Voordat Richard Gorter (84) wil toelichten waarom hij zijn pensioenfonds voor de rechter daagt, moet de lezer eerst weten wie Richard Gorter is. Dan begrijpt de lezer zijn achtergrond, zegt hij. En dan begrijpt de lezer misschien ook zijn onvrede.
Gorter woont aan de kade van West-Terschelling, in het huis waar hij 84 jaar geleden is geboren. Hij is een gepensioneerde loods, al vier eeuwen lang zitten er loodsen in zijn familie. Zijn ouders waren schippers. Zelf was hij ook gezagvoerder op de koopvaardij. „Je kunt wel zeggen: ik heb zout water in mijn lijf zitten.”
Loods is een prachtig beroep, zegt hij. Gorter deed het vanaf 1966. Loodsen klimmen aan boord van grote schepen om de kapitein te helpen op een veilige manier naar of uit de haven te varen. De loods kent de lokale geulen, de diepgang, de wind, de golven, de bakens.
Zwaar en verantwoordelijk werk. De loods komt per helikopter op het dek of klimt via de gangway aan boord. „Dat doen we met slecht weer, in de nachten, in de weekenden. We strijden vaak tegen de elementen.”
Loodsen waren aanvankelijk ambtenaren, maar de gelijkstelling met die beroepsgroep vonden hij en zijn makkers onterecht. „Onze werktijden, onze grote verantwoordelijkheden; wij waren zeeman én rijksambtenaar.”
Klein en eigenwijs
In 1988 werden alle landelijke loodsactiviteiten geprivatiseerd. Nederlands Loodswezen B.V. was geboren. Gorter was als bestuurslid nauw betrokken bij die organisatie. Al snel kregen de zeelieden ook een eigen pensioenfonds. De pensioenpot die de loodsen bij het ABP hadden opgebouwd, kwam in een nieuw eigen pensioenfonds terecht.
Een bijzonder fonds, zegt Gorter. Klein, eigenwijs en met deelnemers die sterk met elkaar waren verbonden. „Wij waren altijd ontiegelijk solidair met elkaar. Dus toen de bankencrisis in 2008 uitbrak, maakten we enige jaren pas op de plaats. Ook de gepensioneerden, terwijl dat eigenlijk niet hoefde. We wilden de actieve leden ondersteunen.”
Maar toen de kredietcrisis een beetje was verteerd, volgde een lange periode waarin de pensioenen niet werden gecorrigeerd voor inflatie. „We hebben een achterstand van meer dan 25 procent op de overheidsinflatie.” Gorter noemt dat expliciet zo: de overheidsinflatie. Want volgens hem stijgen de prijzen veel harder dan de cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Centraal Planbureau de wereld insturen. „De waarheid is: wat krijg je in de hand? De arbeider, moeder de vrouw – die zien wat ze netto krijgen. Die zien de bodem.”
Bij zijn pensioenfonds is op papier alles in orde: inspraakorganen, de financiële overzichten, zegt hij. „Maar de afgelopen jaren is de solidariteit verdwenen. De pensioengevende salarissen gingen veel harder omhoog dan de uitkeringen aan gepensioneerden. Ik heb een veel lager pensioen dan de collega’s die ik heb opgeleid. Tienduizenden euro’s verschil zit er in. Dat is niet meer solidair.”
Het steekt Gorter dat de rendementen van zijn fonds goed zijn, maar dat er geen aandacht is voor het gat bij de gepensioneerden. Hij zegt dat hun pensioenfonds „grof nalatig in zijn zorgplicht” is geweest door te weinig te compenseren voor inflatie, de zogeheten indexatie.
Lees ook
De eerste rechtszaak tegen de overgang naar het nieuwe pensioenstelstel is op komst
En nu komt het. Het pensioenfonds van de loodsen is een van de eerste pensioenfondsen van het land die de overstap wagen in het nieuwe stelsel. Zij willen al 1 januari 2025 ‘invaren’. Dat betekent dat alle rechten en aanspraken van de deelnemers in één keer vervangen worden door een nieuwe reeks afspraken en andere spelregels. Daarbij gaan de werknemers en gepensioneerden veel meer risico lopen; hun uitkering wordt minder zeker.
‘Geen barricadefiguur’
Wat gaat dit allemaal betekenen? Er zijn zo veel onzekerheden, zegt Gorter. Onder betrokkenen bestaat onduidelijkheid over de gevolgen voor het partnerpensioen, over de uitkering die ze straks krijgen, de risico’s die ze lopen, de redenen waarom bedragen zullen wijzigen. „Wat we niet weten, dat is heel veel.”
