Ons zoontje wordt buitengesloten, hoe kunnen we hem helpen?

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.


Illustratie Martien ter Veen

Moeder: „Vanaf het moment dat wij in de straat zijn komen wonen, wordt ons zoontje (8) buitengesloten door een van de buurtjongens. Deze ‘buitensluiter’ lijkt het vervelend te vinden dat onze zoon het goed kan vinden met de andere buurtkinderen. Vooral de vriendschap met de directe buurjongen lijkt hem dwars te zitten. Dit resulteert in stoken en zeggen dat onze zoon niet mag mee voetballen, extra hard tackelen en boos worden als hij hem aftikt. Onze zoon is het liefst bevriend met iedereen, hoe meer vrienden hoe beter. Hij vindt het jammer dat het niet gaat met de ‘buitensluiter’ en is inmiddels helemaal klaar met het gedoe. Niemand mag buitengesloten worden maar je kunt de ander ook niet verplichten met je te spelen. Daar schermt de ‘buitensluiter’ mee: ‘Vandaag willen we met ons drieën spelen en niet met jou erbij.’ Aan de ‘buitensluiter’ valt geen winst meer te behalen, maar hoe kunnen we onze zoon bijstaan?”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Poolshoogte nemen

Tischa Neve: „Een open gesprek met de ouders van het jongetje zou ideaal zijn, maar ligt vaak moeilijk, zeker als je mensen niet kent. Probeer meer informatie te vergaren, bijvoorbeeld door voorzichtig te peilen hoe andere ouders dit zien: ‘Het buitenspelen gaat weleens wat lastig, herkennen jullie dat?’ Kijk of u de buitensluiter beter kunt leren kennen, bijvoorbeeld door hem af en toe uit te nodigen thuis. Wat is dit voor type? Het is belangrijk om breed te investeren in de banden in een nieuwe buurt, zowel met de ouders als hun kroost. Daarmee bouwt u ook voor uw kind een veilig netwerk.

„Dat iemand zich bedreigd voelt door de komst van een nieuweling is een situatie die uw zoon vaker zal meemaken. Leg hem uit wat er gebeurt: ‘Jij bent nieuw en hij vindt het spannend dat er daardoor iets verandert.’ Erken dat het lastig is. Geef ruimte aan zijn gevoelens, en help die te verwoorden.

„Ik zou wel regelmatig even langslopen als ze ergens spelen. Bij kinderen van 8 kun je nog goed poolshoogte nemen.”

Voorzichtig aanpakken

Ron Scholte: „Zo’n situatie als deze is heel complex. Uitspraken die je vaak hoort als: ‘Geef de pestkop gewoon een pak slaag’ of ‘Spreek de pestkop als ouder zelf stevig aan’ kunnen de situatie verergeren. Omstanders, in dit geval de buurjongens, kunnen een positieve rol spelen, bijvoorbeeld door de pestkop af te vallen. Alleen is het soms moeilijk voor jezelf opkomen tegenover iemand die op de één of andere manier meer macht heeft. Zeker in een situatie als deze, buiten het toezicht van volwassenen, kan het te veel kracht van kinderen vragen zich tegen de bully te verzetten.

„U heeft het misschien al geprobeerd maar in een optimale situatie zou u dit op een feitelijke, niet-verwijtende manier kunnen bespreken met de ouders van de jongen: ‘Dit doet ons zoontje pijn. Hij heeft geen negatieve bedoelingen, hij wil alleen maar spelen.’ Maar zelfs als het u lukt dit op een niet-beschuldigende wijze te doen, bestaat de kans dat de ouders zich aangevallen voelen.

„In ieder geval moet u als doel steeds voor ogen blijven houden: hoe kan mijn kind hier plezierig en veilig alleen in de buurt blijven spelen?

„Het is positief dat uw zoon u vertelt wat er gebeurt, en dat u betrokken bent. Blijf met hem praten over deze situatie. Houd goed in de gaten dat hij een positief beeld van zichzelf houdt, en niet aan zichzelf gaat twijfelen.”

Tischa Neve is psycholoog en opvoedkundige. Ze organiseert webinars over opvoeden, en heeft de opvoedpodcast Even over mijn kind. Ron Scholte is hoogleraar orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek naar pesten.