Onrust in Syrië houdt aan: strijdgroepen weigeren de wapens neer te leggen

De ontvoering van een groenteman: dat is waar het geweld in het Zuid-Syrië van de afgelopen dagen mee begon. Een groep gewapende bedoeïenen beroofde de jonge marktkoopman van zijn truck op de snelweg naar Damascus en hield hem enkele uren gevangen. Dit voorval leidde tot een over en weer van aanvallen en ontvoeringen tussen druzische milities en lokale bedoeïenenstammen.

De geweldsuitbarsting – die plaatsvond in de provincie Sweida bij de grens met Jordanië – kostte volgens een eerste schatting meer dan 130 mensen het leven. Na ingrijpen van het Syrische leger werd er dinsdag een staakt-het-vuren afgekondigd.

De onrust van de afgelopen dagen onderstreept hoe moeilijk het is voor het nieuwe Syrië om weer een geheel te smeden van een versnipperd land. Zowel de milities als aanhoudende wetteloosheid in Syrië zijn overblijfselen van ruim dertien jaar burgeroorlog. Minderheidsgroepen – zoals de druzen – wantrouwen de regering van voormalig Al-Qaida-kopstuk Ahmed al-Sharaa en weigeren daarom de wapens neer te leggen.

Welke gewapende groepen zijn er allemaal nog in Syrië? En hoe verhouden ze zich tot het nieuwe regime? NRC zet ze op een rij.

Een ooggetuige legde vast hoe gewapende mannen op de achterkant van een vrachtwagen met een Druzenvlag schoten afvuurden in Sweida, Syrië op zondag 13 juli vrijgegeven.

Reuters

Druzische milities

Zeven maanden na de val van het Assad-regime en het aantreden van al-Sharaa als nieuwe leider van Syrië staat de Sweida-provincie nog steeds grotendeels onder controle van druzische strijdgroepen. „De afwezigheid van staatsinstellingen, met name militaire en veiligheidsinstellingen, is een van de belangrijkste redenen voor de aanhoudende spanningen”, schreef de minister van Binnenlandse Zaken, Anas Khattab, deze week op sociale media.

De Syrische Druzen zelf moesten tot nu toe veelal niets van Israëls bemoeienis hebben

Hoewel druzische religieuze leiders lokale strijdgroepen hadden opgeroepen de wapens neer te leggen, braken er dinsdag toch gevechten uit toen het Syrisch leger de Sweida-stad binnentrok om de rust te herstellen.

De situatie escaleerde verder doordat de Israëlische luchtmacht vervolgens bombardementen uitvoerde op Syrische regeringstroepen. Met die aanval wilde Israël „de druzen beschermen voor het Syrische regime”, aldus een verklaring van premier Benjamin Netanyahu.

De Israëlische regering wierp zich de afgelopen maanden vaker op als beschermheer van druzische gemeenschappen in het zuiden van Syrië, onder meer om de Israëlische invloedssfeer ter plekke uit te bereiden.

Militaire bases en toeristische rondleidingen: hoe Israël steeds meer Syrische grond bezet

Zo hoopt Israël – dat na de Hamas-aanslag van 7 oktober meer dan ooit zijn buren wantrouwt – Syrische regeringstroepen weg te houden van zijn grenzen. De Syrische druzen zelf moesten tot nu toe veelal niets van Israëls bemoeienis hebben. Wel maakt dit het nog moeilijker voor Damascus om grip te krijgen op het zuiden van het land.

Koerdische strijdgroepen

Een mogelijk nog groter probleem wacht de Syrische regering in het oosten van het land, een olie- en gasrijk gebied dat na de burgeroorlog in handen is van Koerdische strijdgroepen (SDF). Hoewel de regering in Damascus in maart met SDF afsprak weer zeggenschap over het oosten te krijgen, lijken onderhandelingen nu vast te lopen.

Een gedode strijder van de Druzenmilities ligt op de grond, terwijl Syrische regeringstroepen op de achtergrond worden ingezet in het dorp Mazraa, aan de rand van de stad Sweida. Daar braken gevechten uit tussen Soennitische Bedoeïenenclans en Druzenmilities, in het zuiden van Syrië.

Foto Ghaith Alsayed/ AP

Een door de Verenigde Staten en Frankrijk bemiddelde top tussen de twee partijen liep vorige week stuk op de Koerdische eis om een zekere mate van onafhankelijkheid te behouden. Zo wil SDF niet geheel opgaan in het Syrische leger, maar als een los legeronderdeel zelfstandig blijven opereren in het oosten van het land. Dit tot grote frustratie van de Syrische regering en Amerikaanse en Franse onderhandelaars.

Analisten waarschuwen dat ook hier geweld op de loer ligt. Verschillende Arabische stammenleiders in SDF-gebied – voormalig bondgenoten van de Koerden in de strijd tegen Islamitische Staat – spraken zich de afgelopen maanden steeds luider uit tegen Koerdische „bezetting” van hun land en zoeken naar verluidt toenadering tot Damascus. Maar in het geval van een militair conflict zal SDF – met zijn tienduizenden strijders – zich niet makkelijk opzij laten zetten.

Pro-Assad-groepen

Groepen militanten die banden hebben met het voormalige Assad-regime voerden afgelopen maart een gecoördineerde aanval uit op regeringstroepen rondom de stad Latakia en de rest van het Syrische kustgebied. Dat leidde vervolgens tot een geweldsuitbarsting waarbij duizenden militanten en gewapende burgers naar de kust afreisden voor een gigantische wraakactie tegen de relatief grote groep alawieten in de regio. Daarbij kwamen meer dan 1.600 mensen om het leven.

Ook (sommige) regeringstroepen namen deel aan de moordpartijen, wat het vertrouwen van minderheden in het nieuwe regime verder schaadde.

Turkse invloed

Tot de milities die Syrië wél heeft weten op te nemen in het nationale leger behoren de door Turkije gesteunde strijdgroepen uit het noorden van het land. Deze milities – eerder verenigd in de SNL-coalitie – zijn officieel ontbonden en vormen nu divisies onder controle van het ministerie van Defensie, zegt Syrië-expert Charles Lister in zijn Syria Weekly-podcast.

„De integratie is nog gaande”, vertelde Lister, „maar er is vooruitgang. We zien dat deze eenheden niet langer zo zelfstandig opereren als eerst.” Hoewel commandanten van deze eenheden nog altijd een stuk meer autonomie genieten dan hun tegenhangers bij andere legerdivisies, is er volgens Lister nu duidelijk meer sprake van een „bevelstructuur” die vanuit Damascus wordt aangestuurd.

Wat hielp bij het opnemen van door Turkije-gesteunde milities in het Syrische leger is de van oudsher goede band tussen de nieuwe Syrische leider Ahmed al-Sharaa en de Turkse regering. Tegelijkertijd is de Turkse invloed over de strijdgroepen nog niet helemaal verdwenen. Turkije betaalt namelijk nog altijd de salarissen van de voormalige SNL-strijders, maar doet dat nu via het Syrische ministerie van Defensie.