Wie wurgt er nou die lieve Elmo, dat poezelige rode monster uit Sesamstraat, met het kinderlijke hoge stemmetje? Wie wil zo’n beestje kwaad doen?
Nou, Larry David.
Tijdens een Amerikaanse tv-show waarin hij en Elmo te gast waren, snelde de komiek plotseling op het monstertje af om dat de mond te snoeren. Hij kon er niet meer tegen, zei David achteraf. Elmo (580.000 volgers op X) bleef maar kwezelig doorzeuren over ‘mentale gezondheid’ en iemand moest dat stoppen, vond hij. Geintje, natuurlijk, maar wel een dat viraal ging en Larry Davids reputatie als „sociale sluipmoordenaar” bevestigde.
Die reputatie kreeg hij in Curb Your Enthusiasm, de serie die David schreef en die hem beroemd (en berucht) maakte. Het twaalfde en laatste seizoen ervan begon vorige week. In Curb speelt de inmiddels 76-jarige David een dwangmatig buitenbeentje dat zegt wat hij denkt (en doet wat hij zegt) en zo voortdurend in pijnlijke of gênante situaties belandt. Min of meer levensecht want, zei hij meermaals, hij speelt grofweg zichzelf – of wie hij zou willen zijn – en heet in de serie dus ook ‘Larry David’. De formule bleef lang succesvol, al sloop er gaandeweg ook herhaling in de serie en ontaardde die soms in slapstick.
Met zijn komische semi-realisme borduurde Curb voort op de hitserie Seinfeld (1989-1998), geschreven door David en zijn compaan Jerry Seinfeld, die een New Yorkse vriendengroep volgde in hun dagelijkse belevenissen maar eigenlijk „nergens over ging”. Ook de eerste Curb (2000) ging ogenschijnlijk nergens over: het geprivilegieerde leventje van een vroeg gepensioneerde maker van Seinfeld en zijn vrouw en hun besognes met familie- en burenruzies, misverstanden en ongelukken.
Improvisatie
Kenmerkend voor de serie was vanaf het begin de grote vrijheid voor de acteurs – vaak collega’s van David uit de wereld van comedy – om hun dialogen en scènes te improviseren. Dat maakte het sociale ongemak dat de kern werd van deze tv-serie alleen maar echter – en met groeiend succes. Niet in Nederland overigens, waar de VPRO het na twee seizoenen op de late avond voor gezien hield.
Al in die eerste seizoenen, maar steeds nadrukkelijker daarna, komt ‘Larry’ over als een onverbeterlijke pain in the ass, een onhandige betweter die anderen tot de orde roept of kapittelt maar nooit twijfelt aan zijn eigen gelijk. Alleen is het eigenlijk nog radicaler. In zijn ogen is het andersom: niet hij is onaangepast, maar de rest van de mensheid.
Ga maar na. Zij dringen voor in de rij, parkeren scheef in, staan te treuzelen bij de kassa, misbruiken hun ‘proef-privileges’ door aan de toonbank schepjes ijs te blijven vragen (voor ze na lang dralen één bolletje vanille kopen), lepelen teveel kaviaar op een toastje, doen schijnheilig tegen jengelende kinderen, beloven elkaar trouw tot in het hiernamaals (terwijl hij hoopt daar weer single te zijn), eten stiekem uit andermans afhaalmaaltijd en zo meer. Kortom, Larry is de enige normale hier. Hij zegt in zulke situaties wat anderen alleen durven denken. In de twaalf reeksen komen zo alle Amerikaanse taboes en trauma’s langs: seks, ras, gender, politiek, geloof, rijkdom. Alles via het filter van misfit Larry David en zijn kennissenkring.
Je kunt dat natuurlijk afdoen als ongein voor rijke stinkerds. Larry David (de echte) werd multimiljonair dankzij Seinfeld, en zijn alter ego laat het op tv breed hangen. Het Curb-universum waarin hij zich beweegt, is er een van lommerrijke villawijken met groene gazons in Santa Monica en omstreken, flessen wijn van een paar honderd dollar, golfclubs en in het algemeen onbekommerde, zo niet decadente luxe. Larry werkt ook niet, hij lanterfant. Geregeld waagt hij zich aan pet projects – een restaurant, een musical – die steevast uitmonden in oeverloze misverstanden, ruzies en tegenslagen.
Maar Curb afschrijven als een oefening in decadentie mist het punt van de serie – en de actualiteit ervan. Larry’s dwarse fixatie op sociale normen – en zijn handhaven van wat hij betere omgangsregels vindt – past heel goed bij een tijdgeest van stringente collectieve etiquette, van wat ooit ‘politieke correctheid’ heette. Larry is een dolende ziel in die wereld, niet uit onwil maar uit onvermogen te huichelen.
Schurend
Dat geeft de serie een absurdistisch en vaak schurend karakter, zeker als het gaat om delicate thema’s als ras of geloof. Geen stereotype is veilig voor Curb en al is Larry een ongelovige liberal, zijn humor heeft vaak een expliciet Joods accent. Niet alleen beweegt hij zich in een vrijwel volledig Joodse vriendenkring – zoals het scheldkanon Susie Greene, echtgenote van zijn manager – Joods-zijn is een motief. Larry neemt zijn advocaat de maat als die flirt met Joodse uitdrukkingen en symbolen. Hij bespot zijn christelijke schoonouders. Hij luncht met zijn boezemvriend en manager Jeff in een Palestijnse eettent („De beste plek voor een Joodse man om overspelig te zijn.”) en legt het tot woede van zijn vrienden aan met een hartstochtelijk anti-zionistische Arabische vrouw.
Het kan erger. De pijngrens wordt pas echt bereikt wanneer in een aflevering een half blinde Holocaust-overlevende en een jonge, vitale deelnemer aan de tv-serie Survivor aan tafel beginnen op te bieden over de ontberingen die ze hebben doorstaan, terwijl gastheer Larry beschaamd probeert de gemoederen te sussen.
Het is galgenhumor die uit de mond van een niet-Joodse komiek niet zou worden geaccepteerd. Zoals Chris Rock en eerder Richard Pryor de spot dreven met het gedrag van zwarte mannen (en vrouwen) op een manier die geen witte komiek zich zou kunnen permitteren. Met die iconoclastische humor staat Larry David in een Joods-Amerikaanse traditie van zelfspot en relativering. Die van The Marx Brothers, Lenny Bruce en de tekenaar en scenarist Harvey Kurtzman, de bedenker van het tijdschrift Mad, dat ook niets en niemand serieus neemt – vooral zichzelf niet.
Misschien is dat ook de ontnuchterd humanistische ‘boodschap’ van Curb: mensen zijn feilbare en onwaarachtige wezens, ze schieten voortdurend tekort, proberen er het beste van te maken, wat meestal mislukt – en eigenlijk kun je ze dat niet eens kwalijk nemen. Zoals Larry David erkent in de eerste aflevering van dit laatste seizoen, als hij weer eens iemand heeft teleurgesteld: „Ik had zelf ook meer van me verwacht, mijn hele leven lang, maar het zit er gewoon niet in.”
Curb Your Enthusiasm, HBO Max. Seizoen 12: elke maandag een aflevering.