Het internationale journalistieke onderzoekscollectief Lost in Europe heeft de Daphne Caruana Galizia Prize for Journalism gewonnen met onderzoek naar vermiste alleenreizende asielkinderen in Europa. Dat werd woensdagavond bekendgemaakt bij het Europees Parlement in Straatsburg.
Het onderzoek werd uitgevoerd door verschillende Europese media, waaronder NRC. ‘Lost in Europe’ onthulde dat in Europa tussen 2021 en 2023 het aantal alleenstaande asielkinderen dat als vermist stond geregistreerd meer dan verdubbelde, Het gaat om ten minste 50.000 geregistreerde vermissingen, bleek uit een uitgebreide data-analyse op basis van cijfers uit 31 Europese landen.
Het is voor de vierde keer dat het Europees Parlement de prijs heeft uitgereikt. Daphne Caruana Galizia was een onderzoeksjournalist uit Malta die op 53-jarige leeftijd om het leven kwam door een autobom. Ze bleek vermoord.
De verontwaardiging over de manier waarop de autoriteiten het onderzoek naar haar dood hebben afgehandeld, leidde uiteindelijk tot het aftreden van de toenmalig Maltese premier Joseph Muscat. In oktober 2020 kondigde het Europees Parlement aan een nieuwe, jaarlijkse journalistieke prijs naar de vermoorde journaliste te vernoemen.
Jaïr Ferwerda is in het echt best een aardige jongen, ik heb nog met hem gelachen toen hij jaren geleden de ‘Nacht van NRC’ mocht of moest organiseren. Hij had familieleden meegenomen die kwamen kijken hoe hij werkte, het was een beetje hetzelfde als naar hem kijken terwijl hij thuis de afwas deed. Later was hij opeens een soort vliegende politiek reporter op televisie met als specialisme goed geïnformeerd meelachen met de macht. In Story stond laatst een achtergrondverhaal. Hij komt uit Stiphout bij Helmond, hij luisterde als baby al naar Met het Oog op Morgen en hij monteert zijn stukjes zelf. Beste citaat was: „Je bent zo goed als je laatste item.”
Zondag stond hij in het Olympisch Stadion in Amsterdam volgens afspraak met draaiende camera bij de finish van de halve marathon op minister-president Dick Schoof te wachten. Dick stond bij het babbeltje een beetje uit te trappelen. Op de achtergrond passeerden iets te enthousiaste lopers die in woord en gebaar lieten weten dat ze ‘Dickie’ heus wel herkenden. Er volgde een gesprek over helemaal niets, Dick Schoof vergeleek zijn kabinet maar weer eens met een hardloopwedstrijd, zoals hij alles vergelijkt met het lopen van een hardloopwedstrijd. Zijn hele leven is een hardloopwedstrijd, zijn carrière is een hardloopwedstrijd, een bak yoghurt is een hardloopwedstrijd, praten met Jaïr is ook een hardloopwedstrijd. Door de nieuwe premier begin ik terug te verlangen naar Mark Rutte, die was – zeker in combinatie met Jaïr – ook niet te harden, maar als die zwaaiend wegfietste was het vieze gevoel meteen weg.
Gelukkig is het allemaal niet echt. In het lijf van Jaïr zit een zwetende werkstudent en Dick Schoof speelt een minister-president die net doet alsof hij niet de achtste keuze voor de functie was. Gekke gedachte: als een onverlaat tijdens zo’n onderonsje het vuur opent verliezen we niets, maar we zouden het wel een klap voor de democratie noemen.
Hij is dat paardje in Ponypark Slagharen op wie iedereen wel wil zitten
Het Binnenhof is vergeven van journalistieke en politieke onverlaten die met elkaar content om te lachen produceren. Rutger Castricum, de oervader van het genre, loopt er ook weer rond; hij is allang geen gevaar meer, zijn nakomelingen hebben veel scherpere snavels. Van alle koddebeiers is Jaïr de fatsoenlijkste, met de lieve lobbes willen ze wel afspreken. Hij is dat paardje in Ponypark Slagharen op wie iedereen wel wil zitten, het maakt hem niet uit wie er op z’n rug kruipt, als hij er maar een kwinkslag uit kan persen. „Een vlieg sla ik niet dood omdat hij niet prikt”, zou Leah van Roosmalen (7) zeggen.
Het is natuurlijk niet voor niks dat hij met Caroline van der Plas mee naar huis mocht voor een documentaire. Kan geen kwaad, is hooguit wat onhandig, knoeit met zijn koffie en af en toe neemt hij zijn familie mee.
Jair staat nooit voor een dichte deur.
