Onderzoek naar kinderen die seksueel worden uitgebuit door hun ouders laat zien: ‘Deze slachtoffers bestáán’

Niemand zag het. Voor de buitenwereld waren haar ouders nette mensen. Nette mensen in een normaal huis, in een gewone buurt. Mensen die hun kind naar de peuterspeelzaal brachten, kerst en verjaardagen vierden. Maar dat, zegt Lorette van der Werf, was wat haar betreft een alibi. „Een schutkleur.”

De mensen die zij papa en mama noemde, lieten haar op jonge leeftijd seksueel misbruiken. In een videogesprek vertelt Van der Werf, ze is nu eind veertig, over de impact van dat leed en verraad. Dat ze erover kán praten, is te danken aan een lange zoektocht. „Een overlevingsstrijd.” Ze kiest haar woorden zorgvuldig, want ze weet wat dit onderwerp kan oproepen: ontkenning en afwijzing. „Je vecht niet alleen tegen je eigen demonen maar ook tegen een samenleving die er blind voor lijkt te zijn.”

Deze donderdag verschijnt voor het eerst een Nederlands onderzoek naar kinderen die door hun ouders seksueel uitgebuit worden. Het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) vraagt hier al sinds 2021 aandacht voor. De reden dat er nog geen plan van aanpak is, zegt Shamir Ceuleers, hoofd van het CKM, is dat politie en hulpverleners de signalen niet herkennen. Volgens hem is dat de kern van het probleem: „Je ziet het pas als je het durft te zien. Het beleid is gebaseerd op geregistreerde slachtoffers. Dat is één los puzzelstukje, terwijl inherent is aan deze uitbuiting dat het diep verborgen zit.”

Het is echt tijd voor actie. Dit onderzoek laat zien: deze slachtoffers bestáán

Shamir Ceuleers
hoofd Centrum Kinderhandel en Mensenhandel

De taak van het CKM, legt Ceuleers uit, is de onzichtbare wereld van mensenhandel zichtbaar maken. Het doel: betere bescherming van slachtoffers, en vervolging van daders én ‘klanten’. Op basis van eigen onderzoek geeft het centrum de overheid en instanties (ongevraagd) advies. Nu dus over kinderen die door hun ouders worden gedwongen tot seks met volwassenen die daar soms voor betalen. Ceuleers: „Het is echt tijd voor actie. Dit onderzoek laat zien: deze slachtoffers bestáán.”

Naast het bestuderen van relevante wetenschappelijke literatuur – die er nauwelijks bleek te zijn – analyseerde het CKM data van Chat met Fier: een online hulplijn waar mensen anoniem kunnen praten over misbruik en andere vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties. De uitkomst van die analyse: in 112 van de 1.380 chatgesprekken over mensenhandel tussen 2019 en 2024 werd een ouderfiguur als dader genoemd. De slachtoffers zijn gemiddeld vijftien jaar oud en bijna allemaal meisjes. De meesten liepen op het moment van chatten acuut gevaar. Wat opvalt, is dat de groep significant jonger is dan slachtoffers die door anderen worden uitgebuit. En dat de uitbuiting door een ouder langer duurt – soms zelfs meer dan tien jaar.

Het is aannemelijk, zegt Ceuleers, dat we naar het topje van de ijsberg kijken. „We moeten het doen met wie er wel in beeld komen. Maar hoe zit het met degenen die dat niet lukt?” Eenzaamheid, isolatie en angst om alles kwijt te raken, ziet het CKM, belemmeren kinderen om hulp te vragen. Het jongste slachtoffer dat zich bij Chat met Fier meldde was negen jaar oud. Ceuleers: „Stel, je bent nog jonger. In hoeverre ben je dan in staat te bedenken: ik heb hulp nodig?”

Kortsluiting

Dat het niet klopte wat haar opvoeders deden, besefte Lorette van der Werf pas na vele jaren. Als kind begrijp je niks, zegt ze, je vóélt alleen. Ze werd geboren in het buitenland, en was nog heel jong toen een Nederlands stel haar adopteerde. Van het misbruik – hoe het begon, waar het gebeurde, wie erbij betrokken waren – kan ze zich niet alles herinneren. „Ergens onderweg ging het licht uit.” Des te beter kan ze verwoorden wat het met haar deed: kortsluiting.

Een „geestelijk infarct”, zo moet je het zien, zegt ze. „Ik leefde met deze mensen, ik had geen keus.” Dat er een maatschappelijk geaccepteerd systeem bestaat dat kinderen in zulke situaties plaatst – adoptie („een middel duizend keer erger dan de kwaal”) – kan ze nog steeds niet bevatten. Het veroorzaakte een diep wantrouwen. Kwam ze toevallig bij deze mensen terecht? Of was het georganiseerde opzet? „Als adoptiekind word je in feite aan een vreemde verkocht.”

