Onderzoek: Google faciliteerde censuur Rusland en China

Google faciliteerde censuurverzoeken van autocratische regimes van over de hele wereld, waaronder het Kremlin in Rusland en de Chinese Communistische Partij. Dat meldt de Britse krant The Observer zondag in een onderzoeksartikel.

Het technologiebedrijf werkt sinds 2011 samen met overheden van zo’n 150 landen, als zij willen dat er informatie uit het publieke domein moet worden verwijderd. De reden hiervoor kan bijvoorbeeld privacy- of auteursrechtschendingen zijn.

Maar naast democratische regeringen, willigt Google ook censuurverzoeken in van autocratische regimes en regeringen die worden beschuldigd van het schenden van mensenrechten zoals Rusland, China en het door de Taliban gecontroleerde Afghanistan.

Google publiceert geen volledige gegevens over verwijderingsverzoeken, maar brengt wel elke zes maanden een ‘transparantierapport’ uit met daarin samenvattingen van censuurverzoeken waarvan het bedrijf denkt dat ze van ‘openbaar belang kunnen zijn’. Zestig procent daarvan, zo ontdekte The Observer op basis van hun onderzoek, was afkomstig van Rusland.

Navalny verwijderd

Op verzoek van Rusland verwijderde Google bijvoorbeeld YouTube-video’s waarop onder andere te zien is hoe Oekraïners een Russische vlag verbranden. Ook werd content waarin de inmiddels overleden oppositieleider Aleksej Navalny tactisch stemadvies gaf, tijdelijk geblokkeerd tijdens de Russische verkiezingsperiode in september 2021.

Voor China haalde het bedrijf zo’n 200 video’s offline en verwijderde het content waarin kritiek op de Chinese president Xi Jinping werd verspreid. Samenwerking met landen als Iran en Afghanistan is ook in het transparantierapport terug te vinden.

Volgens het techbedrijf zelf bieden de voorbeelden uit de transparantierapporten slechts een klein inkijkje in alle verwijderingsverzoeken die binnenkomen en zijn de gegevens “niet volledig”. Veel van de gegevens uit het rapport zouden daarnaast juist illustreren dat het bedrijf zich verzet tegen dergelijke verzoeken, aldus het techbedrijf, in een van de transparantierapporten. Google reageerde niet op vragen van The Observer.