PVVCampagne voeren als machtspartij
De PVV heeft zijn campagne opgetuigd als een echte machtspartij in de VVD-traditie: zo laat mogelijk beginnen met campagnevoeren, een eenvoudige boodschap (‘Timmermans of Wilders’) en een sterke focus op de partijleider. Nu de nexit van de affiches is verdwenen, domineert een ander merk: Geert Wilders.
Uiteindelijk is Brussel voor de PVV een bijzaak naast Den Haag. Wilders wil zijn positie als grootste partij, veroverd bij de Tweede Kamerverkiezingen in november, niet bij de eerstvolgende verkiezingen verliezen. En nog belangrijker: hij wil geen gedoe, geen relletjes rond zijn mensen die straks uit het Europees Parlement overwaaien en zijn coalitie in gevaar kunnen brengen.
In potentie kan de PVV een serieuze rol gaan spelen in het Europees Parlement. Het liefst, zei lijsttrekker Sebastiaan Stöteler afgelopen week in Op1, zou zijn partij zich aansluiten bij een radicaal-rechtse superfractie waarin zowel partijen als Rassemblement National (van Marine Le Pen) als Fratelli d’Italia (van Giorgia Meloni) zitten. Zo’n fusiepartij lijkt echter onwaarschijnlijk, door onderlinge verschillen.
In dat geval kan de PVV de ID-fractie, de fractie waarbij Rassemblement National nu zit en waarbij de PVV eerder ook was aangesloten, versterken met mogelijk acht of negen zetels. Geen van de andere politieke groeperingen lijkt veel zin te hebben om met deze ID-fractie samen te werken. Dat hoeft voor Wilders niet per se slecht te zijn: het betekent immers ook dat hij de komende jaren geen Brusselse compromissen met middenpartijen hoeft uit te leggen aan zijn Nederlandse kiezers.
Groen Links-PvdATimmermans als dé rivaal voor Wilders
Voor GroenLinks-PvdA kwam het als een geschenk uit de hemel dat Geert Wilders deze week Frans Timmermans als grote rivaal beschouwt bij de Europese verkiezingen. „Hij mag niet de grootste worden donderdag!”, twittert de leider van de PVV, die toch ook wel weet dat zij beiden niet op het stembiljet staan.
Een tweestrijd is gunstig voor beide partijen: door één duidelijke opponent te kiezen, trekken ze elkaar omhoog. De electorale populariteit die Wilders sinds november heeft weten vast te houden kan daardoor ook GroenLinks-PvdA aan stemmen helpen. Iedere zwevende kiezer die gruwt van het aanstaande rechtse kabinet zal denken dat zijn stem op de gecombineerde lijst van PvdA en GroenLinks meer zin heeft dan eentje op D66, Volt of SP.
In recente peilingen ontlopen de PVV en GroenLinks-PvdA elkaar niet veel als het gaat om wie de grootste Nederlandse partij in Brussel wordt. Maar voor de linkse combinatie kunnen acht of negen Europese zetels ook als een teleurstelling worden beschouwd. Dan zal opnieuw blijken dat het fusieproces niet het beoogde vliegwieleffect heeft; ze hebben in het huidige Europarlement gezamenlijk óók al negen zetels (drie voor GroenLinks, zes voor de PvdA).
Hoe de uitkomst ook wordt, de leiding van GroenLinks-PvdA zal ná donderdag steeds iets aan hun kiezers uit te leggen hebben. De via de gezamenlijke lijst verkozen parlementariërs zullen straks immers weer uit elkaar gaan, ieder naar hun eigen Europese fractie. De GroenLinksers bij de Groenen, de PvdA’ers bij de sociaaldemocratische S&D.
VVDSamenwerking PVV schaadt reputatie
Malik Azmani, de Europese lijsttrekker van de VVD, zag er in de campagne zo nu en dan getergd uit: als een journalist wéér begon over de samenwerking van zijn partij met de PVV, en hoe gevoelig dat ligt in Brussel. Andere liberale partijen in het Europees Parlement dreigen de VVD zelfs uit de liberale fractie Renew te zetten. Volgens VVD is dat „geroeptoeter”, bedoeld voor de campagne, en zal het niet zover komen. Pijnlijk is het wel. Vooral voor Azmani zelf, die begin dit jaar heel graag voorzitter had willen worden van Renew. Hij trok zich terug als kandidaat toen hij merkte dat er te veel weerstand was.