Het gaat niet alleen om het misbruik, benadrukt ze. „Het is ook de verstikkende omgeving waarin je 24 uur per dag gevangen zit.” Net als in de meeste casussen uit het onderzoek van het CKM was de vader („de adoptievader, mijn dader”) de belangrijkste uitbuiter, haar adoptiemoeder was medeplichtig. Alles, zegt Van der Werf, draaide om de geheimhouding. „Ze indoctrineerden me: ‘Zwarte meisjes liegen graag. Niemand gaat jou geloven. Je bent een heel raar kind.’ En ik moet eerlijk zeggen: het werkte.”

‘Emotionele dwang’, noemt het CKM dit. Om een kind tot seksuele diensten te dwingen, zetten de plegers verschillende middelen in: van intimidatie en fysiek geweld tot isolatie en drogering met drank, drugs of medicatie. Maar soms, zegt Shamir Ceuleers, is dat niet eens nodig. „In de relatie tussen ouder en kind ís al sprake van een machtsverhouding, van loyaliteit. Het is een dwangmiddel op zich.”

Het onderzoek van het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel heet Van kwaad tot erger omdat in de gezinnen uit de chats veel aan de hand is. Seksueel misbruik en kindermishandeling gaan vaak vooraf aan de uitbuiting, mogelijk omdat plegers zelf ooit slachtoffer waren. Schulden, armoede of verslaving kunnen een motief zijn voor het aanbieden van kinderen voor seks, en ook daarin kan sprake zijn van escalatie. Eerst zijn het vrienden of familie die betalen voor misbruik, later onbekenden.

Samenleving medeplichtig

Niemand staat erbij stil, of durft eraan te denken. Dát maakt seksuele uitbuiting met ouders als dader zo ingewikkeld, zegt Lorette van der Werf. In haar ogen was de samenleving medeplichtig, door de manier waarop naar adoptiepleegkinderen, naar minderheden, en ook naar zogenaamde weldoeners wordt gekeken. En dat terwijl veel afnemers zich „in hogere kringen” bevinden. „Daar hebben mijn daders van geprofiteerd.”

Nog altijd kan ze in paniek raken van het geluid van een deurbel, van campers, parkeerplaatsen, oude fototoestellen. „Een jong kind aan de hand van een volwassene vind ik vreselijk om te zien. Alsof het van de ene naar de andere locatie wordt getransporteerd.” Ze leerde, vertelt ze, „met twee breinen leven”. Het ene doet er alles aan om bij de groep te horen, mee te doen. Haar andere brein gaat om met de doodsangst en de pijn.

Wat ik heb doorgemaakt, is een gevangenis. Maar door open te zijn, laat ik er steeds meer licht bij

Lorette van der Werf
slachtoffer misbruik

Trauma, weet Van der Werf, gaat in je cellen zitten. Zo diep dat je niet meer weet wie je bent, hoe je moet leven. Op een gegeven moment, vertelt ze, is ze puzzels gaan leggen: „Ik moest ordenen om overeind te blijven.”

Zo’n twintig jaar geleden ging ze in de jeugdzorg werken: „Ik wilde het systeem begrijpen, en zo in feite mijn eigen bevrijding regelen.” Ze werkte in „zo’n beetje elke vorm van zorg” en probeerde haar ervaring in te zetten om die te verbeteren. Behandelaars, zag ze, vertrouwen vaak de stem van het kind niet. En de emotionele instabiliteit waar je doorheen gaat als je aan trauma’s moet werken, mag er niet zijn. „Of je nu jong of oud bent: de verantwoordelijkheid wordt bij jou gelegd, je moet heel snel normaal doen. Maar zo werkt het niet. Dan krijg je nooit de kans om te helen.”

Haar „verworven deskundigheid” gebruikt ze nu om advies te geven. Als spreker op congressen, vraagbaak en deelnemer aan academische werkplaatsen zet ze zich in voor een betere jeugdzorg en ggz. Ondertussen deelde ze, stapje voor stapje, steeds meer over haar verleden. „Een levenslang proces. Maar toen ik het bericht van het CKM op LinkedIn zag dat er een onderzoek zou komen, was ik klaar voor openheid.”

Ze schreef het voorwoord bij het rapport van het CKM dat haar leven context geeft, en kinderen in dezelfde situatie zichtbaar maakt. Ze had nooit durven dromen, zegt ze, dat die erkenning er zou komen. „Wat ik heb doorgemaakt, is een gevangenis. Maar door open te zijn, laat ik er steeds meer licht bij.”