Ongebruikte medicijnen worden vaak vernietigd. Dat moet anders, zeggen huisartsen en apothekers

Medicijnverspilling Nederland vernietigt elk jaar voor minstens 100 miljoen euro ongebruikte medicijnen. Dat is niet meer uit te leggen in deze tijd van tekorten en duurzaamheid, vinden huisartsen en apothekers.

Het medicijnenafval van apotheker Pieter Recter in zijn apotheek.
Het medicijnenafval van apotheker Pieter Recter in zijn apotheek.

Foto Bram Petraeus

Apotheker Pieter Recter krijgt vaak ongebruikte doosjes Fraxiparine terug van zijn patiënten. Met die bloedverdunner blijken ze na een of twee weken alweer aardig te kunnen lopen, dus stoppen ze met hun medicijnen, terwijl ze voor bijvoorbeeld een maand hebben meegekregen. Maar Recter, die drie apotheken in Veenendaal runt, kan niet zoveel met de teruggebrachte Fraxiparine. Ongebruikte medicijnen die de apotheek hebben verlaten, mogen niet worden heruitgegeven – of ze nu in een onaangebroken verpakking zitten of niet. Ze worden in tonnen gegooid, opgehaald bij de apotheek, en daarna in speciale ovens verbrand.

Dat gebeurde zelfs toen er vorig jaar grote tekorten aan Fraxiparine waren. Niet uit te leggen, vindt Recter. „Als ik een patiënt de keuze geef: wil je dit teruggebrachte medicijn of wil je een alternatief? – wat is daar dan op tegen?”

Er is één ding op tegen: het mag niet.

Europese regelgeving staat opnieuw uitgeven van geneesmiddelen niet toe, medicijntekort of niet. Idee daarachter is te voorkomen dat de patiënt vervalste en ondeugdelijke geneesmiddelen krijgt. Die moet ervanuit kunnen gaan dat de kwaliteit van zijn medicijn goed is en dat het veilig is te gebruiken.

Heruitgifte van geneesmiddelen stuit vooral op het Falsified Medicines Directive. In de praktijk werkt dat als een soort database. Elk doosje medicijnen krijgt een unieke streepjescode, wordt gescand en in de databank geregistreerd. Voordat een apotheker een doosje medicijnen meegeeft, scant hij de code ervan. Daarmee is het doosje afgemeld in de databank en kan het nooit opnieuw worden verstrekt.

Medicijnen opnieuw uitgeven mag zelfs niet als er een tekort aan is – vorig jaar waren 1.514 medicijnen langere tijd (gemiddeld drie maanden) niet leverbaar. En het mag evenmin in crisissituaties, zoals na de aardbeving in Turkije en bij de oorlog in Oekraïne.

Apotheker Pieter Recter bekijkt het medicijnenafval in zijn apotheek.
Foto Bram Petraeus

Zevenhonderd verhuisdozen

Die oorlog was het breekpunt, zegt Recter. Hij begon met een aantal huisartsen een petitie om iets aan die medicijnverspilling te doen. Een andere initiatiefnemer, de Leidse huisarts Walter Schrader, vertelt over een verzoek vorig voorjaar van een bevriende arts uit Oekraïne. Die liet weten dat er een schreeuwend tekort aan pijnstillers en antibiotica was: „Binnen drie, vier dagen reden vanuit Nederland de eerste auto’s die kant op. Zevenhonderd verhuisdozen vol medicatie, uit het hele land. Niet gebruikt, in een dichte verpakking, niet over de datum. Ziekenhuizen, apotheken, huisartsen, hospices – iedereen leverde.”

Maar apotheken kregen daarop een brief van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Door mee te doen aan de actie, liepen ze kans op acht jaar gevangenisstraf of 150.000 euro boete. Schrader: „Ik dacht: dit kan niet waar zijn!” De hulpactie stopte.

De petitie – Red levens, vernietig geen bruikbare medicijnen – wordt dinsdag 7 maart aangeboden aan de Tweede Kamer. Inmiddels zijn bijna 20.000 handtekeningen verzameld.

Jaarlijks wordt voor minimaal 100 miljoen euro aan medicijnen vernietigd, blijkt uit promotieonderzoek van Charlotte Bekker uit 2018. En dat is het topje van de ijsberg, zegt Bekker, nu wetenschappelijk onderzoeker bij het Nijmeegse Radboudumc. „We weten bijvoorbeeld niet wat er thuis wordt weggegooid of door de wc gespoeld. Veel mensen weten niet dat ze ongebruikte medicijnen kunnen terugbrengen naar de apotheek. Of ze hebben geen zin een nummertje te trekken en in de rij voor de balie te gaan staan.”