Het zal de reputatie van de VVD onder de geestverwanten in Brussel niet helpen als de partij bij deze verkiezingen zetels zou gaan verliezen. De VVD heeft nu vijf van de 29 zetels (straks 31) in het Europees Parlement. Als dat er vijf blijven, zal de VVD zo goed als zeker tevreden doen, en misschien ook echt zíjn: in peilingen voor de Tweede Kamer staat de partij van Dilan Yesilgöz al een tijdje op verlies. Dan valt gelijk blijven in Europa, ook al zijn er deze keer twee zetels extra te verdelen, toch voelen als: het valt mee.
Als de VVD in het Europees Parlement zetels verliest, zal dat zo goed als zeker hard aankomen bij Yesilgöz, die in haar partij haar leiderschap nog moet bewijzen en nu begint aan een onzeker avontuur in het kabinet-Schoof. Onder VVD’ers is de stemming over haar welwillend, maar heel overtuigend lijkt de steun voor haar nog niet.
D66Ook in Europa straks minder relevant
Na twee kabinetsdeelnames, het (niet zo nieuwe) leiderschap van Sigrid Kaag en de grote verkiezingsnederlaag bij de Tweede Kamerverkiezingen is de politieke relevantie van D66 in Den Haag behoorlijk geslonken. Dat dreigt nu ook in Europa te gebeuren.
Met de vorming van een nieuwe radicaal-rechtse regering zal de ambitieuze, deels progressieve agenda van Rutte IV van tafel vallen. Daar had juist D66 in 2021 zo haar stempel op weten te drukken: klimaat, stikstof, onderwijs. Met nog maar negen zetels in de Tweede Kamer zal het D66 niet zomaar lukken om daar effectief tegenin te gaan.
Vanuit het Europese parlement zal de oppositie tegen de rechts-conservatieve wind die door Europa waait mogelijk nog lastiger worden. In de laatste peiling van Ipsos I&O lijkt D66 de twee zetels die ze in 2019 won nog wel te behouden, maar de invloed van de liberale Renew-fractie zal slinken. In een recente peiling van het Brusselse nieuwsplatform Politico dalen de liberalen van ruim honderd zetels nu naar 76. Dat maakt het onzeker of zij straks opnieuw deel zullen uitmaken van de Europese Commissie.
Een tweede mogelijke frustratie is dat D66 voor het eerst (links) kan worden ingehaald door Volt, de jonge partij die zich presenteert als nóg progressiever en nóg Europeser. Nog wranger zou zijn als ook de Vlaamse tak van Volt een zetel weet te behalen. Lijsttrekker daarvan is Sophie in ’t Veld, de vrouw die twintig jaar lang delegatieleider van D66 in het Europarlement was. In onmin keerde ze vorig jaar de partij de rug toe.
VoltPan-Europese partij wil doorbreken
Voor de pan-Europese partij Volt zijn de Europese verkiezingen de belangrijkste. De partij doet mee in vijftien Europese landen, en hoopt zetels uit verschillende landen te combineren in één fractie. Op dit moment heeft Volt één zetel in het Europees Parlement, via Duitsland. Er is meer ongebruikelijk aan de campagne van Volt, dat op basis van peilingen de vijfde partij hoopt te worden. Reinier van Lanschot werd door de leden van Volt gekozen tot lijsttrekker, maar hij combineert die functie met de nummer twee op de lijst, Anna Strolenberg, omdat volgens Van Lanschot „evenredige vertegenwoordiging bijdraagt aan betere keuzes in de politiek en betere keuzes in de samenleving”.
Europese eenwording is het kernpunt voor Volt, dat zichzelf progressief noemt, maar niet links of rechts wil zijn. De natiestaat noemt Van Lanschot in zijn boek Wij zijn Europa „een achterhaald verhaal”. Wetten en regels komen grotendeels uit Europa, en daar moeten landen, ook Nederland, zich op aanpassen. Daarom wil de partij een federaal Europa oprichten, met een Europese regering en premier, het vetorecht van EU-lidstaten afschaffen en het Europees Parlement meer bevoegdheden geven. Ook pleit Volt voor een Europees leger en een Europese minister van Buitenlandse Zaken. Als deze verkiezingen een succes worden en Volt via meerdere landen zetels wint, bijvoorbeeld via ex-D66’er Sophie in ‘t Veld in België, dan is het bestaansrecht van de partij als pan-Europese beweging bewezen. Vooralsnog is Volt vooral in Nederland aan het groeien.
BBBEerst een plek aan tafel
De BoerBurgerBeweging wil met „de vuist op tafel” slaan in Europa, maar dan moet de partij eerst aan tafel zitten. De eerste zetel in het Europees Parlement zou BBB donderdag binnen kunnen slepen, volgens peilingen. Zo niet, dan wordt het lastiger om invloed te krijgen op het Europese landbouwbeleid.