Het moment dat ze hem uitkiezen om het echte nieuws tegen te vertellen komt steeds dichterbij.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
Het is een compromis, maar voor één partij wel een moeilijk compromis. De PVV speelde de afgelopen weken hoog spel door de invoering van het staatsnoodrecht te eisen, om op die manier een ‘asielcrisis’ te kunnen uitroepen. Partijleider Geert Wilders had „geen ruggengraat van een banaan”, en zou nooit toegeven. Vicepremier Fleur Agema (PVV) wilde „nog wel eens zien wie er zo stoer is” om de noodwet voor asiel tegen te houden. De PVV had dit zélf belangrijk gemaakt, en moet nu accepteren: de noodwet komt er niet.
Dit is de uitkomst van wekenlang crisisoverleg tussen PVV en NSC, waarbij betrokkenen soms openlijk speculeerden over een kabinetsval. Woensdagmiddag bereikten Geert Wilders en Nicolien van Vroonhoven (de interim-fractievoorzitter van NSC) onder bemiddeling van premier Dick Schoof een compromis. Er komt geen noodwet, zo spraken ze af, maar wel een serie maatregelen voor strenger asielbeleid. Die maatregelen moeten dus door de Eerste en Tweede Kamer.
Al in het hoofdlijnenakkoord van juli spraken de vier coalitiepartijen (PVV, VVD, NSC en BBB) af dat een politiek paardenmiddel ingezet mocht worden: het staatsnoodrecht. Dat betekent dat de Eerste en Tweede Kamer buitenspel gezet worden. NSC had geëist dat zo’n noodwet „dragend gemotiveerd” zou worden. De partij verzette zich steeds heviger tegen het idee, zeker nadat ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken gehakt hadden gemaakt van het idee. Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) ging op zoek naar een motivering, maar heeft die nooit geleverd.
Lees ook
Faber zaait verwarring: motivering voor asielnoodwet zou af zijn, maar is dat toch niet helemaal
De noodwet die in het hoofdlijnenakkoord was afgesproken, is van tafel. Wat overblijft, zijn maatregelen die in hetzelfde hoofdlijnenakkoord grotendeels óók al waren afgesproken. Destijds was al duidelijk dat een groot deel van de plannen moeilijk doorgang zullen vinden: politiek, praktisch en juridisch. Dat is niet veranderd.
Geen permanente vergunningen
De partijen hebben (opnieuw) afgesproken dat het verblijf in Nederland voor statushouders, mensen in de asielprocedure en uitgeprocedeerde asielzoekers versoberd, bemoeilijkt en verkort moet worden. Voortaan zal de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) geen permanente verblijfsvergunningen meer uitdelen – statushouders krijgen een tijdelijke verblijfsvergunning van drie jaar. Momenteel geldt een tijdelijke vergunning voor vijf jaar.
Een te voorzien nadeel is dat de overwerkte IND elke drie jaar de individuele situatie van elke statushouder moet toetsen. Als de IND beslist dat een asielzoeker geen recht heeft op verblijf, procedeert diegene in veel gevallen door, met als gevolg nog meer druk op het rechtssysteem.
Ook willen PVV en NSC verbieden dat meerderjarige kinderen als nareiziger naar Nederland komen. Het gaat om enkele duizenden mensen per jaar.
Individuele toetsing
Asielzoekers die in een ander land asiel hebben aangevraagd, worden teruggestuurd, is de afspraak. Dat gebeurt nu ook al. Een groot obstakel is dat veel asielzoekers zich niet laten registreren in hun land van binnenkomst, óók omdat aankomstlanden veel asielzoekers ongehinderd laten doorreizen. Het EU-migratiepact moet zorgen dat dat minder voorkomt.
Verder willen de partijen delen van Syrië ‘veilig’ verklaren. Dat betekent dat asielzoekers die daar vandaan komen, niet langer (automatisch) aanspraak maken op een asielstatus. Alleen: daar gaat de Kamer niet over, dat is een beslissing die wordt gemaakt door de ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken op basis van rapporten van diplomaten in de regio en ngo’s als Amnesty International of Human Rights Watch. Daarbij zou het terugsturen van mensen niet groepsgewijs kunnen, elke individuele zaak moet worden getoetst.
Lees ook
Detentiecentrum voor uitgeprocedeerden overvol: uitzettingen gaan niet door
Ook is afgesproken dat als iemand zonder Nederlandse nationaliteit veroordeeld wordt voor een (ernstig) strafbaar feit, diegene sneller een ‘ongewenstverklaring’ kan krijgen. Daarmee krijgt iemand de plicht om zelf te vertrekken en wordt verblijf in Nederland strafbaar. De partijen willen ongedocumenteerden, mensen zonder (geldig) paspoort, vastzetten.
PVV en NSC hebben afgesproken dat vanaf eind november de grenzen worden gecontroleerd, zoals in Duitsland nu al gebeurt, en zoals Frankrijk heeft aangekondigd. In de praktijk is het zorgvuldig controleren van grenzen lastig.
In Duitsland rijdt het grootste deel van het verkeer ongecontroleerd over de grenzen. Praktisch zou het voor de Nederlandse douane en politie een grote opgave zijn om de grenzen intensief te controleren, vanwege de nijpende personeelstekorten.
