Ongehoord Nederland moet uit het bestel – en dat is geen aanval op de vrijheid van meningsuiting

Ongehoord Een betrouwbare informatievoorziening is keiharde noodzaak. Ongehoord Nederland draagt daar niet aan bij, schrijft .


Foto Dirk Hol / ANP

Staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media, D66) kan de geschiedenis ingaan als de eerste bewindspersoon die een aspirant-omroep uit het bestel zet. De NPO heeft maandag bij haar een verzoek ingediend om de voorlopige omroeperkenning van Ongehoord Nederland (ON) in te trekken. De omroep van Arnold Karskens kreeg begin deze week voor de derde keer een boete van de NPO en de Raad van Bestuur heeft er ditmaal een three strikes is out aan toegevoegd.

Ongehoord Nederland houdt zich niet aan de afspraken die met de omroep zijn gemaakt in het genre-overleg journalistiek van de NPO en opereert herhaaldelijk in strijd met de journalistieke codes. Directeur Arnold Karskens van ON noemde het „een zwarte dag voor de persvrijheid in Nederland” en de boete zag hij als „een hernieuwde aanval op de vrijheid van meningsuiting”.

Die reactie is grotesk. Iedereen kan eindeloos zijn mening uiten en publiceren op internet. Daar is geen omroepvergunning voor nodig. Ook de persvrijheid is niet in het geding. Er is geen enkel beletsel voor ON en Karskens om journalistiek te bedrijven naar eigen maatstaven buiten de publieke omroep. Hij krijgt dan alleen niet de 3,5 miljoen euro per jaar, waar hij nu als aspirant-omroep gebruik van kan maken.

Toetreding tot het omroepbestel brengt behalve voorrechten ook plichten met zich mee. De belangrijkste is dat een omroep bijdraagt aan de publieke taak. In deze tijd van polarisatie, nepnieuws, desinformatie en complottheorieën is de taak van de publieke nieuwsvoorziening helder. Op dit platform mag het publiek verwachten dat feiten en meningen gescheiden zijn, dat de feiten gecheckt zijn en dat de meningen kritisch worden bevraagd. Bij publieke journalistiek zijn de trefwoorden waarheidsgetrouw, onafhankelijk, onbevooroordeeld en controleerbaar. Er is sprake van waarheidsvinding, van hoor en wederhoor en het corrigeren van gemaakte fouten.

Deze eisen staan totaal niet in de weg van het ventileren van meningen – linkse, rechtse, radicale of spirituele – en het bedienen van doelgroepen. De journalistieke codes zien toe op de werkwijze en het gedrag van de journalist – niet op de inhoud van zijn of haar boodschap.

Ongefundeerde beschuldigingen en het verspreiden van leugens staan wel op gespannen voet met de Journalistieke Code NPO. En daar was in het programma Ongehoord Nieuws diverse malen sprake van. De Ombudsman van de NPO, die klachten van kijkers en luisteraars behandelt en toetst aan de Journalistieke Code NPO, ontving dit jaar 3.850 berichten, waarvan driekwart over ON gingen. Zeer opmerkelijk, aangezien deze omroep in verhouding tot de andere omroepen bijna geen zendtijd heeft.


Lees ook: Hoe Arnold Karskens de NPO tot het uiterste dreef

Verontruste burgers

De retoriek van Karskens vond weerklank bij journalist en voormalig omroepbaas, Ton F. van Dijk. Op de website van HP/De Tijd zette hij uiteen dat ON een grote groep verontruste burgers vertegenwoordigt en hij waarschuwt: „Niet uitgesloten kan worden dat de brute verwijdering van Ongehoord een eerste – en min of meer bewuste – stap is in het proces van ontmanteling van de extern pluriforme publieke omroep zoals wij die kennen.”

Deze verwijzing naar de moeizame machtsbalans tussen de omroepen en de koepelorganisatie NPO is voor de fijnproevers in Hilversum. Dat een staatssecretaris die besluit ON de status van aspirant-omroep te ontnemen, daarmee het startsein geeft tot ontmanteling van het pluriforme publieke bestel, is onzin. Het is een bangmakertje waar veel politici evenwel, vrees ik, gevoelig voor zijn. De politiek heeft nu eenmaal grote moeite het hoofd koel te houden, als er besluiten genomen moeten worden over de omroep.

Politici willen en kunnen niet oordelen over de inhoud van de programma’s, omdat zij zelf vaak het onderwerp, of beter gezegd, het lijdend voorwerp zijn van de berichtgeving. Dat neemt niet weg dat ze wel verantwoordelijk zijn voor de omroepbegroting van circa 900 miljoen. Zij moeten er op toezien dat dit geld zorgvuldig wordt uitgegeven. Daarbij hoort een heldere visie op een publieke informatievoorziening als tegenwicht tegen leugens en verdachtmakingen. De bestorming van de democratische instituties in Amerika en Brazilië laat zien dat media een cruciale rol kunnen spelen in het verlies van vertrouwen in de rechtsstaat.

Geen luxeartikel

We hebben het hier niet over een luxeartikel. Een betrouwbare informatievoorziening is keiharde noodzaak. ON draagt niet bij aan dat vertrouwen. Integendeel. Door voortdurend de onafhankelijke journalistieke uitingen van andere omroepen, met name de NOS, in twijfel te trekken, heeft ON ervoor gekozen de publieke omroep van binnenuit te ondermijnen.

Het is nu aan de staatssecretaris om ON uit het bestel te zetten, een beslissing die door de zorgvuldige procedure van de NPO juridisch goed is onderbouwd. Ook moet zij haast maken met het repareren van de Mediawet die bij de beoordeling van de toetreding van ON in het voorjaar van 2021 geen toetsingskader bevatte waarop een omroep die journalistieke desinformatie verspreidde, geweigerd kon worden. Kwaliteit, ambacht, professionaliteit, transparantie, inclusiviteit, er zijn genoeg normen waar subsidieaanvragen voor cultuur en media aan worden getoetst. Karskens kan zijn recht op vrije meningsuiting op internet voluit benutten, maar dat wordt dan niet betaald door u en mij.