Betrokkenen krijgen volgens Gorter maar heel weinig tijd. Uiterlijk 30 november krijgen ze meer informatie van hun pensioenfonds en dan moeten ze voor 31 december besluiten of ze instemmen of bezwaar maken. „Als wij dit laten passeren, dan zijn we al onze rechten kwijt, vrezen wij. We kunnen geen proces meer starten. Het is heel erg dat je als gepensioneerde loods zo met de rug tegen de muur wordt gezet.” Gorter zegt die afweging te moeten maken in een maand waarin meer dan een week de boel stil ligt door feestdagen.
„Als je niets doet, is het te laat. Als je niet akkoord bent, moet je helaas naar de rechter stappen. Wij vinden de termijn veel te kort. Wij willen meer tijd en dat kan alleen via een juridische procedure. Ik ben geen barricadefiguur en vind het heel erg dat we dit moeten doen tegen ons eigen pensioenfonds.”
Voordat Richard Gorter (84) wil toelichten waarom hij zijn pensioenfonds voor de rechter daagt, moet de lezer eerst weten wie Richard Gorter is. Dan begrijpt de lezer zijn achtergrond, zegt hij. En dan begrijpt de lezer misschien ook zijn onvrede.
Gorter woont aan de kade van West-Terschelling, in het huis waar hij 84 jaar geleden is geboren. Hij is een gepensioneerde loods, al vier eeuwen lang zitten er loodsen in zijn familie. Zijn ouders waren schippers. Zelf was hij ook gezagvoerder op de koopvaardij. „Je kunt wel zeggen: ik heb zout water in mijn lijf zitten.”
Loods is een prachtig beroep, zegt hij. Gorter deed het vanaf 1966. Loodsen klimmen aan boord van grote schepen om de kapitein te helpen op een veilige manier naar of uit de haven te varen. De loods kent de lokale geulen, de diepgang, de wind, de golven, de bakens.
Zwaar en verantwoordelijk werk. De loods komt per helikopter op het dek of klimt via de gangway aan boord. „Dat doen we met slecht weer, in de nachten, in de weekenden. We strijden vaak tegen de elementen.”
Loodsen waren aanvankelijk ambtenaren, maar de gelijkstelling met die beroepsgroep vonden hij en zijn makkers onterecht. „Onze werktijden, onze grote verantwoordelijkheden; wij waren zeeman én rijksambtenaar.”
Klein en eigenwijs
In 1988 werden alle landelijke loodsactiviteiten geprivatiseerd. Nederlands Loodswezen B.V. was geboren. Gorter was als bestuurslid nauw betrokken bij die organisatie. Al snel kregen de zeelieden ook een eigen pensioenfonds. De pensioenpot die de loodsen bij het ABP hadden opgebouwd, kwam in een nieuw eigen pensioenfonds terecht.
Een bijzonder fonds, zegt Gorter. Klein, eigenwijs en met deelnemers die sterk met elkaar waren verbonden. „Wij waren altijd ontiegelijk solidair met elkaar. Dus toen de bankencrisis in 2008 uitbrak, maakten we enige jaren pas op de plaats. Ook de gepensioneerden, terwijl dat eigenlijk niet hoefde. We wilden de actieve leden ondersteunen.”
Maar toen de kredietcrisis een beetje was verteerd, volgde een lange periode waarin de pensioenen niet werden gecorrigeerd voor inflatie. „We hebben een achterstand van meer dan 25 procent op de overheidsinflatie.” Gorter noemt dat expliciet zo: de overheidsinflatie. Want volgens hem stijgen de prijzen veel harder dan de cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Centraal Planbureau de wereld insturen. „De waarheid is: wat krijg je in de hand? De arbeider, moeder de vrouw – die zien wat ze netto krijgen. Die zien de bodem.”
Bij zijn pensioenfonds is op papier alles in orde: inspraakorganen, de financiële overzichten, zegt hij. „Maar de afgelopen jaren is de solidariteit verdwenen. De pensioengevende salarissen gingen veel harder omhoog dan de uitkeringen aan gepensioneerden. Ik heb een veel lager pensioen dan de collega’s die ik heb opgeleid. Tienduizenden euro’s verschil zit er in. Dat is niet meer solidair.”
