Onderzoek: politie Amsterdam in de fout bij preventief fouilleren

Gerichte wapencontroles Bij een proef met preventief fouilleren in Amsterdam werden onevenredig vaak jongeren geselecteerd, zo blijkt uit extern onderzoek. De pilot werd in november stopgezet na een onterechte controle in een jongerencentrum.

De Amsterdamse politie houdt een wapencontrole, waarbij mensen preventief mogen worden gefouilleerd.
De Amsterdamse politie houdt een wapencontrole, waarbij mensen preventief mogen worden gefouilleerd.

Foto Evert Elzinga/ANP

Onterecht uitgevoerde wapencontroles in Amsterdam Nieuw-West waren het gevolg van fouten in een interne briefing van de politie. Ook werden bij de proef met preventief fouilleren, die vorig jaar abrupt werd stopgezet, onevenredig vaak jongeren gecontroleerd. Dat blijkt uit twee onderzoeken die maandag openbaar zijn gemaakt.

In november vorig jaar besloot de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema per direct een punt te zetten achter een pilot met preventief fouilleren. Gebleken was dat agenten controles hadden uitgevoerd op plekken buiten het voor de proef aangewezen gebied, waaronder een jongerencentrum. Halsema noemde de overschrijding door de politie van haar bevoegdheden „zeer ernstig”.

Controles juist bedoeld als a-selectief

Uit een intern onderzoek van de politie blijkt nu dat de onterechte controles het gevolg zijn van „onjuistheden” in de briefing van de betrokken politieagenten. Zo stond een aantal straten buiten het aangewezen ‘veiligheidsrisicogebied’, ten onrechte in een powerpoint die gebruikt werd bij de presentatie. Bij de briefing werd ook gesuggereerd dat in afgesloten ruimtes gefouilleerd mocht worden, terwijl de Amsterdamse veiligheidsdriehoek van burgemeester, politie en Openbaar Ministerie had besloten alleen controles op straat te laten houden. Behalve in het jongerencentrum hielden de agenten acties in onder andere een grillroom, een bakkerij en een pizzeria.

Ten slotte, zo concludeert het politie-onderzoek, is bij de uitvoering van de controles ten onrechte de indruk ontstaan dat de controles specifiek gericht waren op jongeren. „Politiecollega’s dachten op basis van deze informatie dat zij die dag in het juiste gebied en op de juiste wijze bevoegde controles uitvoerden”, schrijft de Amsterdamse politiechef Frank Paauw in een begeleidende brief.

Uit een externe evaluatie van de wapencontroles door het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) blijkt wat de gevolgen waren van deze laatste fout: jongeren van midden tot eind 20 jaar liepen een „onevenredig grote kans” om te worden gecontroleerd, terwijl de controles juist nadrukkelijk bedoeld waren als a-selectief. „Deze discrepantie kan niet verklaard worden door de aanwezigheid van relatief veel jongeren op de controlelocaties”, zo schrijven de onderzoekers.


Lees ook Deze reportage over preventief fouilleren in Amsterdam: ‘Heb ik een crimineel koppie dan?’

Geen sprake van etnisch profileren

Het NSCR-rapport constateert dat er bij de controles geen sprake is geweest van etnisch profileren: het bovengemiddeld vaak staande houden van mensen met een migratieachtergrond. De onderzoekers plaatsen wel een kanttekening bij deze conclusie: het ontbreken van aanwijzingen voor etnisch profileren kan ook het gevolg zijn van het voortijdig afbreken van de pilot, waardoor de dataset „eenvoudig te klein en te vertroebeld is om deze mogelijke bias vast te stellen”.

Vanwege de vrees voor etnisch profileren ligt preventief fouilleren uiterst gevoelig in de Amsterdamse politiek. Met de pilot, die was bedoeld om het groeiende wapengeweld in Amsterdam tegen te gaan, ging burgemeester Halsema in tegen de wil van een meerderheid in de gemeenteraad. Om tegenstanders tegemoet te komen, werd de proef omkleed met allerhande waarborgen. „Tot onze grote spijt moeten wij concluderen dat in de praktijk is gebleken dat de vooraf gestelde waarborgen niet goed zijn geland bij de uitvoering”, schrijft Halsema aan de gemeenteraad.

Dit bericht wordt later aangevuld.