Onrust rond schijnzelfstandigheid groeit: ‘Opdrachtgevers vragen aan mij: hóé dan?’

Terwijl de Belastingdienst zich voorbereidt om te gaan handhaven op schijnzelfstandigheid, neemt de onrust bij opdrachtgevers, arbeidsbemiddelaars en zelfstandigen toe. Opdrachtgevers die zzp’ers inhuren voor werk dat volgens de wet in loondienst moet worden uitgevoerd, hebben in het nieuwe jaar een probleem. Zij zijn op zoek naar duidelijkheid, maar op een informatiebijeenkomst in Nieuwegein, georganiseerd door brancheorganisatie voor arbeidsbemiddelaars Bovib, is die ver te zoeken.

Als een medewerker van de Belastingdienst het woord neemt, uit de onrust zich in gepikeerd geroezemoes. De ambtenaar legt de zaal een fictieve casus voor: een interim-manager heeft zich als zelfstandige laten inhuren om een zieke manager te vervangen en zal „autonoom opereren”. Het bedrijf dat hem inhuurt, is wel „nadrukkelijk bevoegd” om aanwijzingen te geven en ervoor te zorgen dat de interimmer binnen de „geldende organisatorische kaders” blijft.

Is er hier sprake van schijnzelfstandigheid of niet? De zaal, waarin ruim honderd arbeidsbemiddelaars en opdrachtgevers zitten, is verdeeld. Degenen die in de casus een schijnzelfstandige zien, zijn licht in de meerderheid. Volgens de Belastingdienst hebben zij het bij het rechte eind. Dat de manager een loon zal ontvangen en ingebed is in een organisatie weegt in dit geval zwaar mee.

Het is een casus uit de toelichting van de wet VBAR (Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden) die in 2026 in moet gaan. Die wet regelt welk werk gedaan mag worden door zzp’ers, en voor welke klussen werkgevers mensen in loondienst moeten nemen en dus werkgeverspremies moeten afdragen aan de Belastingdienst. Wordt iemand onterecht als zzp’er ingehuurd? Dan kan de Belastingdienst met terugwerkende kracht premies innen en de werkgever een boete opleggen.

Zulke regels zijn er nu ook al, in de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) uit 2016. Maar die wet is nooit voluit gehandhaafd, omdat er onrust ontstond onder werkgevers, die de regels te onduidelijk vonden. Alleen in overduidelijke, frauduleuze gevallen trad de Belastingdienst op. En nu is de onrust terug. Want op 1 januari, een jaar voordat de nieuwe wet ingaat, gaat de Belastingdienst beginnen met het handhaven van de huidige regels.

Ondermijning sociale stelsel

Het kabinet wil het aantal schijnzelfstandigen terugdringen. Zekerheid op de arbeidsmarkt moet worden gestimuleerd met meer vaste contracten. De huidige situatie, waarin geen premies worden afgedragen terwijl dat eigenlijk wel zou moeten, „ondermijnt de sociale zekerheid”, zei minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, NSC) deze maand in de Tweede Kamer. Een groep schijnzelfstandigen krijgt niet alleen te weinig betaald, maar bouwt vaak ook onvoldoende pensioen op en is gebrekkig verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid.

Staatssecretaris Folkert Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst, NSC) heeft aangekondigd dat de Belastingdienst terughoudend zal zijn in het opleggen van boetes. Bedrijven die aantoonbaar bezig zijn met het terugdringen van schijnzelfstandigheid kunnen een „coulant” boetebeleid verwachten. Als zij al boetes opgelegd krijgen, zullen die slechts 10 procent van de verschuldigde inkomstenbelasting bedragen. Zo’n ‘zachte landing’ is op nadrukkelijk verzoek van Tweede Kamer.

Schijnzelfstandigheid is eigenlijk allang verboden. Wie onder ‘gezag’ van de werkgever werkt, is volgens het arbeidsrecht een werknemer – dat is al meer dan een eeuw zo. Dan gaat het erom dat je niet zelf kunt bepalen wat je tarief is, op welke tijden je je werk uitvoert, en op welke manier je die klus verricht.

Maar omdat de Belastingdienst nauwelijks handhaaft, moeten zelfstandigen nu nog naar de rechter stappen als ze vinden dat ze eigenlijk recht hebben op een vast dienstverband. De rechter weegt dan alle werkomstandigheden om te bepalen of er sprake is van een verkapt dienstverband.

Grijs gebied

Zzp’ers vormen een heterogene groep, wat het voor alle betrokkenen lastig maakt om vooraf te bepalen wat de regels over schijnzelfstandigheid voor hun specifieke arbeidsrelatie betekenen.

In sommige gevallen is het zonneklaar: de zorgmedewerker die in een rooster meedraait, aangestuurd wordt door een leidinggevende en van faciliteiten van de zorginstelling gebruikmaakt, kan geen zelfstandige zijn en moet in dienst. Aan de andere kant is een IT-consultant die zijn diensten vanuit zijn thuiskantoor aanbiedt aan verschillende organisaties duidelijk een échte zelfstandige. Er is ook een grijs gebied, waarbij beide kanten op geredeneerd kan worden. Zie de verwarring bij de interim-manager.

