Ontworteld en geïsoleerd zaten deze ouderen in hun wisselwoning in een weiland bij ten Boer

Rika Boer (91) zegt het heel rustig, terwijl ze naar het rode kleed op haar eettafel kijkt. „Het is een heel beroerde tijd geweest.” In de hal staan verhuisdozen. Een deel is nooit uitgepakt. Boer woont sinds april vorig jaar in een wisselwoning, een tijdelijke woning waar inwoners van Groningen kunnen verblijven in de tijd dat hun huis aardbevingsbestendig gemaakt wordt. In het hele aardbevingsgebied staan wijkjes met wisselwoningen. Maar net buiten Ten Boer is er een die net wat anders is. Hier, aan de Verlaatweg, woont een groep ouderen.

Normaal wonen ze in een aanleunwoning in het centrum van Ten Boer. Dicht bij de supermarkt, drogist, bibliotheek. Maar het appartementencomplex is niet veilig bij een door de gaswinning veroorzaakte aardbeving. De gevel en het dak moeten verstevigd worden en de eigenaar gaat het pand ook meteen verduurzamen en vernieuwen. Sinds april vorig jaar wonen de ouderen daarom in een wisselwoningwijk in een weiland buiten het dorp. Voor de Kerst zouden ze weer terug zijn, maar de versterking liep vertraging op. Vanaf halverwege februari verhuizen de eerste ouderen weer terug. De laatsten begin maart.

De schaal waarop wordt vertimmerd, gesloopt en nieuw gebouwd in het aardbevingsgebied in Groningen is enorm. 27.455 adressen moeten versterkt worden. Bijna de helft daarvan voldoet inmiddels aan de veiligheidsnorm. De rest moet nog beoordeeld of verbouwd worden. Als bewoners tijdelijk niet thuis kunnen wonen, biedt de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), verantwoordelijk voor de uitvoering van de versterking, tijdelijke huisvesting aan. De NCG heeft 1010 wisselwoningen, vaak in wijkjes in een weiland buiten het dorp

Vanuit haar woning in het dorp kon Rika Boer met haar rollator zelf boodschappen doen of even op bezoek bij een vriendin. Vanaf de wisselwoningwijk is het een halfuur lopen naar het dorp. Dat kan ze niet. Maar het grootste probleem is de telefoon. De verbinding werkt vaak niet en de telefoon die ze in deze woning heeft is anders dan haar eigen telefoon. Veel kleiner en het apparaat en de knoppen zijn beiden zwart. Boer ziet slecht en kan met het nieuwe apparaat niet overweg. „De helft van de tijd werkt het niet en kan ik niet bereikt worden”, zegt Boer.


Lees ook
De gezondheid van Groningers met én zonder schade aan hun huis gaat achteruit

Een groot gedeelte van de huizen in het Groningse dorp Overschild wordt gesloopt in 2020.

‘Ziek van geweest’

Over de eerste maanden in haar tijdelijke huis kan ze niet veel vertellen. „Ik ben er ziek van geweest. Het is net alsof ik er niet was.” Boer is niet de enige die het zwaar heeft in de wisselwoning. Vier bewoners konden niet aarden in de nieuwe wijk en wonen nu in het verzorgingstehuis in het dorp. Voor de verhuizing woonden ze nog zelfstandig.

Rika Boer (91) Dat je mij niet kan bereiken, vond ik vreselijk. Maar zelfs dat went

In de eerste nacht in de wisselwoning in april overleed een van de bewoners, een 97-jarige vrouw. Later overleden nog twee bewoners. Boer kende twee van de drie goed. „Het heeft mij erg aangegrepen. Voor mij staat vast dat ze zijn overleden omdat ze de verhuizing niet aankonden. Wil ik hier ook aan onderdoor, heb ik mijzelf afgevraagd. Dat wil ik niet. Er zijn nog genoeg leuke dingen.”

Alles went, werd het motto van Boer om de tijd door te komen. „Dat je mij niet meer kan bereiken, vond ik eerst vreselijk. Maar zelfs dat went. Niet dat het prettig is.” De tijd komt ze door met audioboeken of televisiekijken. Dan schuift ze de stoel zo dicht mogelijk bij de televisie om het beeld te kunnen zien. Vaak kijkt ze naar het nieuws of naar debatten in de Tweede Kamer. „Ik probeer goed bij te houden wat er in de wereld gebeurt.”


Lees ook
Daan (11) uit Woltersum ziet scheuren in de muren van zijn huis en zijn school

Demissionair premier Mark Rutte bezocht vrijdag een basisschool in het Groningse aardbevingsgebied.

Bingo of een quiz

Om het voor de ouderen wat aangenamer te maken, organiseert de dorpscoöperatie van Ten Boer elke woensdagochtend een activiteit in de koffiekamer, een wisselwoning in het midden van het wijkje die is ingericht als gezamenlijke ruimte. Vrijwilligers spelen bingo of een quiz met de ouderen of lezen ze voor in het Gronings.