Het steekt Gorter dat de rendementen van zijn fonds goed zijn, maar dat er geen aandacht is voor het gat bij de gepensioneerden. Hij zegt dat hun pensioenfonds „grof nalatig in zijn zorgplicht” is geweest door te weinig te compenseren voor inflatie, de zogeheten indexatie.
Lees ook
De eerste rechtszaak tegen de overgang naar het nieuwe pensioenstelstel is op komst
En nu komt het. Het pensioenfonds van de loodsen is een van de eerste pensioenfondsen van het land die de overstap wagen in het nieuwe stelsel. Zij willen al 1 januari 2025 ‘invaren’. Dat betekent dat alle rechten en aanspraken van de deelnemers in één keer vervangen worden door een nieuwe reeks afspraken en andere spelregels. Daarbij gaan de werknemers en gepensioneerden veel meer risico lopen; hun uitkering wordt minder zeker.
‘Geen barricadefiguur’
Wat gaat dit allemaal betekenen? Er zijn zo veel onzekerheden, zegt Gorter. Onder betrokkenen bestaat onduidelijkheid over de gevolgen voor het partnerpensioen, over de uitkering die ze straks krijgen, de risico’s die ze lopen, de redenen waarom bedragen zullen wijzigen. „Wat we niet weten, dat is heel veel.”
Betrokkenen krijgen volgens Gorter maar heel weinig tijd. Uiterlijk 30 november krijgen ze meer informatie van hun pensioenfonds en dan moeten ze voor 31 december besluiten of ze instemmen of bezwaar maken. „Als wij dit laten passeren, dan zijn we al onze rechten kwijt, vrezen wij. We kunnen geen proces meer starten. Het is heel erg dat je als gepensioneerde loods zo met de rug tegen de muur wordt gezet.” Gorter zegt die afweging te moeten maken in een maand waarin meer dan een week de boel stil ligt door feestdagen.
„Als je niets doet, is het te laat. Als je niet akkoord bent, moet je helaas naar de rechter stappen. Wij vinden de termijn veel te kort. Wij willen meer tijd en dat kan alleen via een juridische procedure. Ik ben geen barricadefiguur en vind het heel erg dat we dit moeten doen tegen ons eigen pensioenfonds.”
Luchtvaartmaatschappij easyJet, na Air France-KLM en partners wat aantallen passagiers betreft de tweede gebruiker van Schiphol, voelt zich oneerlijk behandeld op de Amsterdamse luchthaven. „De tarieven zijn zo hoog geworden, Schiphol prijst zich uit de markt”, zegt William Vet, die verantwoordelijk is voor easyJet in Nederland, in een toelichting op de jaarcijfers die de luchtvaartmaatschappij woensdag presenteerde.
Schiphol verhoogt vanaf 1 april opnieuw de zogenoemde havengelden, die luchtvaartmaatschappijen moeten betalen voor de faciliteiten op het vliegveld. Maar de verbeteringen die de luchthaven financiert met de hogere havengelden, zijn volgens de Nederlandse easyJet-directeur vooral positief voor luchtvaartmaatschappijen die overwegend transferpassagiers vervoeren. En van hen heeft easyJet er relatief weinig.
Anders dan bijvoorbeeld KLM, voor wie overstappers een heel belangrijke inkomstenbron zijn, vervoert easyJet vooral lokaal vertrekkende reizigers. „Er is een heel grote onbalans ontstaan tussen in Nederland vertrekkende passagiers en overstappende passagiers”, zegt Vet. „Voor ons is Amsterdam de duurste luchthaven geworden in ons netwerk.”
De havengelden gaan vanaf 1 april met gemiddeld 41 procent omhoog. Een jaar later volgt een nieuwe verhoging met 5 procent. De afgelopen drie jaar zijn de tarieven ook al fors toegenomen. „Schiphol gebruikt de havengelden onder meer voor investeringen in de infrastructuur, maar die komen vooral ten goede aan transferpassagiers”, zegt Vet. „Aan de H-pier en vertrekhal 4 die wij gebruiken is al lang niets gedaan.”
Vet klaagt dat hij niet eens al zijn negen in Amsterdam gestationeerde toestellen kwijt kan aan de gates. EasyJet gaat beroep aantekenen tegen de tariefverhogingen bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
Pakketreizen
De Britse budgetmaatschappij heeft een succesvol jaar achter de rug. In het gebroken boekjaar dat eindigde op 30 september haalde easyJet een winst van 452 miljoen pond (542 miljoen euro), bijna 40 procent meer dan vorig jaar. De omzet steeg 14 procent naar 9,3 miljard pond.