Een eerste zetel is mooi, maar valt in het niet bij de snelle opmars die BBB sinds 2021 heeft gemaakt. Maart vorig jaar was de jonge partij nog de grote winnaar in alle provincies, de waterschappen en de Eerste Kamer. Daarna piekte BBB even met 31 virtuele Tweede Kamerzetels – en won er uiteindelijk zeven.
Rond de formatie van het nieuwe kabinet met PVV, NSC en VVD is BBB zich harder en rechtser gaan profileren. Dat kan een probleem worden als BBB zich, net als NSC, wil aansluiten bij de christendemocratische Europese Volkspartij (EVP), het grootste machtsblok (nu 176 zetels) in het Europese Parlement.
Het CDA, dat veel Kamerzetels aan BBB is kwijtgeraakt en al in de EVP zit, heeft bezwaren. Wegens de formatie van BBB met de PVV, het anti-Europese geluid, en de kritiek op Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie én lijsttrekker van EVP. Mocht BBB straks om aansluiting vragen, zal het CDA als Nederlands EVP-lid om advies worden gevraagd.
Het CDA kan een brief met de nodige reserves over BBB aan andere EVP-politici meegeven. Mocht de stemming over toelating negatief uitvallen, dan is BBB aangewezen op een ander, kleiner machtsblok. Bijvoorbeeld de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR), met nu 69 zetels de vijfde fractie.
CDAVerliezen, met een vleugje hoop
Bij Europese verkiezingen laat het CDA al decennia zien wat het bij nationale verkiezingen ook doet: de christendemocratische taartpunt in het parlement wordt steeds kleiner. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2004 stemde ruim 24 procent van de kiezers op de partij, in 2014 was dat ruim 15 procent. En in 2024? Het CDA lijkt volgens peilingen te halveren, van vier naar twee zetels.
Verlies op verlies kent één voordeel: niemand die er echt nog van opkijkt als er weer eens zetels verloren worden. Maar verlies incalculeren is wat anders dan dat CDA’ers zich erbij neergelegd hebben. Nederlandse partijen hebben dit jaar meer zetels te verdelen dan in voorgaande jaren en in het CDA hopen ze op een derde zetel.
Daarvoor heeft lijsttrekker Tom Berendsen nog wel wat concurrentie te verslaan. Het CDA behoort in Brussel tot de Europese Volkspartij, samen met ChristenUnie en 50PLUS. Na de verkiezingen willen ook de twee grote electorale concurrenten zich bij de EVP voegen: BBB en NSC. Die kans is niet denkbeeldig. Hoewel de Europese christendemocraten drie voorwaarden stellen aan wie wil toetreden na de verkiezingen – partijen moeten pro-Europa, pro-Oekraïne en pro-rechtstaat zijn – is de EVP vooral een machtspartij.
Dat CDA’ers zich de afgelopen tijd kritisch zijn gaan uitlaten over toetreding van BBB (te rechts) en NSC (te eurokritisch) heeft naast principes ook te maken met hun eigen positie. Als grootste Nederlandse partij in de grootste Europese fractie was het CDA verzekerd van invloed. Die zal het na de verkiezingen waarschijnlijk moeten gaan delen. De verzachtende omstandigheid die CDA’ers nog zien: zoals het er nu uitziet zullen ze, ondanks verlies, toch de grootste Nederlandse partij in de EVP zijn.
NSCKomt na winnen nog eens winnen?
De enige verkiezing waar NSC tot nu toe aan meedeed was die voor de Tweede Kamer, waar de partij van Pieter Omtzigt afgelopen november in één klap met twintig zetels binnenkwam. In de partij weten ze: het resultaat van alle verkiezingen dáárna wordt aan de eerste afgemeten. Weet NSC dat succes vast te houden?
Voor Pieter Omtzigt geldt dat hij met NSC het door hem gewenste eurokritische geluid kan laten horen waar hij in het CDA ruimte voor zocht. Hoewel hij dat de afgelopen dagen weinig zelf liet horen – een enkel mediaoptreden daargelaten. Zoals meer partijleiders van de nieuwe coalitie, werd het grootste deel van de agenda van Omtzigt opgeslokt door de formatie.
Europees lijsttrekker Dirk Gotink was op meer plekken te zien. Dat was nodig, hij is onbekend bij het grote publiek. Gotink was tot voor kort nog CDA’er en de rechterhand van Manfred Weber, de leider van de Europese Volkspartij waar NSC zich na de verkiezingen bij hoopt aan te sluiten. De NSC’er hoopt met drie zetels aan te kunnen kloppen bij de christendemocraten, de partij wordt tussen de een en twee gepeild – hoewel de foutmarges groot zijn.