De verhuizing is er het gesprek van de dag. „Wanneer ga jij?”, vraagt Elly Vast (86), („van vast en zeker”) aan Gré Rodermond (76). „Morgen”, antwoordt Rodermond. Vast: „Morgen? Dan wens ik je veel sterkte.”

Twee weken lang verhuizen elke dag twee ouderen terug. Om 8 uur in de ochtend staan de verhuizers voor de deur van de wisselwoning. Ze pakken alles in en dezelfde dag nog brengen ze alles naar de versterkte woning en pakken daar uit.

Rodermond heeft slecht geslapen van de aanstaande verhuizing. Om 3 uur in de nacht lag ze nog wakker. Overdag was ze bij haar buurvrouw geweest, die als een van de eersten is teruggegaan. Ze schrok van wat ze zag. „Het was een grote bende. Ze heeft bij haar dochter geslapen, omdat nog niet alles was uitgepakt. Daar denk ik dan ’s nachts over na, ja. Wat als het bij mij straks ook zo’n troep is?”

Een woning in het wijkje is ingericht als gemeenschappelijke ruimte, waar de bewoners koffie kunnen drinken.
Foto Kees van de Veen

Elektrische rolstoel

Rodermond gaat elke dag met de taxi heen en weer naar het dorp om haar man te bezoeken, die daar in het verzorgingstehuis woont. Acht jaar geleden kreeg hij een hersenbloeding en sindsdien is hij aan een kant verlamd. „Voor hem heeft het ook impact, dat ik hier woon. Hij kwam altijd elke ochtend en in de middag even langs. Nu wonen we verder uit elkaar.” Haar man wilde in zijn elektrische rolstoel naar de wisselwoning komen, maar dat heeft Rodermond hem verboden. „Veel te gevaarlijk.’’

van de dorpscoöperatieMarit Hoekstra Hier zijn ze afhankelijk. Dat zijn deze mensen niet gewend

De Nationaal Coördinator Groningen , verantwoordelijk voor het versterken van huizen in Groningen, heeft Rodermond beloofd de taxiritjes te vergoeden. Het vervoer is een van de grootste pijnpunten voor de bewoners. Het wijkje heeft een bushalte, waar acht keer per dag een bus een stop maakt. Maar de bus komt geregeld niet, zeggen de bewoners.

Ook Marit Hoekstra van de dorpscoöperatie is niet te spreken over de situatie. „Je dropt ze ergens, dan moet je ook zorgen dat het in orde is. Dat is nu niet zo. Ze voelen zich echt weggezet. In het centrum kunnen ze alles lopend zelf doen. Naar de dokter, boodschappen halen, vrienden bezoeken. Hier zijn ze ineens totaal afhankelijk. Dat zijn deze mensen niet gewend. Ze waren daar ook trots op, dat ze alles zelf nog konden regelen.”

Hoekstra ziet dat de bewoners last hebben van de verhuizingen. „In een jaar tijd is heel veel gebeurd. Op die leeftijd heeft dat veel invloed. Veel mensen voelen zich eenzamer.” Dat beaamt Coby van der Laan, die de ouderen op woensdag in het Gronings voorleest. „Ze hebben zich erg verlaten gevoeld aan de Verlaatweg.” Ze schudt haar hoofd. „Als je dan geen vervoer hebt, geen partner, geen kinderen.”

Waar de een tijdens de koffiemomenten op de woensdagochtend niet uitgesproken raakt over de verhuizing, wil de ander er helemaal niet meer over praten. Op de laatste bijeenkomst voor de verhuizing speelt de groep bingo. Aan een tafel moeten de bewoners eerst even hun verhaal kwijt. De groep aan de andere tafel wil juist meteen beginnen met het spel en vooral niet over de situatie praten. „Het gaat er steeds maar over. Al dat gepraat. Ik ben het helemaal zat”, zegt een vrouw die niet met haar naam in de krant wil.

Rika Boer (91): „Die laatste dagen overleef ik ook nog wel.”
Foto Kees van de Veen

Als een na laatste van de bewoners verhuist Rika Boer op 29 februari terug naar het centrum. Ze ziet haar straat in de wisselwoningwijk steeds leger worden. De oude bewoners vertrekken, de nieuwe bewoners zijn er nog niet. Maar die laatste paar dagen alleen, „die kan ik nog wel aan.”

Weer normaal leven, daar kijkt ze het meest naar uit. „Dat ik met de rollator naar mijn kennissen en vriendinnen kan en niet meer van de telefoon afhankelijk ben. Ik ben veel alleen geweest. Ze kunnen hier niet allemaal komen. Ik ben je heus niet vergeten hoor, zeiden ze dan als ze mij aan de telefoon te pakken kregen. Ik kan je alleen niet bereiken.”