Er is een heel grote onbalans ontstaan tussen in Nederland vertrekkende passagiers en overstappende passagiers
Het bedrijf vervoerde meer passagiers, rekende hogere ticketprijzen en verkocht meer pakketvakanties. EasyJet Holidays, dat pakketreizen verkoopt in het Verenigd Koninkrijk en sinds een jaar ook in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland, droeg circa 190 miljoen pond bij aan het brutoresultaat van 610 miljoen pond. „Uiteindelijk willen we ook in Nederland pakketreizen gaan verkopen,” zegt Vet, „maar wanneer weten we nog niet.”
EasyJet had een stuk betere zomer dan zijn concurrenten Ryanair en Wizz Air. De Ierse budgetmaatschappij Ryanair klaagt dat passagiers minder geld zouden willen uitgeven. Vet merkt dat niet. Volgens hem zijn de vluchten van easyJet dit kwartaal al voor 80 procent volgeboekt. Het Hongaarse Wizz Air heeft technische problemen met de motoren van zijn toestellen.
Lees ook
Luchtvaart gaat flink meer betalen op Schiphol
In hoeverre de voorgestelde krimp van Schiphol easyJet gaat raken, durft Vet nog niet te zeggen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet binnenkort de definitieve capaciteit van Schiphol vaststellen, maar het studeert nog op de laatste geluidsberekeningen. Vet: „Geluidsoverlast is een probleem, en dat moeten we aanpakken. Maar we moeten ons niet blind staren op een getal, op een maximum aantal vliegbewegingen.” Zes van de negen toestellen die easyJet heeft gestationeerd in Amsterdam zijn van het nieuwste type vliegtuig van Airbus (A320/A321neo). Die zijn stiller en zuiniger dan oudere kisten.
Vet is niet tegen een vorm van nachtsluiting in Amsterdam. „Die zou ons niet raken; 99 procent van onze vluchten zijn tussen 7.00 en 23.00 uur. Je moet je alleen afvragen welke gevolgen een sluiting in de nacht heeft. Die zal waarschijnlijk extra drukte geven in de periode rondom de nacht, in de avond en de ochtend.”
Boetes Spanje
In Spanje kregen easyJet en andere grote budgetmaatschappijen deze week hoge boetes van het Spaanse ministerie dat waakt over consumentenrechten. EasyJet moet 29 miljoen euro betalen, Ryanair maar liefst 107 miljoen.
Volgens de Spaanse overheid misleiden de budgetmaatschappijen hun reizigers door ze te laten betalen voor zaken die je tot de basale dienstverlening zou mogen rekenen van een vliegbedrijf. Zo vragen veel maatschappijen extra geld voor het meenemen van (grotere) handbagage. En moeten klanten van Ryanair betalen als zij hun instapkaarten willen laten printen. Ryanair en easyJet gaan in beroep tegen de Spaanse boetes.
De ‘Trump Bump’ kreeg maandag weer even een behoorlijke zwieper. De voordracht in het weekend van de 62-jarige hedgefondsmanager Scott Bessent als de nieuwe minister van Financiën gaf de financiële markten dermate vertrouwen dat koersen precies de ontwikkeling inzetten zoals aanstaand president Donald Trump die wenst. Obligaties en aandelen gingen omhoog, de dollar werd minder waard. Zo ziet Trump dat graag, want bij die beursontwikkelingen daalt de rente en zijn Amerikaanse exportproducten minder duur.
Nog zonder iets te kunnen doen, heeft Bessent op de eerste beursdag na zijn voordracht zijn nieuwe baas dus kunnen plezieren. Al tijdens zijn eerste regeerperiode zag Donald Trump de ontwikkeling op de beurzen als een belangrijk rapportcijfer voor zijn beleid. Bessent heeft als belangrijke taak het goed houden van het humeur van de president door de beurzen vertrouwen in te blijven boezemen.
Maar de als ‘Bessent Bounce’ betitelde stijging hield niet lang stand. Daar zorgde Trump zelf voor door zijn aankondiging maandagavond op zijn sociale medium Truth Social dat hij op de eerste dag van zijn presidentschap heffingen van 25 procent wil leggen op importen uit Canada en Mexico en op goederen uit China een extra heffingen van 10 procent boven op de al bestaande heffing. De reden: hij wil deze landen daarmee dwingen te voorkomen dat illegale immigranten en drugs als fentanyl naar de VS gaan en daar stringente maatregelen voor nemen.
