Onafhankelijk milieurapport afgezwakt na druk door Schiphol

Een kritisch rapport over de milieueffecten van Schiphol is aangepast onder druk van de luchthaven en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Termen als „onjuist” en „ten onrechte” werden veranderd in „deels niet consistent” en „discutabel”. Dat blijkt uit onderzoek van NRC.

De kwestie draait om een milieustudie die in 2020 voor Schiphol werd gemaakt, ter voorbereiding op een nieuwe wet. Die milieustudie schiet flink tekort volgens de commissie voor de milieueffectrapportage (MER), een onafhankelijk overheidsadviseur die de wettelijke taak heeft milieustudies te beoordelen. De commissie MER vatte haar kritiek samen in een eigen onderzoeksrapport, maar zwakte dit af na druk van Schiphol en het ministerie. De bekritiseerde milieustudie vormt desondanks de basis voor een spoedwet die minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) dit voorjaar wil doorvoeren om het aantal vluchten op Schiphol wettelijk vast te leggen.

Leugens

Op Schiphol stijgen en landen al jaren fors meer vluchten dan de huidige wet toestaat. Hierdoor veroorzaakt Schiphol méér geluidsoverlast dan wettelijk is toegestaan. Die overschrijding wordt al ruim tien jaar gedoogd.

Bijna tweehonderdduizend omwonenden van Schiphol ondervinden ernstige geluidshinder en meer dan twintigduizend bewoners worden ’s nachts wakker door vliegtuiglawaai. Omwonenden klagen al jaren dat de luchtvaartbranche door slim bespelen van de overheid bestaande regels weet op te rekken, en zo meer vluchten kan uitvoeren. De term ‘schiphollen’ – misleiden door manipulatie, leugens, het verdraaien van feiten – heeft inmiddels zelfs een publicatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken over de staat van het landsbestuur bereikt.

Vorig jaar oordeelde de rechtbank Den Haag, in een civiele zaak die meer dan drieduizend omwonenden hadden aangespannen tegen de staat, dat omwonenden onvoldoende worden beschermd tegen geluidshinder en slaapverstoring. „Door het ontbreken van adequate en daadwerkelijk gehandhaafde normen ontbreekt het mensen die overlast ervaren door Schiphol al jarenlang aan effectieve rechtsbescherming”, aldus de rechter. Volgens de rechtbank stelt de staat consequent de bedrijfsbelangen van Schiphol voorop, en kijkt pas daarna hoe tegemoet kan worden gekomen aan de burgerrechten van omwonenden. De rechter beval de overheid binnen twaalf maanden de geldende wet- en regelgeving te handhaven.

Uitstel afgewezen

Die deadline, die deze donderdag afloopt, gaat Infrastructuur en Waterstaat (IenW) niet halen. Vorige maand probeerde het ministerie van de rechter uitstel te krijgen, maar dat werd niet toegekend.

In 2020 wilde het kabinet al een einde maken aan de gedoogsituatie door een hoger aantal vluchten wettelijk vast te leggen. Daarvoor liet Schiphol een milieustudie uitvoeren.

Dit soort studies moet worden beoordeeld door de commissie MER. Die commissie oordeelde in 2021 dat de betrokken milieustudie ondermaats was. Er zaten zoveel onjuistheden in dat „onzeker” was of die nieuwe wet voor een hoger aantal vluchten wel was vast te stellen. Onder meer op het gebied van stikstof, CO2 en geluidsoverlast schiet de studie volgens de commissie tekort. Het hogere aantal vluchten zou bovendien leiden tot 15 procent méér omwonenden met last van ernstige geluidshinder of verstoorde nachtrust.

‘Legaliseren’ wordt ‘vastleggen’

Nu blijkt dat gevoelige termen uit het onderzoeksrapport zijn geschrapt na druk van Schiphol en het ministerie van IenW. Volgens de commissie MER zou de nieuwe wet de bestaande gedoogsituatie „legaliseren”, zo staat in het conceptrapport. Maar die term is tegen het zere been van Schiphol, blijkt uit interne stukken die zijn opgevraagd door milieuorganisatie MOB. „Dit wekt de suggestie dat sprake is van een ‘illegale’ situatie”, schrijft Schiphol aan de commissie MER. Schiphol eist in een schriftelijke reactie dat de term ‘legaliseren’ verdwijnt uit het rapport. En dat gebeurt: in de eindversie is die term veranderd in het zwakkere ‘vastleggen’.

Infrastructuur en Waterstaat probeerde het rapport in een gesprek met de commissie MER nog verder af te zwakken, maar dat lukte niet, blijkt uit een nota aan de minister. „In grote lijnen is het advies ongewijzigd gebleven”.

Vanwege de felle kritiek van de commissie MER is de nieuwe wet er nooit gekomen en duurt de gedoogsituatie voort. Minister Madlener stuurde vorige maand een spoedwetsvoorstel naar de Kamer waarmee hij het aantal vluchten nu wettelijk wil vastleggen op 478.000 per jaar. Dat is meer dan de grofweg 400.000 tot 420.000 vluchten die binnen de huidige wet passen, maar minder dan de 500.000 vluchten die nu gedoogd worden. Aan het gedogen van de overschrijdingen van geluidsnormen wil Madlener vooralsnog geen eind maken.

In de Luchtvaartwet is vastgelegd dat de geluidsoverlast en luchtvervuiling rondom Schiphol niet erger mogen worden. Kamerleden van NSC, Groenlinks en PvdA vrezen dat de overlast toeneemt als er meer gevlogen mag worden. Madlener wijst die kritiek van de hand en verwijst daarbij naar de milieustudie uit 2020. Maar de betrokken studie zijn volgens de commissie MER dus ondermaats.