N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Warwick (New York) Niemand hoeft medelijden te hebben met de familie Pirovitz. Ze wonen mooi, zijn gezond, werken allebei. Toch maken ze zich in aanloop naar de midterm-verkiezingen zorgen over stijgende prijzen. De remedie? „Trump”.
Spaanplaat, daar begon het mee. Scott en Ineka Pirovitz wilden twee, drie jaar geleden het dak al vernieuwen. Hun huis, in de verrukkelijke bossen van Orange County, New York, heeft cederhouten plankjes als dakbedekking, wollig als een hertenvacht. Daaronder liggen platen van geperst hout. Die moesten ze vervangen, maar ze stelden het steeds uit. Vroeg in de zomer van 2021 – de covidpandemie was op z’n retour – reed Scott eindelijk naar de doe-het-zelfwinkel. Kostten ze 130 dollar per plaat. „Honderddertig dollar! Een week eerder was het nog 40 dollar, goedkoper zelfs. En we hebben algauw zo’n vijftig platen nodig.”
Dat was de eerste keer dat de Pirovitz-familie merkte hoe sterk de prijzen aan het stijgen waren. En aan de benzine natuurlijk, zegt Scott. Hij forenst vijf uur per dag naar New York. „De prijzen aan de pomp knallen recht in je gezicht.”
Nu zitten ze nog steeds onder het oude dak. „We wachten liever nog even. We zijn voorzichtig geworden met grote uitgaven”, zegt Ineka, de laptop op schoot, met het overzicht van hun administratie.
De inflatie, en meer in het algemeen de economie, staat bovenaan de lijstjes van ‘grootste problemen’ volgens alle peilingen die in aanloop naar de tussentijdse parlementsverkiezingen van dinsdag zijn gehouden. Het verschil met het eerstvolgende thema is 10, soms 20 procentpunten. Dat is slecht nieuws voor de regeringspartij, de Democraten. In een enquête van Pew Research Center van vorige maand zei 73 procent van de ondervraagden zich „ernstige zorgen” te maken over de prijzen van boodschappen, 69 procent had hetzelfde gevoel over benzineprijzen.
Moeizame herstart na lockdown
Niemand hoeft medelijden te hebben met de familie Pirovitz (vader, moeder, tienjarige dochter Evie). Ze wonen mooi, ze zijn gezond, ze werken allebei. Ineka is lerares op een middelbare school, waar ze Engels leert aan migrantenkinderen. Scott werkt bij een hooggespecialiseerd dakdekkersbedrijf. En toch kun je juist bij hen goed zien welke wervelwinden allemaal door de Amerikaanse economie zijn geraasd in de afgelopen twee jaar.
Het begon met de covidpandemie, toen de vraag afnam, de prijzen daalden en de enige vrees was: houd ik mijn baan wel? Daarna kwamen de wilde prijssprongen bij het opheffen van de lockdowns – New York was een relatief strenge staat wat voorzorgsmaatregelen betreft. Al snel merkte Scotts bedrijf hoe moeizaam de herstart van de economie ging. Het werd lastig om bepaalde metalen in te kopen. „Zes maanden wachttijd voor koper.” Zijn baas ging zoveel mogelijk schaarse materialen kopen en dan maar opslaan. Die opslagkosten berekent hij natuurlijk door aan zijn klanten en zo stijgen de prijzen. En ten slotte is er de inflatie, die na een jarenlang bescheiden niveau in 2021 omhoog sprong naar 7 procent, dit jaar naar meer dan 8 procent.
„Scott doet de boodschappen”, zegt Ineka. „Als hij nu met twee tassen thuiskomt, heeft hij 100 dollar uitgegeven.”
„Twee jaar geleden was dat 70 dollar voor dezelfde boodschappen geweest”, zegt Scott.
Voor mensen in de middenklasse – zo beschouwen de Pirovitzen zichzelf – betekent het: kleine inkepingen in hun uitgavenpatroon. Een pakje Rao’s soep, een Italiaanse favoriet van Scott, ging van 4 dollar naar 7,50. „Ik koop het nog wel, maar dan geen zes pakjes zoals vroeger, maar drie.” Ze prijzen zichzelf gelukkig, want ze hebben op een nieuwssite gelezen dat een op de vier Amerikanen verwacht dit jaar geen echte Thanksgiving te kunnen vieren.
De inflatie mag dan gemiddeld 8 procent zijn, sommige producten zijn twee keer zo duur geworden, zoals de lekkere soep. Pootaarde of grasmaaiers zijn dan weer veel minder sterk in prijs gestegen.
