De omstreden minister van Defensie Prabowo Subianto koerst af op winst in de presidentsverkiezingen van Indonesië. Uit een steekproef van het onafhankelijke peilingbureau Indikator Politik blijkt dat momenteel ongeveer 23 procent van de stemmen geteld is, waarvan bijna 60 procent naar Prabowo gaat. Prabowo’s tegenstanders Anies Baswedan en Ganjar Pranowo krijgen volgens die steekproef respectievelijk zo’n 23 en 17 procent van de stemmen, zo melden internationale persbureaus.
Prabowo was onder Soeharto, de generaal die van 1967 tot 1998 de autocratische president van Indonesië was, de leider van een speciale legereenheid die betrokken was bij de ontvoering, marteling en verdwijning van 23 activisten die zich verzetten tegen het regime van Soeharto. Dertien van hen keerden nooit terug. Nog altijd demonstreren sommige Indonesiërs tegen het uitblijven van strafrechtelijke vervolging van Prabowo.
Vanaf 2019 stelde de regering van Joko Widodo Prabowo aan als minister van Defensie. Onder meer de steun van Widodo aan Prabowo maakte hem de verwachte winnaar. Widodo’s zoon, Gibran Rakabuming Raka, werd afgelopen oktober aangesteld als tweede man onder Prabowo, met het idee dat hij vicepresident zal worden. De verwachting is dat Widodo zijn eigen macht via Gibran zoveel mogelijk uit wil bouwen.
Lees ook Hoe een omstreden presidentskandidaat twee Indonesische verzetsvrienden tot vijanden van elkaar maakte
Ik zorg natuurlijk elke dag voor mijn kinderen, en hoe, maar gisteren stond ik er, volgens afspraak, alleen voor. Frida van Roosmalen (3) was ziek, de rest had een halve schooldag. Er komen na school ook regelmatig vriendinnen mee. Heel belangrijk, zeker na een verhuizing. Bij het ontbijt kreeg ik van verschillende kanten tegenstrijdige instructies.
Me normaal gedragen.
Toezicht houden, maar me nergens mee bemoeien.
Lunch verzorgen: lekker en gezond, maar ook lekker.
Ze kwamen uit school, de vriendin van Lucie van Roosmalen (9) stelde zich voor. Ze monsterde me van top tot teen en stak een arm naar voren, allemaal veel fatsoenlijker dan we het in Wormer gewend waren.
Leah van Roosmalen (7) had geen vriendin meegenomen, ze wilde ‘meespelen’, Lucie van Roosmalen vond het allemaal prima zo lang zij en de vriendin er maar geen last van hadden. En ook niet van Frida van Roosmalen, want die was gewoon te klein.
„Zet die maar voor de televisie.”
Ik vroeg wat ze op hun brood wilden.
De vriendin: „Een maiscracker met smeerkaas en wat tomaatjes.”
Lucie van Roosmalen demonstreerde onze nieuwe koelkast, hij kon open en dicht en er zat een ijsklontjesmachine in.
Ik begon aan deze column, telkens werd ik onderbroken met een dwingende vraag.
„Waar is jouw hamer?”
„Heb jij spijkers?”
De vriendin: „Je vader zit gewoon in de huiskamer, te niksen!”
Even later stond ik in ons voortuintje twee pallets, de hele voortuin ligt nog vol verbouwafval, op elkaar te timmeren. Daarna begon een enorm gesleep met kannen water, limonadesiroop en bekers. Ze waren op de stoep een limonadewinkel begonnen. Na een kwartier waren er nul klanten geweest.
Ze gingen de winkel verplaatsen naar de drukke weg.
De vriendin, half verwijtend: „Kun jij die kannen en vazen niet naar de winkel brengen? Ik heb net al een hout gesjouwd, ik ben bang dat ik zweet.”