Recentere cijfers zijn er niet, maar dat hoeft ook niet, zegt Bekker: „Dit bedrag is al zo hoog dat we ons liever richten op oplossingen zoeken dan op het probleem opnieuw in kaart brengen.”

Slecht voor het milieu

Apotheker Recter krijgt elke week heel veel medicijnen terug. „Je hebt zo tien tot twintig kisten vol. Wat wij in een week terugkrijgen, past niet in een AH-tas.”

Foto Bram Petraeus

Volgens hem kan bijna alles wat op kamertemperatuur bewaard moet blijven, worden hergebruikt. „Bijvoorbeeld veelgebruikte medicijnen als pijnstillers, bloedverdunners, cholesterolverlagers.”

Hergebruik uitsluiten leidt niet alleen tot geldverspilling, zeggen Recter en Schrader, het is ook slecht voor het milieu – door verbranding van de medicijnen, maar ook als ze door het toilet worden gespoeld en in het oppervlaktewater belanden.

Schrader: „Goede medicijnen worden nu weggegooid. Dat past echt niet meer in deze tijd van duurzaamheid. Het is heel frustrerend allemaal.”

Dat geldt wat hem betreft ook voor de uiterste houdbaarheidsdatum van medicijnen, die de fabrikant bepaalt. Schrader: „Daarom is er een enorme financiële drive om medicijnen af te keuren. Geen enkele farmaceut wil in zijn eigen voet schieten, terwijl pillen, capsules en zeker ampullen vaak veel langer mee kunnen. Zo’n houdbaarheidsdatum moet eigenlijk onafhankelijk worden bepaald; er moet een einde komen aan deze wc-eendconstructie.”


Lees ook dit opinie-artikel: Het medicijnentekort is een gevolg van het gevoerde beleid

Voor apothekers zelf ligt er ook een taak, zegt onderzoeker Bekker van het Radboudumc. „Als ze iets minder meegeven, blijft er ook minder over.”

Apotheken geven patiënten bij goedkopere geneesmiddelen vaak doosjes voor twee, drie maanden mee, omdat het handig is – patiënten hoeven niet elke maand weer aan de balie te staan – en omdat dit door zorgverzekeraars is bepaald. In de praktijk houden patiënten die medicijnen geregeld over. Ze stoppen het gebruik bijvoorbeeld vanwege bijwerkingen, omdat klachten sneller over zijn, omdat het middel niet werkt, of omdat ze een alternatief hebben meegekregen en niet hun vertrouwde merk.

Verwarming

Toch is het niet zo eenvoudig om medicijnen opnieuw te verstrekken, zegt vicevoorzitter Nicole Hunfeld van de KNMP, de belangenhartiger van de apothekers: „Zolang je aan Europese regels gebonden bent, houdt het op. Hoe vervelend ook.”

Ze wijst ook op praktische problemen, zoals het scansysteem van apothekers dat moet worden aangepast en de vraag of je geld moet terugboeken naar mensen die medicijnen terugbrengen. En ook: „Hoe weet je zeker dat een doosje medicijnen niet op de verwarming heeft gelegen en dus op de verkeerde temperatuur is bewaard?”

Apotheker Recter ziet ook twijfels bij collega’s. „Sommigen slaan op tilt: dit mag niet! Het hoort niet, vinden ze. Alsof je in een restaurant een biefstuk krijgt voorgeschoteld die iemand anders heeft laten staan.”

Foto Bram Petraeus

Hunfeld vraagt zich ook af of heruitgifte de moeite waard is: „Voor dure medicijnen is dat duidelijk, dat levert financieel veel op. Maar voor de goedkope doosjes die jij en ik terugbrengen?” Bij ongebruikte medicijnen gaat het vaak om goedkope geneesmiddelen, maar wel in grote hoeveelheden. Hunfeld zou daarom graag een kosten-batenanalyse zien, waarin ook de milieugevolgen zijn meegenomen: „Waar ligt het omslagpunt?”

Minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) noemde vorige maand in een brief aan de Tweede Kamer „terugnemen en opnieuw uitgeven van medicijnen een complex vraagstuk”. Maar hij schreef ook dat „weggooien van veel medicijnen moeilijk is uit te leggen in het licht van de huidige problemen met tekorten en leveringsproblemen van geneesmiddelen en hoge kosten in de zorg.” Juist daarom heeft Kuipers een proef met heruitgifte van dure medicijnen tegen kanker verlengd tot eind 2024.

Dat is een begin, vinden de initiatiefnemers van de petitie, maar het moet uiteindelijk veel grootschaliger. Apotheker Recter ziet het wel voor zich: „Bouw een grote hal met allemaal tafels, zoek daar met vrijwilligers alle medicijnen uit en kijk wat hergebruikt kan worden. Wie wil, mag het hebben. In Nederland, of naar Turkije of Oekraïne. Wie kan daar nu tegen zijn?”