terwijl dat aan het begin van de oorlog nog 29 procent was, zo bleek onlangs uit het vierde Gaza-onderzoek van peilingbureau Ipsos I&O.
Het maatschappelijk onbehagen dat daarmee gepaard gaat dringt volgens Geerten Boogaard, hoogleraar Decentrale Overheden aan de Universiteit Leiden, onvermijdelijk door tot de raadszaal. Hij spreekt van een „ventielfunctie”. „De gemeente destilleert dingen die in de samenleving spelen en beweegt vervolgens mee.”
Het komt volgens hem wel vaker voor dat op lokaal niveau wordt afgeweken van de door Den Haag gestelde lijn. „Ik zou het gek vinden als dat niet gebeurt. Dat zou suggereren dat een gemeente geen volwaardige democratie is. Dat lokale overheden niet voldoende gedecentraliseerd zijn om een eigen opvatting te hebben.”
Want, zegt de hoogleraar, gemeenten zijn geen „filialen van de Rijksoverheid”. „Als een regiokantoor van het UWV in Noord-Holland zegt: wij willen ook iets vinden, zou dat raarder zijn dan wanneer de gemeenteraad van Amsterdam hier een mening over heeft. En als er genoeg aanleiding voor is, uit zich die mening in een statement.”
Kruisraketten
Het is „heel uitzonderlijk” dat lokale overheden zich bezighouden met internationale zaken, benadrukt Pieter Jeroense van VNG International, die promoveert op de internationalisering van Nederlandse gemeenten. Gemeenten weten volgens hem „dondersgoed” dat buitenlandpolitiek niet hun domein is.
Toch zijn er wel voorbeelden te noemen. Zo namen gemeenten op het hoogtepunt van de Koude Oorlog stelling tegen de stationering van kruisraketten. Zo’n honderd gemeenten verklaarden zich volgens Jeroense ‘kernwapenvrij’. Hellevoetsluis paste zelfs de plaatselijke gemeentelijke verordening aan. Dat ging het Rijk een stap te ver.
In dezelfde jaren tachtig ging het in de raad over het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Sommige gemeenten riepen het kabinet op zich uit te spreken, anderen namen zelf maatregelen: zo wilde Hilversum geen zaken doen met bedrijven die actief zijn in Zuid-Afrika en weigerde Deventer nog producten uit dat land aan te schaffen.
De afgelopen decennia zijn gemeenten de blik meer naar buiten gaan richten, zij het vooral met een economische bril op. Kijkt men over landsgrenzen heen, dan dient dat volgens Jeroense vrijwel altijd het eigenbelang. „Elk internationaal beleidsplan begint met: dit doen we om iets voor onze eigen inwoners of bedrijven voor elkaar te krijgen.”
Gevoeligheid
Dat het in menig gemeentehuis nu gaat over Gaza, laat zien hoezeer het conflict lokaal zijn weerslag heeft. Met name de steden, waar de betrokkenheid onder inwoners vaak groter is, kunnen er simpelweg niet omheen. Soms blijft het bij een motie in de gemeenteraad, elders spreekt ook de burgemeester of het volledige college zich uit.
De gevoeligheid van het conflict maakt dat gemeenten en bestuurders hun woorden wegen, vaak door de aandacht te vestigen op het menselijk leed. Kerkrade spreekt „geen oordeel uit over geopolitieke verhoudingen”, maar wil zich wel uitspreken „voor menselijkheid”. Diemen heeft het over „erkenning van leed aan alle zijden”.
Daarna komt dan vaak een oproep tot verdraagzaamheid. Zo roept Groningen haar inwoners op, „welke meningsverschillen er ook mogen bestaan, elkaar te blijven respecteren”. Gouda gaat specifiek in op de zorgen van Joodse inwoners, die soms „worden aangesproken op geweld waar ze niet verantwoordelijk voor zijn”.
Er zijn ook gemeenten die er bewust voor kiezen niet zo ver te gaan als Halsema. „In die discussie wil ik niet terechtkomen”, aldus de burgemeester van Den Bosch volgens het Brabants Dagblad. Venlo beschouwt een „standpuntinname en een daarbij mogelijk horende oproep” niet als haar rol, net als bijvoorbeeld Zwolle en Ede.
Het is een illusie om het voor iedereen goed te kunnen doen, weet de burgemeester van Diemen. „Voor de ene persoon gaat een verklaring nooit ver genoeg. De ander zegt: belachelijk dat jullie je hiermee bezighouden.”
Diplomatentaal
Welke impact het alles zal hebben, vindt promovendus Pieter Jeroense lastig in te schatten. Wel ziet hij, ook door demonstraties zoals vorige week zondag in Den Haag, de druk voor het kabinet oplopen. „Als honderdduizend mensen de straat op gaan, als burgemeesters zich namens zoveel inwoners uitspreken, is dat een krachtig signaal.”
Hoogleraar Geerten Boogaard wijst erop dat minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp heeft aangegeven Halsema te zullen bellen naar aanleiding van haar oproep. „Hij had ook kunnen zeggen: succes ermee. Dat hij in publieke statements zegt de telefoon op te willen pakken, is diplomatentaal voor dat hij het serieus neemt.”
Wat de burgemeesters die NRC sprak zeggen: zie het niet als een politieke uiting „Ik heb op geen enkele manier partij willen kiezen”, aldus Wim Hillenaar (CDA) van Maastricht. „Het gaat hier over oorlogsrecht en humanitaire spelregels. Dat zijn elementaire zaken die voor vriend en vrijheid zouden moeten gelden.”
„Het zou gek zijn als je als burgemeester je neutrale positie verliest door slechts te verwijzen naar het humanitair oorlogsrecht”, vindt ook Van Hout, burgemeester van Westervoort. „In welke situatie zou je je als burgemeester dan wél mogen uitspreken? Als dit al geen aanleiding is, blijft er weinig meer over.”