Ze waren op de stoep een limonadewinkel begonnen
Ik liep met de vriendin mee naar de kraam, die inmiddels voor een gesloten vestiging van IJscuypje stond. Er stonden drie bejaarden in een rij voor limonade. Leah van Roosmalen was voor de tweede keer water halen in het aanpalende café.
„Help effe. Ik sta hier met een emmer met water!”, schreeuwde ze tot hilariteit van een vol terras.
„Ga jij die emmer halen?”, vroeg Lucie van Roosmalen.
De vriendin: „Je vader is er toch?”
Ik had weinig zin om emmers water uit het café te halen.
De vriendin: „Wat is dat voor vader?”
Lucie van Roosmalen: „Wat ben jij voor vader?”
Daarna: „Dan doe ik het wel weer… Neem jij het even over?”
De vriendin: „Hoe veel moet ik vragen?”
Lucie van Roosmalen: „Kinderen vijftig cent, bejaarden twee euro.”
Leah van Roosmalen: „De mensen vinden me hier grappig, ze lachen om alles wat ik roep. Waarom zetten we de kraam niet op het terras?”
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
Elke keer als ik het nummer I’ll be missing you van Faith Evans en Sean Combs op de radio langs hoor komen dwalen mijn gedachten af naar dierbaren die er niet meer zijn. Ik hoor de stem van ‘opa en oma Leiden’, dat verdriet is nog vers. Kennen apen ook dit soort gevoelens? Denken ze terug aan een verloren vriend? Hoe gaan zij om met verlies? We kunnen het hen niet vragen, maar kunnen meer afleiden uit hun gedrag dan je misschien zou denken.
In de zomer van 2018 beviel de orka Tahlequah van haar kalf. Na een half uur overleed het jong. De moeder leek het niet te kunnen accepteren. Gedurende zeventien dagen zwom ze bijna tweeduizend kilometer met de baby op haar snuit. Ook olifanten lijken te kunnen rouwen. In 2003 zakte Eleanor, de oudste van de kudde, door haar poten. Binnen enkele minuten kwam een andere leidster dichterbij en probeerde Eleanor te laten opstaan. Het lukte niet en uit haar gedrag bleek hoezeer dit haar emotioneerde. Toen Eleanor overleed kwamen er olifanten uit vijf verschillende families het lichaam bekijken en bevoelen. Boeken van prominente onderzoekers zoals Barbara King en Frans de Waal staan vol prachtige gedragsbeschrijvingen die de conclusie die Charles Darwin trok in zijn in 1872 gepubliceerde boek Uitingen van Emotie in mens en dier onderstrepen: ook andere dieren hebben soms verdriet.
Aanraken
Dierverzorgers in dierentuinen houden daar rekening mee. Ik spreek erover met Saskia Visser. „Toen twee jaar geleden chimpansee Sjors op 57-jarige overleed, hebben we de andere chimpansees afscheid van haar laten nemen. Iedereen deed dat op zijn of haar eigen manier maar wat enorm belangrijk is, is dat ze de overledene kunnen aanraken. Bibi, een rustige, zorgzame chimpansee, pakte Sjors’ hand, keek naar de borstkas en bleef zo lange tijd stilletjes bij haar zitten. Wingu ging juist wild tekeer, alsof hij een reactie uit wilde lokken. De eerste periode na het overlijden van Sjors, was Kumi, de leider van de groep zoekende. Zonder zijn steun en toeverlaat moest hij het nu alleen doen. Ineens was hij timide en bedachtzaam. Wat zijn nu de banden? Wie bekleedt nu welke positie?” De dood van een groepslid maakt een hoop los.
In Playing Possum, een fantastisch boek dat deze week uitkwam, betoogt Susana Monsó dat kennis over hoe dieren omgaan met de dood en met doodgaan ons veel kan leren over onze eigen relatie met de dood. Want ja, hoe gaan we daar eigenlijk mee om? Mijn uitzonderlijke oma Corry was zich al zolang ik me haar kan herinneren aan het voorbereiden op haar dood. Maar als ze erover begon, dan lachten we het weg, „kom op oma, u gaat echt nog niet dood!” Ik heb er spijt van dat ik haar opmerkingen nooit heb aangegrepen om over dit onderwerp te praten.