Wat nieuw is, en wat Wilders heel graag wilde, is dat de spreidingswet „zo mogelijk dit jaar” al wordt ingetrokken, in plaats van later. Maar dat plan is politiek vrijwel onmogelijk. Dat moet door de Eerste en Tweede Kamer, en in de Eerste Kamer is er waarschijnlijk geen meerderheid voor, mede omdat de VVD-senaatsfractie twijfelt.
Coalitieverhoudingen
Woensdag mochten de leiders van VVD en BBB voor het eerst meepraten op het Catshuis. Donderdag schuiven ze weer aan. Dilan Yesilgöz (VVD) en Caroline van der Plas (BBB) zijn tot deze week buiten de onderhandelingen gehouden, wat ongebruikelijk is in een coalitie. Toch lijken zij niet dwars te liggen, en hielden ze zich met liefde buiten de crisissfeer.
Geert Wilders is blij met het resultaat, liet hij via X weten. Voor de PVV speelt mee dat een kabinetsval niet aantrekkelijk is. Zijn partij staat er goed voor in de peilingen, maar deze coalitie is misschien wel zijn enige kans om zelf asielbeleid te kunnen bepalen. NSC is kleiner, moet partijleider Pieter Omtzigt al weken missen en staat in peilingen op een dramatisch verlies. Toch wist deze partij iets tegen te houden wat eerder al was afgesproken. Een teken dat de verhoudingen in de coalitie niet altijd zijn wat ze lijken.
Het kabinet houdt vast aan het tracébesluit voor de verbreding van de A27 bij Amelisweerd. Een alternatief plan van de regio Utrecht, waarmee de kap van honderden bomen kon worden voorkomen, volstaat volgens minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) niet om de bereikbaarheid in het gebied op gelijkwaardige wijze te verbeteren.
Het is een tegenvaller voor de gemeente Utrecht en de provincie, waar juist goede hoop was dat hun plan stevig genoeg in elkaar stak om de minister te overtuigen. Niet alleen zou het alternatieve plan natuurvriendelijker zijn en de doorstromingsproblemen net zo goed verhelpen, ook zouden de kosten tot 1 miljard euro lager liggen dan de 2 miljard euro die voor de verbreding begroot is. Het plan leunde onder meer op verlaging van de maximumsnelheid, met meer rijstroken in de bestaande tunnelbak, en intensivering van het openbaar vervoer.
In een dinsdag gepubliceerde Kamerbrief schrijft Madlener dat Rijkswaterstaat het tracébesluit naast het alternatieve plan heeft gelegd, waarbij de eerste beduidend beter scoort. Zo kan met het huidige besluit in de spits meer verkeer over de verbrede A27 gaan. Ook bij de onderdelen reistijd, doorstroming en verkeersveiligheid staan minnetjes achter het Utrechtse alternatief. Daarnaast voorziet de minister dat nadere uitwerking van het alternatief vraagt om een „naar verwachting langdurige nieuwe ruimtelijke procedure”, die „potentieel gevolgen kan hebben voor de woningbouw”. Huidige woningbouwplannen gaan immers uit van het tracébesluit, aldus de minister.
Van 10 naar 14 rijstroken
De plannen voor de verbreding van de A27 bestaan al sinds 2010. De betonnen bak, met nu nog tien rijstroken, moet worden uitgebreid met vier rijstroken. Aan beide zijden van de weg moet daarvoor vijftien meter aan bomen en struikgewas omgehakt worden, onder meer op het historische landgoed Amelisweerd. Al jaren protesteren natuurliefhebbers tegen de uitbreiding van de snelweg, daarbij gesteund door de lokale en provinciale politiek.
Een oplossing leek in de maak met het coalitieakkoord van 2021. De gemeente en provincie Utrecht wisten tijdens de formatie van het kabinet Rutte-IV de partijen ervan te overtuigen dat zij met een beter alternatief konden komen. Een eerste versie voldeed volgens toenmalig minister Mark Harbers niet op het gebied van verkeersveiligheid, waarna vorig jaar een tweede versie werd opgestuurd naar Den Haag. De Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk stelde toen dat „zonder ingewikkelde en risicovolle ingreep bij Amelisweerd de bereikbaarheid kan worden verbeterd”.
De gemeente en provincie Utrecht blijven zich nu in een reactie scharen achter het Alternatief Ring Utrecht, wat volgens de partijen „door haar brede mobiliteitsvisie” beter aansluit „bij de groeiopgave en grootschalige woningbouwplannen van de regio”. Ondertussen staat in november een zitting bij de Raad van State op de planning over het tracébesluit, dat door actiegroepen wordt aangevochten. Een uitspraak in die zaak wordt op z’n vroegst in januari volgend jaar verwacht. Gemeente en provincie hopen dat de Tweede Kamer daarna alsnog kiest voor hun alternatief.
Lees ook
Utrecht presenteert alternatief voor verbreding A27 Amelisweerd: geen sloop natuur, verlaging maximumsnelheid