Onder het spoor is het voor de beschermde das goed toeven, maar hoe bescherm je het spoor tegen de das?

De das is, eigenlijk net als het Nederlandse treinwezen, een storingsgevoelig dier. De zwart-witte marterachtige zoekt daarom een rustige plek waar hij lekker kan foerageren, een droge burcht kan graven en het belangrijkst: waar zo min mogelijk mensen komen. Het spoortalud, de verhoging waar veel sporen op aangelegd zijn, is de ideale plek. De voorspelbaarheid van de dienstregeling maakt dat hij aan het denderen van de trein went. Dat wil zeggen: áls die trein kan denderen. Want zo’n burcht in het talud is voor de das ideaal, maar de ondergrondse tunnels en kamers veroorzaken verzakkingen, met als gevolg storingen op het spoor.

En nu blijkt uit onderzoek van spoorwegbeheerder ProRail ook nog eens dat de das veel vaker actief is rond het spoor dan tot nu toe werd gedacht. „Een paar jaar geleden ging het om tientallen burchten, nu hebben we opeens vijfhonderd waarnemingen van dassenactiviteit rond het spoor geteld”, zegt ProRail-woordvoerder Aldert Baas. „Maar het is logisch dat wie beter kijkt, ook meer ziet.”

De afgelopen jaren was er veel te doen over de das en het spoor. Op een aantal drukke trajecten, waaronder tussen Amsterdam en Eindhoven, konden in 2023 treinen niet of langzamer rijden omdat er verzakkingen in het spoor zaten door dassenburchten. ProRail heeft daarom uitgebreid onderzoek gedaan, om te herstellen waar nodig en te voorkomen waar mogelijk. „Vijfhonderd kilometer spoor aan twee kanten, duizend kilometer in totaal, is onderzocht.”

Verbaasd dat daarbij meer dassenactiviteit is ontdekt, is Baas niet. „Als je een verspreidingskaart van de das in Nederland pakt en je legt daar de spoorkaart overheen, weet je het eigenlijk al”, zegt Baas. „Er wordt zelfs gedacht dat de das zich over het land verspreidt dankzij het spoortalud.”


Lees ook

Vanaf de grens is het boemelen voor de goederentrein naar Oberhausen

Vanaf de grens is het boemelen voor de goederentrein naar Oberhausen

Tuinman

Peter Klaver is de landelijk inspecteur voor het das- en beverprogramma van ProRail. Hij is „natuurlijk” slechts één van de vele inspecteurs die rond het spoor werken. De meesten kijken naar het technische aspect. „De bovenleiding, de baan, het seinwezen. Maar als je iets verder kijkt dan het spoor zelf, zie je dat er ook een spoorberm is. Dat is waar ik naar kijk en waar we met het hele das- en beverprogramma onderzoek naar doen.” Klaver werkte ooit als boswachter, daarna werd hij manager. „Ik dacht op een zeker moment: wat ga ik de laatste tien jaar van mijn werkzame leven doen? Toen kwam er een vacature voorbij: ‘ProRail zoekt een tuinman’. Dat vond ik wel leuk klinken.”

Nu loopt hij, stevige laarzen en neon hesje, samen met Baas langs het talud bij Ravenstein. Ook hier zorgde een burcht voor verzakkingen, waardoor het treinverkeer langzamer moest rijden. Dat is, dankzij de investing van 1 miljoen euro, nu opgelost. Baas: „Het is in de kwestie van de das een constante zoektocht naar een balans die spoorveiligheid garandeert, financieel te behappen is en zorgt voor zo min mogelijk ongemak voor de reiziger én de das.”

ProRail heeft de afgelopen twee jaar honderden dassensporen ontdekt langs het treinspoor.
Foto Jeroen Jumelet / ANP

Omdat de das beschermd is, mag ProRail het dier, als het zich eenmaal in zijn ondergrondse kasteel heeft gevestigd, niet zomaar verjagen. Dus is er bij Ravenstein, aan de voet van het talud, in samenwerking met Stichting Das & Boom een kunstmatige burcht aangelegd van vierkante houten dozen die aan elkaar verbonden zijn door aardewerken buizen met daaroverheen wilgentakken. Nadat de burcht af was, is er een ontmoedigingsbeleid gestart, waarbij begroeiing rond de oorspronkelijke burcht werd weggehaald. Pas toen de das uit zichzelf vertrok – hij verkoos uiteindelijk een zelfgebouwde burcht naar eigen smaak ingericht boven de kunstmatige burcht – kon het spoor hersteld worden.

Ecoloog en dassenexpert Bert Hesse, betrokken bij Stichting Das & Boom, is lovend over de manier waarop ProRail omgaat met de das. „Kijk, vanuit de das bezien is het natuurlijk geweldig dat iemand zo’n mooie terp voor ze heeft aangelegd, en zo lekker lang ook”, zegt hij. „Maar vanuit maatschappelijk belang is het logisch dat hij daar niet kan blijven zitten.” Hoe er vervolgens gezocht wordt naar een oplossing, stemt hem tevreden. „Het is een geweldige samenwerking.”

De status van de das beschermt de dieren namelijk niet altijd en overal. Dagelijks krijgt de stichting meldingen binnen van aangereden dassen. „We ramen het aantal verkeersslachtoffers op ruim duizend dassen per jaar.” Dat is een vijfde tot een kwart van het totaal. Vooralsnog lijkt dat de populatie niet onder druk te zetten, maar er komen meer bedreigingen aan voor ’s lands grootste landroofdier. „De energietransitie, de behoefte aan nieuwe woningen, het drukt allemaal op het dassenleefgebied.”

Anti-graaf-gaas

De dassen van Ravenstein hebben naast de kunstmatige burcht zelf ook een burcht gegraven, tegenover het treintalud. Om te voorkomen dat ze zich toch weer richten op de aarde onder het spoor, heeft ProRail, verstopt onder een laagje aarde en gras, een onzichtbaar anti-graaf-gaas aangebracht. „Hier heeft een das toch een poging gewaagd”, wijst Peter Klaver. In de ondiepe kuil heeft de das in kwestie, één van de naar schatting zevenduizend dassen die Nederland telt, een duidelijke pootafdruk achtergelaten. Hij is tot op het gaas gekomen, waarna hij zijn graafwerk heeft moeten staken.

Door het aangebrachte anti-graaf-gaas in het talud kan de das op deze plek niet verder graven.
Foto Jeroen Jumelet / ANP

Dit talud is, net zoals de das, nu beschermd. Hopelijk lukt het overal waar dassen zitten tot een voor iedereen passende oplossing te komen. „We hebben hier nu weer een mooie, stevige en gladde spoordijk. Gewassen en gestreken, spic en span.”, zegt Baas tevreden. Op dat moment raast er een trein voorbij, op de normale snelheid. „Zo zien we het graag.”


Lees ook

Als het spoor ziek is, zie je bij Zwolle de meeste symptomen

Station Zwolle vanuit de lucht gezien. Dit is de flessenhals naar het noorden: vanuit hier loopt het enige spoor naar Groningen en Leeuwarden. Hier komen verbindingen samen uit acht richtingen en rijden treinen van drie vervoerders. Foto Eric Brinkhorst