Net als bij mensen zijn emoties zoals verdriet vaak af te lezen aan de gezichtsexpressie of lichaamstaal van een dier. We moeten er meer moeite voor doen om die signalen te herkennen, vooral als de dieren heel andere lijven hebben dan wijzelf. Olifanten bijvoorbeeld, hebben ter hoogte van de slaap klieren die bij stress vocht afscheiden. Echter, wat uitingen van emotie niet vertellen is wat er precies gebeurd op gevoelsniveau. Is een dier zich bewust van de emotie? Gevoelens spelen zich af in het hoofd en zijn moeilijker te doorgronden. Ernaar vragen is een manier. Maar ja, dat is bij dieren nu net zo lastig.
Eyetracking
Om een stapje dichter bij gevoelens te komen, ontwerpen onderzoekers experimenten en maken daarbij gebruik van technieken zoals bijvoorbeeld eyetracking. In een zo’n recent experiment ontdekten onderzoekers dat mensapen zich hun voormalige groepsgenoten nog lang herinneren. Vooral naar degenen met wie ze een sterke band hadden werd lang gekeken. Er was zelfs één bonobo, Louise, die zich haar zus en neef na 26 jaar zonder contact nog herinnerde. In ons eigen onderzoek dat vorige maand gepubliceerd werd, bleek dat de aandacht van bonobo’s lang vast werd gehouden door beelden van soortgenoten in nood. Interessant genoeg werd er in eerste instantie juist weggekeken van heftige beelden.
De groeiende stapel van anekdotes over rouwgedrag bij dieren en de wetenschappelijke onderzoeken duiden erop dat ook andere diersoorten kunnen rouwen. In vergelijking met andere dieren hebben we wellicht een vreemde relatie met de dood. Hoezeer we hem ook willen ontkennen en ontwijken, ook wij gaan ooit dood. Laten we het daar een keer over hebben, later.
Het kabinet wil de mogelijkheid verkennen om afgewezen asielzoekers in Oeganda op te vangen. Dat heeft minister Reinette Klever voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (PVV) gezegd tijdens een werkbezoek aan het land, meldt de NOS. Oeganda zou voor de opvang financieel worden gecompenseerd.
Uitgeprocedeerde asielzoekers uit landen rondom Oeganda zouden volgens het plan Nederland worden uitgezet en overgebracht naar Oeganda. De Oegandese minister van Buitenlandse Zaken liet volgens de NOS weten open te staan voor gesprek. Het is onduidelijk hoe het kabinet het onorthodoxe plan in praktijk wil brengen.
Klever zegt in Oeganda een „breed” gesprek gevoerd te hebben over migratie. „Of het allemaal juridisch mogelijk en wenselijk is, dat moet nog verder uitgezocht worden”, liet de bewindsvrouw achteraf weten. Dat gaat asielminister Marjolein Faber volgens haar „vast” doen. „Wat we kunnen doen, moet allemaal nog uitgezocht worden.”
Het kabinet sprak al eerder belangstelling uit voor zogeheten ‘terugkeerhubs’, waar afgewezen asielzoekers buiten de grenzen van Europa wachten op terugkeer naar het land van herkomst. Die plannen stuitten steeds op politieke weerstand. Ook in juridisch opzicht is de haalbaarheid van een asieldeal met Oeganda onzeker.
Vanuit de oppositie is woensdagavond fel gereageerd op het kabinetsplan. „Denemarken en het VK hebben dit al geprobeerd. Het resultaat? Nul mensen gingen naar Afrika”, zei Rob Jetten (D66) in een bericht op X. Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) ziet vooral een „proefballon” in het plan. PVV-leider Geert Wilders juicht het idee toe.