Als gevolg hiervan steeg de dollar weer in koers ten opzichte van de yuan, de peso en de Canadese dollar. De Amerikaanse staatsobligaties daalden in waarde, hun rente steeg. De grote vraag is of Bessent al direct invloed had op dit heffingenbesluit, of dat vooral andere nieuwe bewindslieden en adviseurs hierover de aanstaande president hebben ingefluisterd.
Gematigde stem
Met Scott Bessent heeft Trump gekozen voor een gematigde stem tussen de radicale geluiden. Bessent is bovendien een man die Wall Street door en door kent, omdat hij er al sinds het begin van zijn loopbaan in de vroege jaren negentig werkt. Destijds begon hij als portfoliomanager in het hedgefonds van George Soros en maakte hij naam door in 1992 met een advies te komen dat Soros ertoe aanzette tegen het Britse pond te speculeren. De koers van het pond stortte in. Zijn baas Soros maakte een winst van 1 miljard dollar. Dat vormde de basis van het fortuin waarmee Soros zich als filantroop ontpopte en allerlei doelen financierde, wat hem in latere jaren een gehate figuur maakte voor veel conservatieve Republikeinen.
Die link met Soros en de weerstand die die wekte binnen de Republikeinse partij heeft er vermoedelijk aan bijgedragen dat het ministerie van Financiën een van de laatste kabinetsposten is die door Trump is ingevuld. De naam van Bessent gonsde al rond voor de verkiezingen, maar Trump sprak sinds zijn winst nog met veel andere gegadigden. Vooral met mensen met een Wall Street-achtergrond.
De nieuwe minister van Financiën speelt een sleutelrol in het door het Amerikaanse Congres krijgen van de door Trump aangekondigde belastingverlagingen, is een belangrijke speler bij het opleggen van beloofde handelstarieven en zal fors moeten snijden in regelingen die volgens Trump de economie verlammen. Bessent noemde dit weekend als zijn eerste prioriteit het doorvoeren van de belastingverlagingen. Hij gaf ook al aan dat hij de handelstarieven zal doorvoeren, zal snijden in overheidsuitgaven en zich hard zal maken voor het handhaven van de status van de dollar als de enige reservemunt in de wereld.
In de afgelopen maanden pitchte Bessent wat hij zelf zijn ‘3-3-3-plan’ noemde. Dat heeft als doelen een stabiele 3 procent groei van de Amerikaanse economie door deze met deregulering en belastingverlagingen aan te jagen, het terugbrengen van het begrotingstekort onder de 3 procent (nu 8 procent) en verhoging van de olieproductie met 3 miljoen vaten per dag. Zo wil hij de grote Amerikaanse staatsschuld terugbrengen (nu 122 procent van het bbp), die hij al jaren als een gruwel beschouwt. In een opiniestuk in The Wall Street Journal keerde hij zich eerder deze maand dan ook tegen 23 Nobelprijswinnaars die in een opiniestuk hadden geschreven dat Trump de staatsschuld naar recordhoogten zou opdrijven. De groeimachine van Trump zal de staatsschuld als percentage van het bbp terugdringen, betoogde Bessent.
Niet alle verkiezingsbeloften van Trump hebben meteen Bessents volledige steun, blijkt uit wat hij de afgelopen maanden heeft gezegd en geschreven in opiniestukken in The Wall Street Journal en The Economist. Zo zou een verlaging van de winstbelasting naar 15 procent voor bedrijven die hun producten in de VS produceren volgens hem op internationale regelgeving kunnen botsen. De hoge importheffingen van 60 procent voor China en 10 tot 20 procent voor producten uit andere landen, die Trump heeft aangekondigd, noemde hij een onderhandelingsstrategie van de nieuwe president. Dreigen met hoge heffingen is in de visie van Bessent nodig om handelspartners te dwingen tegemoet te komen aan Amerikaanse verlangens, waardoor die heffingen uiteindelijk niet meer nodig zijn. „Trump houdt van vrijhandel”, heeft Bessent gezegd.
Als hedgefondsmanager is Bessent gespecialiseerd in macro-investing. Dat is een beleggingsmethode die is gebaseerd op het inschatten van geopolitieke omstandigheden en economische data om de bewegingen van markten te voorspellen. Bessent verdiende in het verleden miljarden dollars met speculeren op basis van verwachte ontwikkelingen rond valuta, rentestanden, aandelenkoersen en andere beleggingen.