De aanstaande handhaving zorgt daarom voor onzekerheid onder inhuurders, bemiddelaars en zelfstandigen. Opdrachtgevers schakelen uit angst voor naheffingen geen zelfstandigen meer in en zelfstandigen raken opdrachten kwijt. Sommige organisaties nemen hen, als ze dat kunnen en de zzp’ers dat willen, toch in dienst. Ondertussen is iedereen op zoek naar duidelijkheid – in zaaltjes, in webinars en met juristen. Een speciaal opgezet team van de Belastingdienst werkt samen met brancheorganisaties als Bovib aan richtlijnen, om arbeidsrelaties duidelijk vast te stellen. De markt moet zo de „eigen verantwoordelijkheid nemen”.


Lees ook

Ministerie van Financiën overtreedt zelf verbod schijnzelfstandigheid

Het ministerie van Financiën in Den Haag.

Loonkosten verdubbeld

Ondertussen heeft de aanstaande handhaving al grote gevolgen, bijvoorbeeld in de cultuursector. Gerben Grooten gaat binnenkort het gesprek aan met alle 23 zelfstandigen die voor hem werken. Sinds drieënhalf jaar heeft hij de leiding over cultuurcentrum Boogie Woogie in Winterswijk, waar onder meer scholen en verenigingen muzieklessen volgen. Na de coronapandemie is er enorm veel vraag, merkt Grooten: „Mensen willen heel graag dingen samen doen.”

Ik wil me als goede werkgever netjes aan de wet houden en ik kan het risico op naheffingen ook gewoon niet lopen. Zoveel vet heb ik niet op de botten

Gerben Grooten
cultuurcentrum Boogie Woogie

Maar dat wordt in het nieuwe jaar een stuk lastiger, want de zzp’ers die voor Boogie Woogie werken zijn schijnzelfstandigen, concludeerde Grooten. „Bij het criterium van inbedding in de organisatie ga je al nat”, zegt hij. De zzp’ers werken via roosters op dezelfde manier met de leerlingen als de eenentwintig werknemers in loondienst. „Ik wil me als goede werkgever netjes aan de wet houden en ik kan het risico op naheffingen ook gewoon niet lopen. Zoveel vet heb ik niet op de botten”, zegt Grooten, die zijn loonuitgaven vanaf volgend jaar waarschijnlijk verdubbeld ziet.

Boogie Woogie is via een stichting afhankelijk van subsidies, wat het onmogelijk maakt iedereen in loondienst te nemen. „Een optie zou zijn de organisatie op te delen”, zegt Grooten. „Dan krijgen de zzp’ers de kleinere baantjes en moeten ze hun eigen lokalen huren. Maar dat betekent dat je het bedrijf zoals je dat hebt opgebouwd weer moet afbreken. We willen juist gezamenlijkheid creëren, dat is waarom kunst en cultuur bestaat.” Grooten wil geen lessen schrappen , daarvoor vindt hij het werk te belangrijk. „We moeten blijven doen wat we doen, anders hol je jezelf vanbinnen uit.”

Vergelijkbare onrust speelt in tal van sectoren, van de beveiliging tot het onderwijs en de zorg. Zelfstandigen werken er veelal op een manier die in het nieuwe jaar lastig is vol te houden. Harry van Buren werkt als bemiddelaar in de gehandicaptenzorg en ziet hoe zorgorganisaties met de handen in het haar zitten, zo vertelt hij op de borrel na de informatiebijeenkomst in Nieuwegein. „De zorg kan niet zonder deze mensen. In de gehandicaptenzorg is de meest complexe zorg vaak afhankelijk van zzp’ers. Als die zouden wegvallen, moeten we dan mensen weer gaan vastbinden? Opdrachtgevers vragen aan mij: hóé dan?”

Minister Van Hijum zei woensdag in de Tweede Kamer erop te vertrouwen dat zorginstellingen hier een oplossing voor vinden. „Zorginstellingen zullen met elkaar moeten zorgen dat de zorg geleverd kan worden.” Sommige zorgorganisaties slagen erin zorgmedewerkers met een dienstverband aan zich te binden, maar niet iedereen wil dat. In een sector waar de tekorten en het verloop al heel groot zijn, vreest men dat de handhaving het nog moeilijker zal maken om roosters te vullen.

In de zaal in Nieuwegein wordt druk nagepraat over de bijeenkomst van Bovib. Dat er een zachte landing is toegezegd, mag voor de bezoekers nauwelijks een geruststelling heten en het verhaal van de Belastingdienst bood ook niet de duidelijkheid waarop men had gehoopt. Het enige dat voor iedereen duidelijk is: schijnzelfstandigheid moet vanaf het nieuwe jaar toch écht tot het verleden gaan behoren.