Ze prijzen zichzelf gelukkig, want ze hebben op een nieuwssite gelezen dat een op de vier Amerikanen verwacht dit jaar geen echte Thanksgiving te kunnen vieren
De Pirovitzen hadden dit jaar een nieuwe auto nodig. „We zochten eerst een tweedehands auto. Niet één te vinden.” Via een neef van Ineka konden ze een nieuwe Toyota kopen. „Ze hadden er nog precies drie.” Amerikaanse autobedrijven plakken traditioneel de prijs van de auto op een sticker op de voorruit: sticker price is een begrip. Normaal gesproken is sticker price het startpunt van een onderhandeling over een korting. „Nu mochten we onze handen dichtknijpen dat mijn neef het bij de sticker price liet. Andere kopers moesten soms wel 5.000 dollar méér betalen.”
Dat verwijt maakt de regering-Biden het Amerikaanse bedrijfsleven. Dat zou de algehele inflatie aangrijpen om de prijzen even extra omhoog te krikken voor de maximale winst – en zo de inflatie verder aanjagen. In het eerste kwartaal van 2022 zagen de vijf grootste oliebedrijven hun winst verdrievoudigen ten opzichte van een jaar eerder. „Hé, zo werkt kapitalisme nu eenmaal”, zegt Scott. „Wil je mijn auto niet kopen, dan zoek je toch een andere?”
Meer vakantiedagen
De covidpandemie zette net als veel andere Amerikanen ook Scott en Ineka aan tot heroverweging van hun werkschema. Ze gaan ’s avonds om half negen naar bed en staan ’s ochtends om vier uur op. Scott rijdt dan naar z’n werk, Ineka gaat eerst hardlopen in de bossen, brengt dan Evie naar school, die begint om half acht. Daarna gaat ze naar haar eigen school.
Een paar maanden geleden had Scott zijn baan opgezegd. „Ik werd gek van het urenlang heen en weer rijden. Ik vond een baantje in de buurt, als opzichter bij een nieuwbouwbedrijf.” Na een paar maanden belde zijn oude baas. Hoe het beviel, die korte reistijd. Prima, zei Scott. Oké, maar viel er nog te praten? Natuurlijk. En zo keerde Scott terug naar zijn oude baan. Met meer vakantiedagen, meer ziekteverlof, hoger loon. Want dat is nog een van de wervelingen van de post-covideconomie: werknemers zijn door de krappe arbeidsmarkt in een sterke positie gekomen. Het gemiddelde Amerikaanse uurloon is tussen mei 2021 en augustus dit jaar met 7,6 procent gestegen. En daardoor stegen ook de prijzen, enzovoorts.
Een van de gevolgen, ziet Scott, is dat de bouw stilvalt. Of liever, een deel van de bouw. „De private sector stelt nieuwbouw en grote verbouwing uit. Zakenbank Goldman Sachs heeft de bouw van een grote kantoortoren stilgelegd omdat ze onvoldoende huurders konden krijgen.” Waar bouwt het bedrijf van Scott dan aan, dat zijn baas zo dringend personeel nodig heeft? „De publieke sector. Door de miljarden uit de infrastructuurwet van president Biden worden overal wegen, ziekenhuizen, scholen gebouwd.”
‘100 procent schuld van Biden’
De groei van de inflatie lijkt af te vlakken. De huizen- en autoprijzen dalen snel. Ziet de familie Pirovitz het eind van de problemen in zicht komen? En wat denken zij dat de kern van de problemen is? Eenvoudig: het is de schuld van de regering-Biden. „100 procent”, zegt Scott. „100 procent.”
Maar ze hebben juist de complexiteit van de economie in de afgelopen twee jaar besproken? De aanvoerproblemen, het tekort op de arbeidsmarkt, de overheidsinvesteringen? Toch. „Biden heeft drie dingen gedaan die ons hier hebben gebracht. Hij heeft de oliekraan dichtgedraaid en alles begint met de gestegen energieprijzen. Hij is overheidscheques blijven sturen naar de burgers toen het helemaal niet meer nodig was. De eerste cheque tijdens de lockdowns, toen veel mensen hun baan hadden verloren en onzeker waren over hun rekeningen, die was verstandig. Daarna was het geld pompen in een volle portemonnee.
„En we sturen miljarden naar Oekraïne in plaats van naar ons, om de Amerikanen die het moeilijk hebben te steunen”, zegt Ineka.
En de remedie? „Trump”, zegt Ineka. „Trump”, zegt Scott. „Onder Trump waren we voor het eerst energie-onafhankelijk.” Ineka: „Hij versterkte de grenzen, hief tarieven op buitenlandse importgoederen en schrapte onnodige regeltjes.” Scott: „Hij waakte over de belangen van gewone Amerikanen.”