Ook de stad Utrecht heeft nu z’n eigen wijn

Of een club wijnmakers de helling tegen hun materiaalopslag in het Máximapark mocht gebruiken voor wijnteelt? Ze vonden het bij het Stadsbedrijf maar een opmerkelijk verzoek. Hier, op een sportpark? Waar de spitsen van VV De Meern ook geregeld een bal over het doel schieten, die dan op de helling neerploft? En kon dat eigenlijk wel, wijnteelt op deze grond?

De overtuigingskracht van de stichting Stadswijngaard Utrecht bleek groot, en de gemeente werkte mee. Zo plantte burgemeester Sharon Dijksma in het voorjaar van 2023 de eerste wijnstok op de helling, waarna nog eens zo’n vijfhonderd volgden. Ook staan er appelbomen en veel wilde bloemen, goed voor de biodiversiteit en voor appelsap.

Sommige stokken groeien al flink de hoogte in, terwijl andere planten het wat moeilijker hebben. Hier en daar zitten al kleine trosjes druiven aan de stokken. Wijn zal daar voorlopig nog niet van worden gemaakt, zegt Els Groenewoud. Ze is als begeleider betrokken bij de wijngaard, die volledig draait op zo’n honderd vrijwilligers. „Het duurt drie tot vier jaar voordat de stokken voldoende goede druiven opleveren voor wijn.”

Tonen van citrus en meloen

Toch kon de Stadswijngaard vorige maand de eerste zelfgeproduceerde fles opentrekken. De afgelopen jaren legden de Utrechters onder leiding van wijngaardenier Peter Groeneveld al wijngaarden aan op de Koningshof aan de oostkant van de stad en op de Clos, een verwaarloosde binnentuin in het centrum. Groenewoud heeft een lege fles wit bij zich, met een Domtoren op het etiket: „Hij smaakt fris, met tonen van citrus en meloen en een stevig zuurtje.” Zelf proeven zit er niet in: de eerste oplage bedroeg slechts 240 flessen, die grotendeels naar vrijwilligers en donateurs gingen.

Begeleider Els Groenewoud checkt de wijnstokken in het Utrechtse Máximapark, ze is benieuwd naar de smaak van de eerste wijnproductie.Foto Dieuwertje Bravenboer

Nederland wordt als wijnland steeds populairder, wat niet los kan worden gezien van klimaatverandering. Met de oplopende gemiddelde temperaturen krijg je kwalitatief betere wijn en een hogere opbrengst, wat het voor commerciële wijnboeren aantrekkelijk maakt. De Nederlandse wijnoogst breekt al enkele jaren records, maar met name 2023 springt in het oog. De productie kwam volgens cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uit op 12.775 hectoliter, tegenover de 9.837 van het jaar ervoor. Daarmee kun je 1,7 miljoen flessen wijn vullen. Wereldwijd ging het juist minder met de productie. Extreme weersomstandigheden bemoeilijken het werk van onder andere Zuid-Europese wijnboeren.

Oorsprongsbenaming

De grote oogst is volgens Manon de Boer van de Vereniging Nederlandse Wijn Producenten (VNWP) mede te danken aan het aantal nieuwe wijngaarden dat in de afgelopen jaren is aangelegd. Hoewel eenduidige cijfers ontbreken, gaan de VNWP en de RVO uit van 300 hectare aan wijnranken in Nederland. „Je ziet bestaande wijnproducenten uitbreiden en er nieuwe bijkomen”, zegt De Boer. Ook de Europese Commissie ziet de Nederlandse wijnteelt volwassen worden. Sinds juli mogen Twentse wijnboeren de Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) voeren op hun etiket, als ze voldoen aan bepaalde voorwaarden voor de teelt en productie. Het is de negende Nederlandse wijnregio die zo’n BOB heeft.

Toch zal Nederland niet snel een groot wijnland worden, denkt De Boer: „Je begint niet zomaar een wijngaard. De grond moet geschikt zijn, en is vaak ontzettend duur. Wijnproducenten moeten het hebben van overkopen en geleidelijk doorgroeien. We zullen in Nederland dan ook niet snel naar duizend of tweeduizend hectare toegroeien, laat staan naar de aantallen die je in de Bordeaux-regio of Duitsland ziet.”

De Stadswijngaard Utrecht maakt gebruik van druivenrassen als souvignier gris, sauvignac en sauvignon nepsis.Foto Dieuwertje Bravenboer

Souvignier gris

Wie in de supermarkt een fles wijn koopt, komt vaak uit bij bekende druivenrassen als chardonnay, pinot noir of chianti. Maar in de Utrechtse wijngaard vind je andere druiven, zegt Groenewoud. Terwijl ze tussen de wijnranken door loopt, somt ze de rassen op. „Souvignier gris, sauvignac en sauvignon nepsis. Een bewuste keuze: deze druiven doen het beter in een gematigd klimaat, ze zijn schimmelresistent en worden minder snel aangetast door fruitvliegen dan rode wijndruiven met een dunne schil.”

De konijnen in het Máximapark vinden de druiven in tegenstelling tot de vliegen wél lekker. Groenewoud wijst naar een omhulsel aan de onderkant van de stok: “Die hebben we meteen geplaatst, zodat de planten niet opgegeten worden.” De vrees voor amateurvoetballers die de stokken kapot trappen met mislukte doelpogingen, blijkt tot nu toe ongegrond. Niet dat ze bij VV De Meern altijd raak schieten: „Het gebeurt weleens dat een bal in de wijngaard belandt, maar er zijn geen planten door gesneuveld.”


Lees ook

Nog nooit zoveel Nederlandse wijnproductie als in 2023

In de wijngaard van het Betuws Wijndomein worden Johanniter druiven geplukt. Nederlandse wijngaarden produceerden in 2022 een recordhoeveelheid wijn.

Parkieten houden van druiven

Zo heeft elke wijngaard in Utrecht z’n eigen uitdaging, zegt Groenewoud. „In het centrum ziet de wijngaard er prachtig uit, zo in een binnentuin. Maar er is weinig wind en weinig zon. En waar wij konijnen hebben, hebben zij parkieten die dol zijn op druiven.” Bij het Máximapark zijn volgens haar omstandigheden voor wijnteelt het best: „In Frankrijk en Italië staan wijngaarden ook op een helling, omdat de wind en het zonlicht de stokken dan goed kunnen bereiken. Dat is hier ook het geval ”

Spannend vindt ze het effect dat de bodem uiteindelijk zal hebben op de smaak van de wijn. Hoewel de wijnmakers vooraf de bodem hebben gemonsterd, is de kwaliteit verschillend. „Daar is het zand”, wijst Groenewoud naar de zuidelijke helling. „Daar kunnen wijnstokken lastig in wortelen.” Op de rest van het perceel is dan weer meer kleigrond, of een combinatie van klei, zand en kiezels. Het resultaat laat nog een paar jaar met veel onderhoud en vrijwilligersuren op zich wachten. Groenewoud: „Dat geduld hebben we er wel voor over.”