N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Geneeskunde Granen, zaden, onrijpe bananen en peulvruchten bevatten zogeheten resistent zetmeel. Dit helpt tegen een vervette lever.
Meer onverteerbaar zetmeel eten verlaagt de hoge hoeveelheid vet in de lever bij mensen met leververvetting. Dat komt doordat hun darmflora daardoor verbetert, laat Chinees onderzoek deze week zien in het wetenschappelijke vaktijdschrift Cell Metabolism. Als muizen met een vervette lever de darmbacteriën van deze behandelde mensen krijgen, wordt hun lever kleiner en de hoeveelheid vetten erin lager.
Niet alleen alcoholisten krijgen leververvetting, ook mensen die niet overmatig alcohol drinken, vaak door een ongezonde leefstijl. Die niet-alcoholische leververvetting (non-alcoholic fatty liver disease, NAFLD) is de meest voorkomende leveraandoening en treft ruim een kwart van de wereldbevolking. In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen het. Bij een op de drie patiënten mondt de ziekte uit in een ernstige leverontsteking, niet-alcoholische steatohepatitis (NASH), die kan leiden tot leverschade en leverkanker. Er is nog geen remedie tegen de ziekte, daarom zoeken wetenschappers naar manieren om de aandoening te remmen. Een van die manieren is via darmbacteriën.
Onrijpe bananen
Resistent zetmeel kan in de menselijke dunne darm niet verteren tot suikers. De juiste enzymen ontbreken daarvoor. In de dikke darm zijn deze onverteerbare vezels voeding voor gunstige darmbacteriën. Er zijn verschillende soorten resistent zetmeel, het zit onder meer in granen, zaden, onrijpe bananen, peulvruchten en rauwe aardappel, maar ook in gekookte en daarna weer afgekoelde aardappelen, rijst en pasta.
Vier maanden lang dronken 99 Chinese volwassenen met niet-alcoholische leververvetting twee keer per dag voor de maaltijd een groot glas water met 20 gram poeder van onverteerbaar zetmeel uit een bepaald type maïs (hoog-amylose mais). Een vergelijkbare groep andere patiënten kreeg gewoon zetmeel. Daarnaast kregen alle deelnemers dieetadvies van een voedingskundige.
Na vier maanden was de hoeveelheid triglyceriden in de lever bij de behandelde groep bijna 40 procent lager dan in de controlegroep. MRI-scans onthulden dat er duidelijk minder vet in de lever en rond andere organen zat. Ook allerlei ontstekingswaarden en leverenzymen waren verbeterd, een teken dat de schade aan de lever was verminderd.
Een verbetering van 40 procent is indrukwekkend veel, vindt Stijn Meijnikman, leveronderzoeker aan de University of California in San Diego (VS) en niet betrokken bij dit onderzoek. Hij is diep onder de indruk van de omvang van de studie. „Een deel van de verbetering van de levervetten komt door gewichtsverlies. De groep die resistent zetmeel kreeg, viel tijdens de studie meer af dan de controlegroep. Het is goed dat de onderzoekers daarvoor hebben gecorrigeerd. Uit hun analyse blijkt dat bijna 6 procent van de daling in levervetten onafhankelijk optreedt van het gewichtsverlies.”
Bij de behandelde deelnemers was ook de samenstelling van de darmbacteriën veranderd, in tegenstelling tot bij de controlegroep. Met name de bacteriestam Bacteroides stercoris was minder aanwezig. De afbraakproducten van die bacteriestam hebben een ongunstig effect op de vetstofwisseling in de lever, tonen de onderzoekers aan.
Verbeterde samenstelling
En andersom laat een proef met muizen zien dat de gunstige effecten op de levervetten inderdaad dankzij de verbeterde samenstelling van de darmbacteriën optreden. Muizen die wekenlang eten kregen met veel vet en cholesterol zodat hun lever vervette, kregen poeptransplantaties van de behandelde patiënten of van de controlegroep. De muizen die de behandelde poep kregen, verloren meer gewicht, kregen kleinere en minder vervette levers en minder ontstekingen.
Resistent zetmeel zou een simpele behandeling kunnen zijn bij niet-alcoholische leververvetting, concluderen de onderzoekers. En de bevindingen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe behandelingen die het microbioom gunstig beïnvloeden.
Lees ook: Bacteriën in de darmen van leverpatiënten maken zelf alcohol