OM stelt strafrechtelijk onderzoek in naar chemiebedrijf Chemours vanwege milieuvervuiling

Het Openbaar Ministerie is een strafrechtelijk onderzoek begonnen naar het in Dordrecht gevestigde chemiebedrijf Chemours. Het onderzoek gaat over „het opzettelijk in de lucht, de bodem of het oppervlaktewater brengen van schadelijke PFAS-stoffen” sinds 1967 en volgt onder meer op de massa-aangifte die advocaat Bénédicte Ficq begin september namens 2.400 mensen indiende.

In het onderzoek gaat het OM ook bekijken of de leidinggevenden van het chemiebedrijf aansprakelijk gesteld kunnen worden. In een interview met Follow the Money verklaarde Ficq eerder specifiek aangifte te doen tegen de (ex-)leidinggevenden van Chemours (voorheen DuPont) zodat zij zich niet langer achter het bedrijf kunnen verschuilen.

Het onderzoek richt zich in eerste instantie op de „mogelijk schadelijke effecten van PFOA-uitstoot op mens en milieu in de omgeving van het fabrieksterrein” in de periode tot 2012. PFOA is een vorm van PFAS: water- en vetafstotende stoffen die nauwelijks afbreken in het milieu. In een later stadium zal justitie bepalen of ook handelingen met GenX, een andere vorm van PFAS, in de periode na 2012 onderzocht zullen worden. Het OM noemt het onderzoek „zowel feitelijk als juridisch zeer complex” en verwacht dat het minstens een jaar zal duren.

Aansprakelijk voor schade

Er loopt momenteel ook een ander strafrechtelijk onderzoek naar Chemours. Dat richt zich op de te hoge concentratie van PFOA waar medewerkers van het chemiebedrijf tot 2012 mogelijk aan zijn blootgesteld. Dit onderzoek bevindt zich volgens het OM in de afrondende fase.

Eind september riep ook de provincie Zuid-Holland justitie op om strafrechtelijk onderzoek te gaan doen. Toen oordeelde de rechtbank in Rotterdam, in een zaak die was aangespannen door de gemeenten Dordrecht, Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden, dat Chemours aansprakelijk is voor de schade die de teflonfabriek heeft veroorzaakt. Tussen 1984 en 1998 stootte de fabriek schadelijke PFAS uit, terwijl het bedrijf wist van de grote gezondheids- en milieurisico’s van deze stoffen.