Dat de formatie in een afrondende fase zit, net in de campagne voor de Europese verkiezingen, vonden NSC’ers lastig. Er was daardoor minder ruimte voor de Europese boodschap, die werd overschaduwd door het onlangs gesloten coalitieakkoord. Bovendien maakt het van donderdag ook een testmoment voor NSC: in hoeverre laten kiezers het nationale politieke speelveld meetellen in hun stem, en werkt dat dan in het voordeel van de jonge partij?
SPEindelijk winst na teleurstellingen?
Het is een mooi vooruitzicht voor de nieuwe partijleider Jimmy Dijk: de eerste zetelwinst in negen jaar tijd is binnen handbereik.
Na 2015 heeft de SP geen verkiezing meer gewonnen. In december stapte Lilian Marijnissen op, na zeven verloren verkiezingen op rij. Een daarvan was de Europese verkiezing in 2019.
Het was een geflopte campagne, vonden SP’ers ook zelf. Vooral een fel filmpje tegen de PvdA trok de aandacht. Lijsttrekker en Eurocommissaris Frans Timmermans (‘Hans Brusselmans’) werd neergezet als vraatzuchtige eurofiel die Nederland wil „opslokken”.
De uitslag was vernederend: Timmermans’ PvdA was de grote winnaar, de SP raakte haar beide zetels kwijt.
Dat de socialisten uit Brussel verdwenen, werkt nu in het voordeel van Dijk. Het vergroot zijn kans op winst. Wat ook helpt: bij deze verkiezingen wint de SP al een zetel bij hetzelfde percentage stemmen als in 2019, omdat er nu meer zetels te verdelen zijn.
Het optimisme in de partij is groot. Dijk trekt media-aandacht met zijn felle aanvallen op de PVV, over armoede, zorg en zware beroepen. De PVV stond altijd naast de SP om méér actie te eisen op deze onderwerpen. Als aankomend regeringspartij is de partij ineens terughoudend. Dat biedt SP’ers de hoop dat kiezers die overstapten op de PVV de komende jaren weer terugkeren.
Voor nu is één Brusselse zetel haalbaar, denkt de SP. De peilingen lijken dat te bevestigen. Het zou de partij nog meer optimisme geven en de positie van Jimmy Dijk verstevigen: de weg omhoog is gevonden.
ChristenUnie en SGPWellicht alle zetels kwijt
Voor de eerste keer in vier decennia doen de SGP en de ChristenUnie niet met een gezamenlijke lijst mee aan de Europese parlementsverkiezingen. Dat kan grote consequenties hebben voor hun Europese toekomst: als de uitslag tegenvalt, zouden beide partijen hun zetel in het Europees Parlement kunnen verliezen.
SGP en de ChristenUnie hebben een lange samenwerkingsgeschiedenis op Europees niveau: (voorlopers van) de twee partijen vormden één lijst sinds de eerste Europese verkiezing in 1984. Ze verschilden weliswaar van elkaar – ChristenUnie is op veel vlakken progressiever, socialer en pragmatischer dan de SGP – maar gebonden door een gedeelde geloofsovertuigingen konden de twee toch met elkaar door één deur. De afgelopen verkiezingen haalden de partijen samen elke keer twee zetels in het Europees Parlement.
Twee jaar geleden werden de verschillen te groot, en maakte de ChristenUnie een einde aan de samenwerking, tegen de wil van de SGP in. De samenwerking liep stuk op een meningsverschil over de Europese fractie waarin de twee partijen zetelden. Beide partijen waren ondergebracht in de Europese Conservatieven en Hervormers (ECH), een kleine conservatieve Europese fractie. Na de Europese verkiezingen van 2019 werd ook Forum voor Democratie onderdeel van deze Europese groep, waarna de ChristenUnie de ECH verliet om zich bij de gematigdere christen-democratische Europese Volkspartij (EVP) te voegen. De SGP bleef bij ECH, wat voor de ChristenUnie een breekpunt was.
Inhoudelijk zullen de ChristenUnie en de SGP zich enigszins bevrijd van elkaar voelen. Ze staan bijvoorbeeld lijnrecht tegenover elkaar wat betreft asielmigratie en klimaatbeleid. De scheiding kan ze echter duur komen te staan: in de laatste peiling van Ipsos I&O lijken beide partijen nét onder de kiesdrempel te zakken. Als dat gebeurt, dan verliest klein-christelijk Nederland plots al zijn stemgeluid in Europa.