Handelstarieven
Over de juiste inzet van handelstarieven moet Bessent het eens zien te worden met Howard Lutnick, die is voorgedragen als minister van Handel. Lutnick, die al lang voor de verkiezingen de belangrijkste headhunter was voor Trump, wierp zich na de verkiezingen op als belangrijkste rivaal van Bessent voor het ministerschap van Financiën. Deze zakenbankier toonde zich voor en na de verkiezingen radicaler dan Bessent.
Zeker ook op het gebied van handelstarieven, waar Lutnick om andere redenen dan Bessent een groot voorstander van is. Lutnick ziet de inkomsten uit tarieven als een belangrijke mogelijkheid om de belastingen te verlagen voor Amerikaanse consumenten en bedrijven. Hij zegt terug te willen naar de negentiende eeuw, toen de overheidsinkomsten van de VS vooral door buitenlanders werden ingebracht. Dat is dus een andere inzet van tarieven dan hoe Bessent ze voorstelt, als onderhandelingsinstrument. De minister van Financiën wil ze uiteindelijk beperken.
Lutnick lijkt ook eerder een inspiratiebron voor Trump te zijn als het gaat om de maandag aangekondigde heffingen voor China, Mexico en Canada. In een interview berispte Lutnick vorige maand China vanwege de export van fentanyl naar de VS en riep hij op tot maatregelen. Deze aangekondigde heffingen tegen de voornaamste handelspartners van de VS kwamen als een schok en zijn in tegenspraak met de woorden die Bessent in de afgelopen weken koos. Hij sprak vooral over een geleidelijke aanpak om schokken op de financiële markten te voorkomen.
Maar op andere terreinen lijken Bessent en Lutnick het redelijk eens. Zij keerden zich beiden tegen de honderden miljarden die de regering-Biden beschikbaar stelde aan de technologische industrie om nieuwe fabrieken te bouwen met de Chips and Science Act. En aan de groene industrie, waaronder bouwers van elektrische auto’s, via de Inflation Reduction Act. Beiden zien deze wetten als aanjagers van de hoge inflatie in de VS en zouden van de investeringen af willen.
Musk
Bessent en Lutnick worden wel gezien als het team van Trump dat de financiële markten vooral zal moeten kalmeren. Zij zijn de kenners van de ins en outs van Wall Street en weten hoe ze beleggers moeten paaien.
Ze zullen opereren naast het team van techmiljardair Elon Musk en voormalig presidentskandidaat Vijay Ramaswamy, dat via hun nieuwe ministerie voor overheidsefficiëntie (DOGE, Department of Government Efficiency, betiteld, met een knipoog naar de door Musk geliefde cryptomunt) de bijl wil zetten in de federale overheid. Omdat dit ministerie niet bestaat, en geen eigen ambtenaren heeft, is de status ervan volstrekt onhelder.
Musk en Ramaswamy hebben in hun adviseursteam meer libertaire techmiljardairs, zoals durfinvesteerder Marc Andreesen en Joe Lonsdale, mede-oprichter van defensietechnologiebedrijf Palantir. Samen bepalen zij hoe de door Musk geuite doelstelling om 2.000 miljard dollar op de overheidsbegroting (van bijna 7.000 miljard dollar) te bezuinigen, gehaald zal moeten worden. Het is niet duidelijk of ze 2.000 miljard per jaar willen bezuinigingen of in totaal over een reeks van jaren. Hun schoktherapie zal voor veel onzekerheid zorgen, ook op de beurzen.
Musk en Ramaswamy trachtten vorige week in een opiniestuk in The Wall Street Journal enig inzicht te verschaffen. Ze kwamen daarin niet verder dan het benoemen van 500 miljard aan uitgaven die volgens hen nooit door het Congres zijn goedgekeurd en dus snel door de president teruggedraaid kunnen worden.
Voormalige chefstaf van Trump en nu lobbyist Mick Mulvaney zou volgens The New York Times tegen een groep klanten gezegd hebben dat „Musk erachter zal komen dat naar Mars reizen makkelijker zal zijn dan zijn beloften voor drastische bezuinigingen inlossen”.
Zo zijn er verschillende ideologieën en uitgangspunten terechtgekomen in het nieuwe economische team van Trump. Duidelijk is dat ze allemaal een ‘Make America Great Again’-strategie willen voeren, maar over de invulling daarvan kunnen grote meningsverschillen ontstaan.
Zelfs de matigende Bessent heeft daarbij heftige ambities: „Op een of andere manier zullen we een grote wereldwijde economische herordening krijgen”, zei hij in juni. „Ik wil daar deel van zijn. Ik heb dit jaren bestudeerd.”